Bepaalde personen met een handicap moeten de bediening van hun voertuig wijzigen om te kunnen rijden. Deze bedieningssystemen moeten conform de Belgische wetgeving zijn, wat betreft technische controle en verzekeringen. De omgebouwde wagen moet bijgevolg gekeurd worden in een station van de voertuiginspectie. Het resultaat van de keuring is zeer onvoorspelbaar. In de praktijk moet de persoon eerst het — reeds dure — voertuig aankopen en dit aanbieden bij de technische controle, met het risico dat de auto daar vervolgens geweigerd wordt.
Homologatie is nodig opdat de persoon in kwestie een vergoeding in de kosten voor die aanpassing kan krijgen, maar de procedures zijn ondoorzichtig. Het gebeurt regelmatig dat de Vlaamse sociale wetgever zicht verschuilt achter Belgische goedkeuringsprocedures om vergoedingen te weigeren voor aangepaste hulpmiddelen of producten. Dit terwijl deze producten (in casu auto-aanpassingen) vaak in andere Europese landen reeds op hun degelijkheid zijn getest. De praktijk in België maakt het deelnemen van personen met een handicap aan onder andere het arbeidsproces zo heel moeilijk.
België is niet aan zijn proefstuk toe. Begin 2005 oordeelde het Hof van Justitie (C-38/03) dat België niet voldoet aan de verplichtingen opgelegd door artikel 28 (EG-Verdrag) inzake vrij verkeer van goederen. De Belgische ziekteverzekeringswet stelt de terugbetaling van rolstoelen, die een Europees goedkeuringscertificaat hebben gekregen, afhankelijk van irrelevante technische kenmerken van deze rolstoelen en van andere irrelevante voorwaarden waaraan de verstrekker van deze rolstoelen moet voldoen. Ook oordeelde het hof dat de Belgische ziekteverzekeringswet een veel te rigide procedure hanteert om rolstoelen en andere hulpmiddelen voor personen met een handicap terugbetaalbaar te stellen in de ziekteverzekering. In 2006 werd in dit verband een klacht ingediend bij het Belgische Centrum voor gelijkheid van kansen en racismebestrijding.
— Is de Commissie op de hoogte van deze problematiek voor mensen met een handicap?
— Is de Commissie bereid een onderzoek in te stellen en eventueel België in gebreke te stellen?
— Welke oplossing kan de Commissie aanreiken om deze belemmeringen voor het vrij verkeer van goederen ook voor personen met een handicap weg te werken?
***
ANTWOORD VAN COMMISSARIS VERHEUGEN (op 1 december 2008)
De technische voorschriften voor de aanpassing van de bedieningsorganen van voertuigen aan mensen met een handicap vallen onder de nationale wetgeving van de lidstaten, omdat de huidige communautaire wetgeving over typegoedkeuring van voertuigen niet in dergelijke aanpassingen van nieuwe of al in gebruik zijnde voertuigen voorziet.
In België, zoals in de meeste lidstaten, worden aanpassingen van de bedieningsorganen op individuele basis goedgekeurd, niet alleen om veiligheidsredenen, maar ook omdat door de specifieke aard van elke handicap aanpassingen die sterk afhankelijk zijn van de lichaamsbouw, leeftijd of vaardigheid van de gehandicapte bestuurder, deskundig advies vereisen.
Wanneer een in een andere lidstaat geregistreerd voertuig daar wordt aangepast, zijn de artikelen 28 en 30 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing en zou een lidstaat moeten verifiëren of die aanpassingen, in het licht van die artikelen, overeenstemmen met de eigen nationale regelgeving. Zo zouden ook onderdelen die in andere lidstaten op de markt zijn gebracht, zoals stoelen, bedieningsorganen in en op de stuurkolom enz., automatisch moeten worden geaccepteerd wanneer zij blijken te voldoen aan technische normen die hetzelfde veiligheidsniveau bieden als in de lidstaat van bestemming. De montage ervan in een voertuig moet worden gecontroleerd, opdat er geen risico op interferentie is met andere veiligheidsvoorzieningen waarmee moderne auto's gewoonlijk zijn uitgerust (bv. airbags of veiligheidsgordels met geactiveerde oprolautomaat).
De nieuwe Kaderrichtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad(1) inzake de goedkeuring van voertuigen bevat bepalingen over de individuele goedkeuringsprocedure voor voertuigen. Deze bepalingen zijn van toepassing met ingang van 29 april 2009.
Individuele goedkeuringen die tot nu toe onder de nationale wetgeving van de lidstaten vielen, zullen vanaf die datum onder het Gemeenschapsrecht vallen. Van dan af zullen de voorwaarden voor het accepteren van voertuigen die in de verschillende lidstaten individueel zijn goedgekeurd, duidelijk zijn vastgesteld, omdat zij in artikel 24 van die richtlijn zijn opgenomen.
Bijlage XI, aanhangsel 3, bij Richtlijn 2007/46/EG voorziet in geharmoniseerde regels voor het veilige vervoer van rolstoelgebruikers in nieuwe voertuigen van categorie M1. Het is een grote stap in de richting van de wederzijdse erkenning van goedkeuringen die in de Europese Unie aan rolstoeltoegankelijke voertuigen worden verleend.
Niettegenstaande wat hierboven is vermeld, is de Commissie bereid om elk concreet geval dat haar wordt voorgelegd, te onderzoeken als het vermoeden bestaat dat de regels van het vrije verkeer van goederen niet correct zijn toegepast.
(1) Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (Kaderrichtlijn), PB L 263 van 9.10.2007.