AA
De grote fusie van de diplomatie

Paastijd lijkt wel politieke komkommertijd. Niet zo in het Europees Parlement. Daar discussiëren we volop over het toekomstige buitenlandse beleid van Europa. Op de agenda staat de oprichting van de Europese Dienst voor Extern Optreden (European External Action Service — EEAS), de toekomstige diplomatieke dienst van de Europese Unie. De blauwdruk wordt allicht gestemd in de plenaire zitting van mei. Al moeten er nog heel wat knopen worden doorgehakt!

Het is een oud idee dat de Europese Unie in mondiale aangelegenheden met één stem moet spreken. Na de inval in Irak of de aardbeving in Haïti werd pijnlijk duidelijk hoe versnipperd Europa is. Nochtans is de Unie een factor van betekenis in de wereld. In tal van landen en regio’s is zij een belangrijke handelspartner en de EU is ook met verve de grootste hulpverlener als het gaat om humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking.

Het Verdrag van Lissabon tracht die efficiëntie in het externe optreden te verhogen. De aanstelling van Barones Ashton als Hoge Vertegenwoordiger van het Buitenlands Beleid was een eerste stap. Het voeren van een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid een andere. De oprichting van een Europese diplomatieke dienst nog een andere.

De Hoge Vertegenwoordiger (verder afgekort als HV) heeft drie verschillende coördinerende opdrachten: voorzitter van de Europese Raad voor Buitenlandse Zaken en op zoek naar unanimiteit (het intergouvernementele luik). Als vicevoorzitter van de Commissie ook uitvoerder en/of coördinator van het externe beleid van de Commissie (het communautaire luik). Tot slot ziet de HV er - samen met de EEAS - op toe dat beide invalshoeken mooi met elkaar passen en niet tot tegenstellingen leiden. Het is een hele uitdaging en het raakt het hart van Europa: eenheid in diversiteit. Tot op heden handelt elke lidstaat zowat op eigen houtje. Nu is beslist de handen in elkaar te slaan en zoveel als mogelijke de Europese diplomatie te fuseren. Niet simpel!

De inzet is hoog

De Raad en de lidstaten voelen er bijvoorbeeld niets voor om de instrumenten die zij ter bestrijding van de crisis gebruiken onder toezicht van de Europese Commissie te stellen. De Commissie is van haar kant terughoudend om de indrukwekkende financiële instrumenten waarover zij beschikt uit handen te geven aan de nationale diplomaten (waaronder het felbegeerde beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking).

Het voorstel dat Lady Ashton met betrekking tot de EEAS onlangs op tafel legde, is voor onze groene fractie een worst case scenario . Niet alleen bundelt Ashton de crisismanagementinstrumenten niet waarover de lidstaten en de Commissie momenteel beschikken, ze dreigt de hele dienst om te vormen tot een bureaucratische dubbelstructuur in het domein van ontwikkelingssamenwerking.
In het voorstel blijven de bestaande instrumenten voor conflictpreventie en vredesopbouw gescheiden, terwijl een samenvoeging net de efficiëntie in het externe optreden zou vergroten.

Momenteel beslist de Commissie samen met het Parlement over het Instrument voor Ontwikkelingssamenwerking en het Europese Ontwikkelingsfonds. Het Parlement wil dat voortaan de EEAS instaat voor de programmering van het beleid en de Commissie voor de uitvoering ervan. De HV denkt daar anders over. Zij wil ontwikkelingssamenwerking, nabuurschap én humanitaire hulp bij de commissarissen houden. De lidstaten willen dan weer dat de EEAS de landenstrategieën uitschrijft én beslist over de verdeling van de budgetten. De Commissie zou dan moeten toezien op de coherentie met de nationale indicatieve programma’s en de implementatie van de nationale actieplannen.

Armoedebestrijding

Het is niet vanzelfsprekend dat de nieuwe dienst evenveel belang zal hechten aan het terugdringen van de armoede en het bevorderen van duurzame sociale en economische ontwikkeling van de ontwikkelingslanden en hun burgers. Ngo’s zijn terecht bezorgd over een mogelijke integratie van het ontwikkelingsbeleid als instrument binnen het buitenlands beleid. Kijk maar hoe het verhaal van de economische partnerschapsakkoorden (EPAs) fout loopt. EPAs zijn in eerste instantie (lees: op papier) een instrument tot ontwikkeling. Maar vele onderhandelingen en enkele onthutsende getuigenissen later zien we dat de Unie vooral uit is op het vergroten van haar eigen economische afzetmarkt.

De rol van het Europese Parlement

Het EP kan zijn nieuwe begrotingsbevoegdheden aanwenden zodat het een flinke vinger in de pap heeft bij het samenstellen van de nieuwe dienst en wil zich bij uitstek enkel uitspreken over de financiële regeling en de arbeidsvoorwaarden van het personeel.

Het Europese Parlement wil dat de externe diensten “met een uit organisatorisch en budgettair oogpunt eigen aard worden opgenomen in de administratieve structuur van de Commissie”. Dat maakt immers de democratische controle door het Parlement mogelijk. Bovendien heeft het Parlement budgettaire bevoegdheid en kan het zo invloed uitoefenen. De discussie is nu of de EEAS een aparte budgetlijn krijgt, dan wel deel uitmaakt van de Commissiebegroting.

Het Parlement wil verder dat delegaties van de Commissie in derde landen, verbindingsbureaus van de Raad en de bureaus van de speciale EU-gezanten moeten worden samengevoegd tot "ambassades van de Unie" onder leiding van personeelsleden van de EEAS die verantwoording verschuldigd zijn aan de Hoge Vertegenwoordiger, die zoals gezegd ook de vicevoorzitter van de Commissie is, bevoegd voor externe betrekkingen.

EU-ambassades

Met het instellen van een diplomatieke dienst voor Europa wil men een einde maken aan de veelheid van, steeds wisselende, gezichten waarmee de EU internationaal naar buiten treedt. De EU-ambassades zouden zich bezighouden met de relaties met die niet-Europese landen, waaronder ontwikkelingshulp en handelscontacten. Voor EU-landen die dat willen, kunnen de ambassades ook paspoorten uitgeven en andere consulaire hulp geven, bijvoorbeeld de zoektocht naar landgenoten na een aardbeving. De verwachting is dat de EU-ambassades in het buitenland geleidelijk taken van de nationale ambassades zullen overnemen.

DE EEAS zal worden bemenst met bevoegde ambtenaren van het secretariaat-generaal van de Raad, de Commissie en door de nationale diplomatieke diensten gedetacheerde personeelsleden. We praten naar schatting over zowat 5000 ambtenaren.

Er speelt zich een heus gevecht af tussen de intergouvernementalisten en de communautariusten. Hoeveel ambassadepersoneel komt er uit de lidstaten en hoeveel worden er door de Commissie aangesteld? Met andere woorden een gevecht over hoeveel impact de lidstaten willen behouden binnen de nieuwe Europese Dienst voor Extern optreden en wat het gewicht wordt van Europa.

De teerling is nog niet geworpen. Want macht afstaan aan een hoger geheel ligt altijd moeilijk.

Bart Staes

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?