AA
Werken in een andere lidstaat — formulieren (Schriftelijke Vraag P - 1798/10)

Mensen die tijdelijk in een andere lidstaat gaan werken, blijken bij terugkeer soms moeite te hebben om hun opgebouwde rechten aan te tonen. Normaal gezien volstaat daartoe een door de andere lidstaat ingevuld formulier E301. Het probleem is dat bepaalde lidstaten (een geval is ons bekend van Ierland) talmen met de aangifteformulieren waardoor teruggekeerde werknemers geen aanspraak kunnen maken op werkloosheidsvergoeding en aangewezen zijn op het OCMW, dat een leefloon (bestaansminimum) uitbetaalt. Het OCMW van Antwerpen wordt bijvoorbeeld regelmatig met deze problematiek geconfronteerd.

De trage uitwisseling van gegevens leidt tot periodes waarin lang onzekerheid heerst, zowel voor de betrokkenen als voor de sociale instanties. Dit kan leiden tot het tijdelijk toekennen van voorschotten waarbij er achteraf geen recht blijkt te zijn op uitkeringen, of tot vormen van georganiseerde sociale fraude op basis van valse papieren met het oog op uitkeringen in andere lidstaten.

Is de Commissie hiervan op de hoogte? Kan de Commissie een overzicht geven van de „scores” van de lidstaten, welke administraties vlot werken en waar systematisch problemen opduiken? Heeft de Commissie een zicht op wat aan de oorzaak ligt van deze trage uitwisseling? Over welke instrumenten beschikt de Commissie om lidstaten aan te manen sneller werk te maken van de administratie en zo een vlot verkeer van personen en dito overdracht van sociale rechten te garanderen? Heeft de Commissie plannen om dit systeem in de toekomst bij te sturen?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS ANDOR (op 15 april 2010)

De Commissie wil het geachte Parlementslid erop attenderen dat Europese wetgeving op het gebied van sociale zekerheid, zoals vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 1408/71(1) en Uitvoeringsverordening (EEG) nr. 574/72(2), voorziet in de coördinatie van nationale socialezekerheidsregelingen en niet in de harmonisering ervan. Elke lidstaat is zelf verantwoordelijk voor de vaststelling, organisatie en financiering van zijn eigen nationale socialezekerheidsstelsel.

Bij de vaststelling van socialezekerheidsuitkeringen in gevallen met grensoverschrijdende implicaties moeten de socialezekerheidsorganen van de lidstaten vaak rekening houden met in andere lidstaten vervulde tijdvakken van verzekering of van arbeid. Zij wisselen deze informatie momenteel uit met behulp van standaardformulieren op papier (E-formulieren). In de Europese wetgeving op het gebied van sociale zekerheid wordt meer de nadruk gelegd op het beginsel van samenwerking en goede uitvoering dan op de vaststelling van specifieke termijnen voor de uitwisseling van gegevens. In de artikelen 84 en 84 bis van Verordening nr. 1408/71 is vastgelegd dat de autoriteiten en organen van de lidstaten elkaar behulpzaam moeten zijn en elke vraag binnen een redelijke termijn moeten beantwoorden. De Commissie houdt geen statistieken bij over de snelheid waarmee E-formulieren worden uitgewisseld; bij haar weten is dit echter over het algemeen in de praktijk geen groot probleem.

De informatie die nodig is om te bepalen of iemand recht op een werkloosheidsuitkering heeft, wordt met behulp van formulier E-301 uitgewisseld, waarin met name een verklaring wordt gegeven over de door de betrokken persoon vervulde tijdvakken van verzekering of van arbeid als werknemer. Het formulier bevat echter ook informatie over het meest recente tijdvak van arbeid (loon en aard van de werkzaamheden) die nodig is om grensarbeiders een uitkering te verstrekken. Om dergelijke informatie te verkrijgen moet het orgaan dat de verklaring afgeeft, soms nader onderzoek doen (bijvoorbeeld contact opnemen met de werkgever); dit kan tijd kosten en tot vertraging in de afgifte van het formulier leiden. Het totale tijdsbestek dat nodig is om het formulier af te geven, is afhankelijk van de volledigheid van de bewijsstukken die de betrokken personen verstrekken.

Er zijn twee manieren om het formulier E-301 te verkrijgen: wanneer de werknemer zich als werkzoekende laat registreren, kan het orgaan van de lidstaat die de uitkering verstrekt, het aanvragen (in dit geval kan het enige tijd duren voordat de gegevens van het land waar de betrokkene laatstelijk gewerkt heeft, worden ontvangen) of de werknemer kan het rechtstreeks krijgen bij de autoriteiten van het land waar hij laatstelijk gewerkt heeft, voordat hij dit land verlaat. Om de verwerking van een uitkeringsaanvraag te versnellen wordt migrerende werknemers aangeraden rechtstreeks om het formulier te vragen voordat zij het land waar zij hebben gewerkt, verlaten (zie de handleiding van de Commissie over sociale zekerheid voor migrerende werknemers „Communautaire bepalingen inzake sociale zekerheid - Uw rechten als u zich verplaatst binnen de Europese Unie”)(3).

De Commissie weet dat de uitwisseling van papieren formulieren een verouderde en minder efficiënte methode van gegevensuitwisseling is dan elektronische uitwisseling en dat deze een risico van fraude met op de formulieren vermelde gegevens met zich brengt. Bij de nieuwe verordeningen op het gebied van de coördinatie van sociale zekerheid (Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en nr. 987/2009), die op 1 mei 2010 de bestaande verordeningen zullen vervangen, wordt dan ook het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid (EESSI) ingevoerd. Het EESSI is een geïntegreerd systeem dat een gemeenschappelijke beveiligde omgeving voor de elektronische uitwisseling van gegevens biedt. Hiermee kunnen de nationale socialezekerheidsorganen socialezekerheidsinformatie veilig elektronisch uitwisselen en behoren de huidige papieren E-formulieren tot het verleden.

Het EESSI wordt naar verwachting in december 2010 operationeel. Tijdens de aansluitende overgangsperiode van 17 maanden zullen de 31 deelnemende landen overstappen op elektronische gegevensuitwisseling via EESSI. Het nieuwe systeem zal de samenwerking tussen organen helpen vergemakkelijken, bijdragen aan een betere handhaving van de rechten van de burgers en de verstrekking van uitkeringen versnellen.

(1) Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, PB L 149 van 5.7.1971. (2) Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, PB L 323 van 13.12.1996. (3) http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId="26&langId=en&pubId=231&type=2&furtherPubs=yes." In mei 2010 komt een bijgewerkte versie beschikbaar waarin rekening wordt gehouden met de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en nr. 987/2009.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?