Kent u nog de slogan: Zonder is gezonder? of deze van Velt: ‘Ik tuinier met respect voor plant en dier.’ Sinds 2015 zijn de regels voor het gebruik van pesticiden strenger geworden. Gemeenten, maar ook zorginstellingen, scholen, kinderdagverblijven, sportclubs,... mogen geen pesticiden meer gebruiken. Ook burgers mogen hun trottoir niet meer met pesticiden behandelen en op bermen geldt een verbod. Recent besliste onze minister van Landbouw Denis Ducarme (MR) nog om RoundUp voor particulieren te verbieden. Er zijn namelijk steeds meer bewijzen dat omzichtig met pesticiden moet worden omgesprongen. Overmatig gebruik is slecht voor onze gezondheid, maar ook voor dieren, insecten, vogels, het milieu, ons hele ecosysteem!
Wie beslist eigenlijk of een product veilig is? En welke procedures moeten er gevolgd worden? Volgens sommigen is RoundUp zo veilig dat het drinkbaar is. Anderen verketteren het product en willen een totaalverbod. Sowieso besliste de Europese Commissie eind december 2017 dat glyfosaat niet voor 15 maar voor slechts vijf jaar opnieuw zou vergund worden. Dankzij de strijd van de groenen in samenwerking met het middenveld, ngo’s, natuurverenigingen, Greenpeace en vele burgers werd die termijn drastisch ingekort.
De Monsanto Papers hebben natuurlijk ook geholpen. Als wetenschappelijke studies uitgevoerd worden door de commerciële bedrijven die er alle belang bij hebben dat hun product als veilig wordt bestempeld kun je terecht vragen stellen bij die praktijken. Zo ook bij een mogelijk belangenconflict bij EFSA, het Europees Voedselveiligheidsagentschap, dat oordeelde dat glyfosaat niet kankerverwekkend is. Wat in tegenspraak was met de bevindingen van het IARC, het onderzoeksinstituut van de Wereldgezondheidsorganisatie, dat ontdekte dat glyfosaat waarschijnlijk wel kankerverwekkend is.
Het vormde alleszins de aanleiding voor een rechtszaak bij het Hof van Justitie om vlotte toegang tot dergelijke informatie af te dwingen en transparantie in dit soort zaken te verhogen. EFSA wilde in eerste instantie de studies niet ter beschikking stellen. Later, na overleg met de Glyphosate Task Force, een consortium van producenten van glyfosaat waaronder Monsanto en Bayer, kregen parlementsleden beperkte inzage in een aparte ruimte en via een cd-rom, waar overigens veel informatie onleesbaar was gemaakt.
Door de hele affaire groeide de idee om een onderzoekscommissie in te stellen in het Parlement. Daarvoor was echter geen meerderheid. Bart begon te onderhandelen en kreeg wel voldoende steun voor een bijzondere commissie, met iets minder bevoegdheden en middelen, maar met de nodige slagkracht om uit te pluizen of de bestaande pesticidenwetgeving uit 2009 nog voldoet. Bart zelf werd als co-rapporteur aangesteld, samen met Norbert Lins, een Duits christen-democraat.
De werkzaamheden zijn nu drie maanden aan de gang. De PEST-commissie (zo heet de vergadering) zal onderzoeken of de toegang tot informatie vlot verloopt, of studies onafhankelijk (kunnen) worden uitgevoerd, of er randvoorwaarden nodig zijn, hoe de lidstaat de aanvraag behandelt,... Onderweg werd bijvoorbeeld duidelijk dat Duitsland, verantwoordelijk voor de beoordeling van glyfosaat, gewoon knip- en plakwerk verrichte uit studies van de industrie. Dus bekijkt de commissie of instellingen voldoende onafhankelijk kunnen werken, wat de rol van EFSA is bijvoorbeeld, heeft dat agentschap voldoende middelen en personeel,...
De commissie zal aanbevelingen doen over de bestaande pesticidenwetgeving. De praktijk van toelatingen van actieven bestanddelen omvat momenteel niet de cocktails, die veel schadelijker kunnen zijn of een versterkend effect kennen door bestanddelen samen te voegen. Alleszins moet de kritische zin voor onderzoek aangescherpt worden.
Of we tot een gedeeld standpunt komen is momenteel moeilijk te voorspellen. Er is een serieuze verdeeldheid tussen links en rechts, redelijk 50/50. De rechterzijde vindt dat er geen vuiltje aan de lucht is, de liberalen zijn verdeeld, de linkerzijde vraagt een grondige evaluatie van de huidige wetgeving. Er zijn vier hoorzittingen achter de rug, die telkens een fase van de toelatingsprocedure belichtten, voor de zomer komen er nog drie. Na het zomerreces nog twee en dan moeten de rapporteurs beginnen schrijven en resten drie maanden voor discussies om te komen tot een set met aanbevelingen. Voor ons is duidelijk dat als een bestanddeel op de markt komt, het niet schadelijk mag zijn. De laatste twee decennia is ongeveer 75% van het insectenbestand in Duitsland verdwenen. Dat is redelijk dramatisch.
Of de boer er klaar voor is om zonder pesticiden aan de slag te gaan is alleszins een deel van het debat. Ze moeten alleszins geholpen worden door de overheid om de transitie te maken naar een landbouw zonder pesticiden. Er moet geïnvesteerd worden in alternatieven. Dat is trouwens de uitdrukkelijke wens van een aantal lidstaten (Frankrijk en België al zeker, ook de vorige Italiaanse regering, we moeten nog even afwachten wat de verkiezing daar brengt). Alleszins zal over twee jaar opnieuw een aanvraag ingediend worden voor de toelating van glyfosaat en dan voeren we dit debat opnieuw ten gronde!
Klik hier voor het overzicht met alle andere podcasts.