Vandaag heeft de Europese Commissie Europese duurzaamheidcriteria voor biobrandstoffen gepresenteerd. De Europese transportsector moet in 2020 10% duurzame energie gebruiken en dit doel kan onder andere gehaald worden met biobrandstoffen. Europees Parlementslid Bart Staes waarschuwt dat biobrandstof met deze criteria niet noodzakelijk winst voor het klimaat betekent. Wel is hij verheugd dat de Commissie mee is gegaan in de kritiek rond palmolieplantages.
"Het doel van duurzaamheidcriteria voor biobrandstoffen is ervoor zorgen dat ze werkelijk duurzaam zijn en leiden tot een klimaatwinst. Met de vandaag voorgestelde criteria is het nog steeds niet duidelijk of dit geval is. Voor biobrandstoffen zijn landbouwgronden nodig: daarom leidt stimulering van biobrandstoffen tot uitbreiding van het mondiale landgebruik, met wereldwijde ontbossing als gevolg. Zolang met dit soort verborgen klimaateffecten geen rekening wordt gehouden, is er geen garantie dat biobrandstoffen tot klimaatwinst leiden. Daarnaast tellen biobrandstoffen van afval en bijproducten dubbel mee voor het duurzame energie doel, terwijl het onduidelijk is of deze biobrandstoffen tot een klimaatwinst leiden. Ik zou deze criteria geen duurzaamheidcriteria willen noemen. Met deze criteria stimuleren we mogelijk biobrandstoffen die nóg slechter voor het klimaat zijn dan fossiele brandstoffen."
Staes wijst er op dat voor wat betreft de definitie van palmolieplantages de Commissie wel met een beter voorstel is gekomen.
"In voorgaande versies werden palmolieplantages onder de definitie van bossen geschaard. Het zou dan mogelijk zijn om tropische bossen te kappen voor palmolieplantages en de verkregen palmolie als biobrandstof te gebruiken. Op dit moment is de snelle groei van palmolieplantages al de belangrijkste oorzaak voor het verdwijnen van tropisch regenwoud in Maleisië en Indonesië. De groene fractie in het EP heeft vorige maand de Commissie laten weten dat dit echt niet door de beugel kan. Ik ben blij dat de definitie nu is aangepast.", aldus Bart Staes.