Landbouwers zitten in de tang tussen uitbuiting door de detailhandel of lage marktprijzen voor hun producten die te wijten zijn aan de WTO en de overheersing van de voedselketen door de bedrijven enerzijds. En aan de stijgende productiekosten en hoge inputafhankelijkheid anderzijds. We zitten met een overmatige afnemersconcentratie en het feit dat een boer een prijsnemer is, en geen prijszetter.
Dat bevestigt ook Bavo Verwimp van De Kijfelaar, wiens ouders destijds aan de melkerij leverden en achteraf via de factuur te weten kwamen welke prijs ze voor hun melk hadden gekregen. De omgekeerde wereld. Dat Bavo bij de overname van het ouderlijk bedrijf het roer omgooide had enkele gevolgen. De omschakeling naar bio was minder ingrijpend voor de bedrijfsvoering dan het organiseren van de nieuwe afzetvorm. Voortaan zou De Kijfelaar rechtstreeks aan de consument verkopen om zo een eerlijkere prijs te krijgen. Dat betekent een uitgebreider aanbod, niet alleen door meer producten aan te bieden, maar ook het ganse jaar door. Momenteel spendeert Bavo een derde van zijn tijd aan verkoop. Dat was vroeger wel anders!
Je producten rechtstreeks aan de man brengen maakt dat je kunt ingrijpen op de prijs, al zit je niet op een eiland. Klanten zijn zeer prijsbewust. Tegelijk bouw je vertrouwen op, kun je uitleggen waar je mee bezig bent, waarom iets die prijs heeft... Je kunt uitleggen dat door de vorst de boerenkool niet kon geoogst worden bijvoorbeeld. Dat kan een supermarkt niet. Daar ligt elk product altijd. Wat op zich een geforceerde situatie is.
De onderhandelingspositie van de boer is niet alleen onderwerp van gesprek in het Europees Parlement. Ook Landbouwcommissaris Hogan wil maatregelen invoeren ter bescherming van de boer. In Vlaanderen bestaan reeds producentenorganisaties, maar de wet op de mededinging verhindert hen om prijsafspraken te maken. Nochtans moet een eerlijke prijs ook in de lange keten afdwingbaar zijn.
Samen met Wervel, lanceerde Bavo onlangs een rekentool voor een fair trade prijs in het Noorden. Wie een eerlijke prijs wil, moet in eerste instantie zijn kostprijs kennen. Als die duidelijk is, kun je een minimumprijs vastleggen waar je in je onderhandeling niet onder gaat. We zouden het Biogarantielabel kunnen uitbreiden met extra normen zoals het fair trade mechanisme. Zo vermijd je te veel verschillende labels.
Onderschat niet dat een eerlijke prijs berekenen geen sinecure is. Elk bedrijf heeft een eigen kostenstructuur (dat is door de diversiteit een gegeven in de landbouw overigens) waardoor je niet zomaar dé faire prijs kunt bepalen. Je moet keuzes maken. Wat is bijvoorbeeld een eerlijk loon? Is 10€ per uur een goede prijs voor handenarbeid? Op zich is dat weinig, maar als werkelijk elk uur vergoed wordt, dan verdien je niet slecht. Hoe reken je de kostprijs van de grond door? Aan pachtprijs of aan aankoopprijs? Als je alles doorrekent, wordt het zo duur dat je jezelf uit de markt prijst natuurlijk.
Dat grote spelers het voordeel van bio-producten beginnen in te zien, is dubbel. Het is fijn vast te stellen dat de markt voor bio groeit, maar zijn evengoed getuige van gewetenloze greenwashing. Zeer frappant was onlangs de rechtvaardiging voor de ontslagen bij Carrefour als zouden die ruimte creëren om te investeren in het bio-segment.
Dit legt pijnlijk bloot dat we nood hebben aan rekentools - zoals het fair trade mechanisme - die kunnen verhinderen dat we in een neerwaartse spiraal terecht komen zoals de gangbare landbouw die kent. Die treft de korte keten immers even hard, want zij moeten volgen.
Een andere manier om boeren te ondersteunen kan door eerlijke regels vast te leggen in contractlandbouw. De kwaliteitscontrole gebeurt nu bijvoorbeeld door de afnemer, maar eerlijker zou zijn dat een neutrale, onafhankelijke partij hiervoor instaat.
In plaats van enkel een premiebeleid te zijn, kan het nieuwe landbouw- en voedselbeleid zoveel meer doen om de markt te organiseren, en dat is toch de taak van de overheid? Het hoeft zelfs niet eens zoveel te kosten!