AA
Is Europa het meisje met de zwavelstokjes?


Marianne Thyssen, de Belgische Europese Commissaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,  verklaarde afgelopen weekend in de krant De Zondag dat ze Europa een sociaal gelaat geeft. "Ik begrijp wat ze zegt, maar deze Commissie gaat écht niet ver genoeg", vindt Bart Staes van Groen, die in deze eindejaarsperiode even wil stilstaan bij wat dat sociale Europa vandaag betekent. "We staan op een kruispunt en moeten op Europees niveau mechanismen vinden in die domeinen waar we legitimiteit hebben om Europa socialer te maken en tegelijk de basis leggen voor een echt duurzaam en sociaal beleid. Het is de enige manier om een boodschap van hoop uit te dragen."



Er vloeide al veel inkt over een socialer Europa. Over betere toegang tot de arbeidsmarkt, betere werkomstandigheden en sociale bescherming, gelijk loon voor gelijk werk, de Poolse loodgieter, sociale dumping…Toch slagen we er slechts met mondjesmaat in de situatie te verbeteren. 

Het meisje met de zwavelstokjes

Hoewel mevrouw Thyssen vindt dat deze Commissie een grotere sociale dimensie kent dan de Commissie van Barroso en Prodi, blijven de uitdagingen groot. Er werd inderdaad in Göteborg op 17 november een sociale pijler opgesteld met twintig sociale rechten voor alle burgers.

Die zullen heel binnenkort ook leiden tot enkele initiatieven. Maar of daarmee Europa een socialer gezicht krijgt, valt nog maar te betwijfelen.

De cijfers liegen er namelijk niet om. Het armoederisico onder de bevolking op actieve leeftijd stijgt verder voor personen met een laag en, toch wel opmerkelijk, ook voor personen met een middelmatig opleidingsniveau. Het Europese armoederisico-gemiddelde lag in 2016 op 23,5%. Dat wil zeggen dat bijna 1 op 4 Europeanen risico loopt om in de armoede te belanden… 

In België heeft 1 op 5 mensen het moeilijk de rekeningen te betalen, regelmatig gezond te eten, hun huis warm te houden. Velen hebben geen telefoon, auto of wasmachine ter beschikking. Dat zijn hallucinante cijfers voor een welvarende regio, waar de gemiddelde werkgelegenheidsgraad (EU-28) toch boven de 70% ligt.

Verkeerde klemtonen?

Eén van de redenen voor dat falen is dat de bestaande instrumenten voor sociaal beleid onder druk liggen. De open coördinatiemethode mag dan wel de neuzen in dezelfde richting zetten, heel afdwingbare maatregelen kan ze niet opleggen. We kunnen met impact beoordelingen aantonen wat werkt en wat niet, maar ook daar: geen afdwingbaarheid. Hetzelfde met de hernieuwde sociale dialoog of het Europees Semester dat iets meer nadruk legt op het sociale en op tewerkstelling, maar finaal wel economisch gericht is. 

Het Europese Fonds voor Strategische Investeringen, EFSI, werd in 2015 opgericht voor de periode tot en met 2018. De eerste resultaten van het investeringsplan zijn gemengd. Enerzijds heeft het EFSI bijgedragen tot meer banen en goede investeringen in energiebesparing en windenergie. Anderzijds kwam het EFSI nauwelijks ten goede aan Midden- en Oost-Europese EU-landen waar de noodzaak van duurzame investeringen het hoogst is. De toekomst moet nog uitwijzen hoe dit Fonds zal evolueren en hoe het zich zal verhouden tot de bestaande structuurfondsen, want die lijken alvast eerder (macro)economisch dan sociaal een impact te hebben.

Groei groei groei

Voor mij ligt de hoofdoorzaak van de sociale malaise bij de aanhoudende nadruk op economische groei. Vandaag hebben we nood aan andere groei, in andere domeinen, meer kwaliteit in plaats van kwantiteit, meer circulaire economie in plaats van blijvende ontginning, minder plastiek, betere gezondheid.

Het Europees Parlement is bijvoorbeeld vragende partij om bij de jaarlijkse groeianalyse (Annual Growth Survey) in het kader van het Europese Semester de parlementaire commissie Sociale Zaken op dezelfde hoogte te stellen als de parlementaire commissie Economische Zaken. Maar het blijft wel gaan om harde indicatoren als tewerkstelling, inkomen, nationaal product. 

Een sociaal Europa is ook warm

Met het onlangs bereikte akkoord over detacheringen (tijdelijke tewerkstelling in een ander land) lijkt uitbuiting verleden tijd. Iemand die vanuit één lidstaat tijdelijk in een andere lidstaat aan de slag kan, moet evenveel verdienen als de lokale werknemer. Dus ook bonussen, dertiende maand en andere voordelen. Rest nog het probleem in de grote verschillen in de bijdragen voor de Sociale Zekerheid. Zo blijft een gedetacheerde werknemer steeds serieus goedkoper dan een Belgische. Verhuis je naar een ander land en ga je daar (voorgoed) werken, dan moet je daar bijdragen betalen en pensioenrechten opbouwen. Deze 'coördinatie' tussen de sociale zekerheidsstelsels is al veel langer geregeld. 

Maar een sociaal Europa betekent ook dat het menselijker is, en niet (hoofdzakelijk) op maat van bedrijven geschreven. Het betekent dat de kloof die de burger ervaart, moet gedicht worden. En dan keur je niet langer omstreden producten goed als hormoonverstoorders of glyfosaat. Dan denk je ook aan de bezorgdheid van mensen over vluchtelingen en hun onthaal. Dan leg je geen miljoen stemmen van burgers naast je neer, maar luister je naar de besognes die heel oprecht en terecht zijn. Dan bescherm je klokkenluiders, veroordeel je witwaspraktijken, keur je geen mega-fusies goed… En dan voer je de strijd tegen belastingfraude of –ontwijking verder op. Zolang het Europese beleid gericht is op winstmaximalisatie en daarbij ons als mensen in de kou laat staan, staan we nog ver af van een écht warm en sociaal Europa.

Ik wens vrede op aarde. Geen illusies meer, maar echt warmte, oprechte verbondenheid en mededogen. Veel liefde en passie. Veel solidariteit en daadwerkelijk opkomen voor de zwaksten van onze samenleving. Ik hoop dat 2018 een beter jaar wordt.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?