Een gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) staat hoog op de Europese agenda, maar het is moeilijk hierover overeenstemming te bereiken tussen de verschillende lidstaten en politieke families. Elk verslag hierover verzandt in een ellenlange opsomming van alles wat van dicht of van ver met militaire of defensiezaken te maken heeft. Het lijkt wel een brief aan Sinterklaas.
Nu eens zien we de contouren opduiken van een Europees leger, dan weer de wens om de defensiebegroting op te trekken zodat er geld is om te investeren in drones of militair onderzoek. Het ontbreekt echter steevast aan een duidelijke visie op defensie en veiligheid voor de buitenwereld of de buitenlandse ambassades. Het is dus moeilijk om met zo’n verslag in te stemmen.
Groen wil dat een gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid focust op humanitaire missies, vredeshandhaving en crisisbeheersing, eerder dan op oorlogsvoering en het verdedigen van ons vaderland. In plaats van de begroting voor defensie te verhogen, zouden we beter bekijken hoe we de jaarlijkse 200 miljard euro efficiënter kunnen inzetten: door gezamenlijk aan te besteden, gezamenlijk militair onderzoek te voeren en bovenal de transparantie op de ‘militaire markt’ te verhogen door simpelweg de Europese regels inzake overheidsopdrachten te respecteren. Maar dit valt bij velen in dovemansoren.