Zou u er voor kiezen - gesteld dat u via labels wordt geïnformeerd - om vanavond voor uw gezin een biefstukje van een gekloond rund te bakken? Wil u nanodeeltjes in de yoghurt van uw kinderen? Moeilijk te zeggen? Het zijn anders wél de vragen waar wij als politici mee geconfronteerd worden. Moeten we dit soort 'nieuw voedsel' (Novel Foods) toelaten op de markt, ook al weten we nog onvoldoende over de mogelijke gevolgen?
Toen het Europees Parlement deze week de ondermaatse wetsvoorstellen van de Europese Commissie over gekloond voedsel naar de vuilbak verwees, baseerde het Europees Parlement zich daarbij onder andere op het wettelijk verankerde voorzorgsprincipe. Dit basisbeginsel van Europese regelgeving laat de bevoegde autoriteiten toe om snel op te treden tegen een mogelijk gevaar voor de gezondheid van mensen, dieren of planten, of ter bescherming van het milieu. Wanneer wetenschappelijke gegevens geen volledige risicobeoordeling mogelijk maken, dan moet er niet worden gewacht tot de ernst en de realiteit van de risico's volledig zichtbaar zijn. Dit principe is onderdeel van Europese basiswetgeving sinds de jaren '90 en werd ook opgenomen in het Verdrag van Lissabon.
Het basisidee is eenvoudig: beter voorkomen dan genezen. Je vermijdt ellende en bespaart geld omdat je de eventuele schade niet hoeft te herstellen. Dat is geen bangmakerij, dat is internationaal erkend goed bestuur. Het werd immers ook onderschreven door de 172 landen die de Verklaring van de Rio Conferentie in 1992 ondertekenden.
Link met het Vrijhandelsakkoord EU-VS
De stemming in het Europees parlement over Novel Foods was een slag in het gezicht van de Europese Commissie. Die had achter de schermen druk gezet op onze parlementsleden om deze wetgeving goed te keuren, om vooral de onderhandelingen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten over een vrijhandelsakkoord (TTIP) niet te verstoren. Het klonen van dieren in de VS vindt men in een context van hyper-geïndustrialiseerde veeteelt blijkbaar geen probleem.
De Amerikaanse agrobusiness wil het vlees van hun nakomelingen namelijk graag exporteren naar ons. Er zijn nochtans ernstige vragen te stellen over de impact van klonen op de genetische diversiteit, dierenwelzijn en misschien ook onze gezondheid. Er bestaat nog veel wetenschappelijke onzekerheid over dit nieuwe voedsel. Wij stellen u, de burger, de vraag waar wij nu uit uw naam over moeten oordelen: is het wijs om dit nu al toe te laten op onze Europese markt? Of moeten we zeggen "door onze strot laten duwen"? Of moeten we het voorzorgsprincipe ten volle laten gelden? De onderhandelingen over TTIP dreigen echter de ontmanteling te betekenen voor dit voorzorgsprincipe. Onder het mom van “regelgevende samenwerking” is er een georganiseerde aanval ingezet tegen dit principe vanuit diverse industriële lobby's vanuit de VS én de EU. Ze worden hierbij gesteund door donkerblauwe politici en bepaalde academici (vaak sterk verbonden met industriële broodheren).
Risicoanalyse vs. voorzorgsbeginsel
Hun argumentatie gaat veelal in de richting van een “op wetenschap gebaseerde risicoanalyse” versus het "onwetenschappelijke" voorzorgsprincipe. Ze menen dat de Europese besluitvorming op het gebied van risicoanalyse volledig is doorgeslagen in "overregulering" en losstaat van de wetenschappelijke realiteit. Het klinkt, in tijden van populisme wel lekker: Europa overdrijft met al die regeltjes. Maar het geschetste beeld is onjuist.
Een studie van het Europese milieuagentschap (EEA) toont juist aan dat eerder "onder-regulering" de regel is in Europa en overregulering de uitzondering. In het overgrote merendeel van de onderzochte case studies werd er geen rekening gehouden met wetenschappelijke berichten die al in een vroeg stadium waarschuwden voor bijvoorbeeld de toxiciteit van bepaalde pesticiden voor bijen. Denken we bijvoorbeeld ook aan het asbestverhaal, of aan tal van medicijnen die op lange termijn schadelijke bijwerkingen bleken op te leveren. En dat is dus de realiteit, eerder dan dat men beslist om over te gaan op regulering op basis van "valse risico's". Onder-regulering dus.
It's the economy, stupid
Waar gaat deze politieke strijd dan echt over en wat is de link met TTIP? Hierop is het antwoord simpel: economische belangen. Het EEA rapport concludeert dat het "in bijna alle geanalyseerde gevallen voor de industrie als voordelig werd beschouwd om mogelijk schadelijke activiteiten voort te zetten". De echte tweedeling situeert zich dus tussen private en publieke belangen, tussen de macht van de regelgever en de macht van de bedrijven.
In 1990 belette een historisch vonnis het Amerikaanse milieuagentschap om een verbod op het gebruik van asbest in zowat elk product op te leggen. Maar de gevolgen hiervan gingen veel verder. Met dit vonnis legde de rechtbank de lat voor het te leveren bewijs − in verband met de risico’s, de kosten en baten van een beperking − zo hoog dat het vanaf dat ogenblik zo goed als onmogelijk werd voor de Amerikaanse regulatoren om het gebruik van bepaalde technologieën of de verkoop van risicovolle producten te beperken.
Via “regelgevende samenwerking” binnen TTIP probeert "big business" aan beide kanten van de Atlantische Oceaan op dit ogenblik dergelijk machtsverlies ook voor de bevoegde Europese autoriteiten door te drukken. En dat allemaal in de naam van de ogenschijnlijk redelijke oproep tot een “op wetenschap gebaseerde risicoanalyse” en vrijhandel.
De EU staat op dit ogenblik op een belangrijke tweesprong: willen we een regelgevend systeem dat ons allen ten goede kan komen? Of kiezen we voor een beleid van nog meer doorgedreven vermarkting waarbij enkel korte termijn economische belangen en winsten van tel zijn, ten koste van de menselijke gezondheid en het milieu? De uitkomst van onderhandelingen over TTIP zullen beslissend zijn. Voorlopig wordt er tijdens de onderhandelingen niet afgeweken van de neoliberale ram(p)koers. Hoezo grootmoeders wijsheid: beter voorkomen dan genezen?
Bart Staes - Europees parlementslid Groen
Petra De Sutter - Gecoöpteerd senator Groen