AA
Ons voedsel is geen waspoeder

Overheidsgeld voor landbouw? Jazeker, zeggen Bart Staes en Vera Dua in een vrije tribune in De Standaard van 21 december 2005. Maar dan wel voor een ander soort landbouw: duurzame landbouw. Hier en in de derde wereld. ,,Omdat landbouw het verschil kan betekenen tussen leven en dood.''

HET voorbije weekend stonden twee internationale vergaderingen in de schijnwerpers: de Europese Raad in Brussel en de WTO-conferentie in Hongkong. Op beide conferenties werd er veel over landbouw gesproken. Maar het resultaat van beide is een zware opdoffer voor de toekomst van de landbouw.

In de Europese Raad zagen we de beschamende vertoning van de nationale rekenmachines, met als motto: ik wil zelf zo weinig mogelijk investeren en voor mijn land er zoveel mogelijk uithalen. Het resultaat was dat de landbouwsector - en meer bepaald de plattelandsontwikkeling - zwaar moest inleveren. De WTO-top stond dan weer volledig in het teken van ongebreidelde liberalisering, tegen de achtergrond van de wereld als één markt en voedsel als 'koopwaar'. Ook hier moest de landbouwsector een zware prijs betalen.

De WTO-top maakte duidelijk dat de wereld van 2005 er anders uitziet dan die van pakweg twintig jaar geleden. De globalisering is nu overal voelbaar en de economisch sterke landen willen daar voordeel uit halen. 'De ontwikkelingslanden' als een eenduidige groep bestaan niet meer. Nieuwe industrielanden als Brazilië verzetten zich tegen een voorkeursbehandeling van de minst ontwikkelde landen. En die strijd is geen vervelend of tijdelijk bijverschijnsel van de globalisering, ze is het rechtstreeks gevolg van een bepaalde invulling van die globalisering.

Steeds meer spelers denken binnen het kader van de liberalisering - of worden daartoe gedwongen. Landen die terecht opkomen voor betere exportmogelijkheden en voor een betere bescherming van de markten van ontwikkelingslanden, bepleiten in werkelijkheid soms een verregaande liberalisering van de landbouw in het Noorden.

Het is logisch dat exportsubsidies worden afgeschaft, maar het is minder logisch om elke vorm van ondersteuning aan de landbouwsector af te wijzen. Voorwaarde is wel dat deze steun gericht is op een interne markt en niet op de wereldmarkt én dat de steun bedoeld is voor duurzame bedrijfsvoering.

Te weinig aandacht gaat naar de unieke kans die in de nasleep van de Europese Raad en van de WTO-top ligt om anders te gaan denken over landbouw. Uitgangspunt zou moeten zijn dat voedsel niet zomaar een 'anoniem product' is dat zoals andere producten aan de meedogenloze spelregels van de vrije markt kan overgeleverd worden. Het gaat immers om het eten van mensen, het gaat om basisproducten die letterlijk levensnoodzakelijk zijn. Landbouw is dan ook geen gewone bedrijvigheid: in veel landen betekent het al dan niet aanwezig zijn van landbouwactiviteiten het verschil tussen leven en dood.

Dat besef dringt gelukkig meer en meer door. Zo was er in de marge van de WTO-top een persconferentie van vijftig boerenorganisaties uit de verschillende continenten. Zij kwamen op voor een familiale, meer kleinschalige landbouw, en verdedigden dezelfde belangen.

Hoe zou een ander landbouwsysteem eruit kunnen zien? Wij gaan uit van 'regionale' agrarische markten, zowel hier als in de derde wereld. De boerenbevolking in de derdewereldlanden moet de kans krijgen om haar landbouwproducten aan een normale prijs op de lokale markt te verkopen, zonder concurrentie met westerse overschotproducten die aan dumpingprijzen daar aan de man worden gebracht.

Volgens dezelfde redenering moeten boeren in Europa niet voor de wereldmarkt produceren, maar in de eerste plaats voor de eigen Europese regio. De Europese landbouw mag voor de eigen (industriële) voedselproductie geen beslag leggen op enorme oppervlaktes vruchtbare grond op andere continenten. Als Zuid-Amerikaanse grond gebruikt wordt om veevoer op te produceren (zoals soja) dat naar het Noorden wordt geëxporteerd, waarna de overproductie aan vlees met subsidies weer wordt gedumpt op de Afrikaanse markt, dan zijn we verkeerd bezig.

In een duurzaam landbouwscenario moet de Europese landbouw voluit de kans krijgen - en daar mag overheidsgeld voor gebruikt worden - om stand te houden in een doorgedreven geliberaliseerde wereld. Steunmaatregelen zijn dus nodig, maar die steun moet dan wel gericht zijn op kwaliteit van voedsel én omgeving. Aan consumenten kun je met zo'n beleid ook beter duidelijk maken dat voor een goed product een goede prijs mag betaald worden. Financiële steun dus voor duurzame ontwikkeling van het platteland en niet voor overproductie.

En dan is het resultaat van de discussie over de Europese meerjarenbegroting een zeer grote ontgoocheling: de terechte beslissing om de exportsubsidies af te bouwen werd niet gecompenseerd met bijkomende steun aan een ander soort landbouw. Sterker nog: er werd fors gesnoeid in de financiering van duurzame landbouw en plattelandsontwikkeling (de zogenaamde tweede pijler). Dat is een enorme gemiste kans voor de Europese boer, die net daarin een toekomstperspectief kan vinden.

In een duurzaam landbouwscenario is het ook logisch dat de EU haar markt openstelt voor landbouwproducten uit de ontwikkelingslanden. Maar de EU behoudt wel het recht om die invoer te beperken als de teelt ervan in ontwikkelingslanden grote schade voor milieu, natuur, volksgezondheid of dierenwelzijn met zich meebrengt of als die teelt gepaard gaat met schendingen van mensenrechten of fundamentele arbeidsnormen. Een radicale keuze voor meer kansen voor ontwikkelingslanden dus, op voorwaarde dat dat geen ecologische of sociale hypotheek legt ter plaatse.

De wereldmarkt kan alleen vrij zijn als de bescherming van mens en milieu voorrang krijgt op de doldrieste liberalisering en als voedsel beschouwd wordt als een levensnoodzakelijk goed en dus niet als koopwaar vergelijkbaar met waspoeder. Anders gaan denken over landbouw is een levensnoodzakelijke vereiste om de knoop te ontwarren waarin de EU en de WTO zijn beland.

Bart Staes en Vera Dua

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?