Conclusies
Wij geloven dat om onze bijen en andere bestuivers te beschermen - die ons cruciale diensten verlenen en bijdragen tot een overvloedige en diverse levensmiddelenvoorraad - dit voorstel al lang had moeten worden goedgekeurd. Het is zowel preventief (een voorzorgsmaatregel) als een eerste en minimale reactie. Wij geloven dat we als politici de plicht hebben om te beschermen en zijn dan ook van mening dat de goedkeuring voor deze producten moet worden ingetrokken. Het voorstel van de Commissie is niet genoeg. Dit zijn enkele argumenten waarom we een VOLLEDIG VERBOD en geen gedeeltelijke ban nodig hebben:
- Hoge PERSISTENTIE van de stoffen in het milieu. Als gecoate granen één jaar worden gezaaid en geteeld en de volgende jaren een gewas dat aantrekkelijk is voor bijen, kunnen neonicotinoïden nog steeds worden aangetroffen in nectar (tot twee jaar lang volgens Bonmatin et al. 2005) [24].
- Het zaaien van gecoate zaden produceert stof en contamineert aangrenzende velden met gewassen en ook de grond, al zijn die velden zelf niet direct behandeld. [25]
- De werkzame stof waarmee de zaden worden gecoat, wordt slechts gedeeltelijk door de gewassen geabsorbeerd (20%). De rest komt terecht in de grond, het grond- en het oppervlaktewater en contamineert zo de hele omgeving.
- Ongeacht of ze via stof of via bodemwater zijn gecontamineerd, blijken gewassen langs de randen van velden, die door bijen worden bezocht, ook neonicotinoïden te bevatten. [26]
- In sommige gevallen kunnen granen honingdauw (uitgescheiden door bladluizen) produceren, en honingdauw is aantrekkelijk voor bijen. Het gebruik van neonicotinoïden beperken tot gewassen die niet aantrekkelijk zijn voor bijen en tot wintergewassen is eco-toxicologisch dus zinloos.
- Subletale doses zijn belangrijk omdat ze aanwezig kunnen zijn in de randen van velden, of via residuen van eerdere behandelingen in het milieu aanwezig kunnen zijn. Ze kunnen het milieu contamineren tijdens de applicatie of kleine hoeveelheden oppervlaktewater die door insecten in het veld worden gebruikt, vervuilen.
- Als de blootstelling van bijen doorgaat, zal hun aantal blijven afnemen en zullen bijen blijven sterven. De agrochemische bedrijven zullen beweren dat het niet de schuld is van hun chemicaliën en de vruchteloze ban kan na de geplande 2 jaar ongedaan worden gemaakt.
- Een 'fase-outperiode' waarin professionele gebruikers en leveranciers voorraden van de verboden neonicotinoïden mogen gebruiken zou jaren kunnen duren! – Het kan best dat ze nu al een voorraad aan het aanleggen zijn - en wie zal dat controleren?
Algemene ecotoxicologie
- Vele pesticiden zijn niet soort specifiek. Dat betekent dat er andere soorten zijn, die niet het doelwit van de bestrijdingsmiddelen zijn maar hier toch door worden geschaad. Uiteraard hebben de bestrijdingsmiddelen effecten op andere soorten omdat dit systemische neurotoxines zijn, die inwerken op alle ongewervelde dieren (EFSA onderzocht enkel honingbijen). Wat met de effecten van de neurotoxines op alle ongewervelde dieren, inclusief waterdieren? En dan denken we vooral aan die plaatsen (sink habitats) waar de bestrijdingsmiddelen uiteindelijk terechtkomen. De ecotoxicologische effecten en de effecten op de voedselketen zijn enorm. [27]
- Als groep zijn alle neonicotinoïden uiterst giftig voor waterlarven van verschillende belangrijke insectengroepen. [28, 29]
- Momenteel worden neonicotinoïderesiduen in de bodem en het water niet systematische gemeten in Europa (of wereldwijd).
- Vissen, amfibieën (23% van de soorten wordt al met uitroeiing bedreigd in de EU alleen, maar vergelijkbare cijfers wereldwijd), weekdieren (44% zoetwater spp. en 20% land- spp. in EU, vergelijkbare cijfers wereldwijd) worden nooit getest.
- Sinds 2001 worden in steeds meer rapporten uit Canada, de VS en Latijns-Amerika verbanden gerapporteerd tussen het gebruik van pesticiden en de ontwikkeling van bepaalde vormen van kanker: hersen-, prostaat-, niertumoren, non-Hodgkin-lymfoom, leukemie, myeloom, borst- en teelbalkanker, maag- en pancreastumoren. Uit een Amerikaans rapport uit 2011 over kinderen van landbouwers en blootstelling: "Steeds meer onderzoek wijst uit dat er verbanden zijn tussen pesticiden en ernstige ziekten, vooral bij kinderen. Aangeboren afwijkingen zijn neuraalbuisdefecten en misvormingen van de geslachtsorganen en urinewegen bij jongens als gevolg van herbiciden die het endocriene stelsel verstoren, misvormingen aan de ledematen, neurologische en gedragsstoornissen, ADH en autismespectrumstoornissen, chronische luchtwegproblemen, atopisch astma en kanker. Die zijn door peer-reviewed onderzoek allemaal in verband gebracht met de blootstelling van kinderen aan pesticiden. Vormen van kanker bij kinderen zijn leukemie, lymfoom, hersentumoren en Ewing's sarcoma. Deze kunnen te wijten zijn aan pre- of postnatale, indirecte of directe blootstelling".
All we are saying, is give bees a chance!