Persberichten

AA
Vlaamse groenen ontwikkelen denkspoor om hongerstakende Afghanen verblijf in België te garanderen
Het dossier van de hongerstakende Afghanen illustreert dat de overheid moet erkennen dat de gedwongen terugkeer niet voor alle uitgeprocedeerde asielzoekers de aangewezen optie is. Ook andere asielzoekers in België leven onder gelijkaardige omstandigheden als de Afghanen. Denken we daarbij maar aan de duizenden Tsjetsjeense vluchtelingen (die op de vlucht sloegen voor de vergeten oorlog in Tsjetsjenië) of de vele Kazachstaanse of Oezbeekse vluchtelingen, die hun land ontvluchtten omwille van de genadeloze politieke vervolgingen door dictatoriale regimes. De Vlaamse groenen menen dat de basisvoorwaarde voor elk aanvaardbaar terugkeerbeleid erin bestaat dat de uitgeprocedeerde asielzoeker kan terugkeren in veiligheid en waardigheid. Dit is duidelijk niet het geval voor de Afghanen (cfr. mensenrechtenrapporten HRW) Agalev is van mening dat indien aan deze voorwaarden niet voldaan wordt, de uitgeprocedeerde asielzoekers verder in België moeten kunnen blijven met een (tijdelijk) verblijfsstatuut. Dit moet aan bepaalde kwalitatieve normen voldoen, wat niet het geval is door een verlenging van het bevel om het grondgebied te verlaten zoals de regering nu doet. Op die manier hebben deze mensen immers geen recht op mutualiteit, recht om te werken enz, wat wel het geval zou zijn indien zij over een tijdelijke verblijfsvergunning (BIVR) zouden beschikken zoals indertijd met de Kosovaren het geval was. Daarom dringt Agalev er bij de Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken op aan binnen de Europese Raad van Ministers van justitie en binnenlandse zaken (JBZ) de "richtlijn van de Raad betreffende minimumnormen voor de erkenning en de status van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchtelingen of als personen die anderszins internationale bescherming behoeven - COM (2001) 510 definitief versneld goed te keuren. Agalev meent dat om uit de impasse te geraken en de Afghaanse hongerstakers de kans te geven hun hongerstaking te beëindigen de regering bovenop de bestaande toezeggingen ze de hongerstakers moet garanderen dat zij vanaf 1 januari 2004 de facto deze Europese richtlijn zal toepassen. Deze richtlijn bevat immers een internationale beschermingsregeling niet alleen voor vluchtelingen maar ook voor "subsidiair beschermde personen". Volgens deze richtlijn zijn subsidiair beschermde personen mensen die niet voor de vluchtelingenstatus in aanmerking komen maar anderzijds voldoen aan bepalingen inzake internationale bescherming, met name · "vreemdelingen die, zonder beschouwd te kunnen worden als een vluchteling in de zin van de Conventie, niet kunnen terugkeren naar hun herkomstland wegens een gegronde vrees onderworpen te worden aan foltering of onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, of aan de schending van een mensenrecht," · of "vreemdelingen die niet naar hun herkomstland kunnen terugkeren wegens een gegronde vrees voor schending van andere mensenrechten", · of "vreemdelingen die individueel kunnen aantonen dat zij een gegronde vrees hebben voor bedreiging van hun leven, veiligheid of vrijheid ingevolge het willekeurig geweld in een situatie van gewapend conflict, of ingevolge systematische of veralgemeende mensenrechtenschendingen". Deze ontwerprichtlijn werd op 12 september 2001 door de Europese Commissie ingediend. Het EP bracht een positief advies uit op 22 oktober 2002. Sindsdien ligt de richtlijn op de werktafels van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ). Het was de bedoeling deze richtlijn voor eind juni 2003 binnen de Raad goed te keuren. De Raad JBZ liep echter enige vertraging op. De goedkeuring staat nu geagendeerd voor het najaar. Agalev wil dat de Regering ervoor zorgt dat deze richtlijn onverwijld wordt goedgekeurd en dat zij er zich tevens toe engageert de bepalingen van deze richtlijn toe te passen vanaf 1 januari 2004. Een dergelijke aanpak biedt de hongerstakende Afghanen dan de zekerheid dat ze minstens als "subsidiair beschermde personen" erkend kunnen worden, in ons land kunnen blijven zolang de toestand in Afghanistan problematisch is, en tevens kunnen beschikken over een werkvergunning zodat ze hier menswaardig kunnen leven. De Vlaamse groenen menen dat de Regering dit denkspoor moet bewandelen teneinde te voorkomen dat er straks bij de hongerstakers onherstelbare lichamelijke schade wordt berokkend of er zelfs doden vallen. Agalev vraagt overigens een correcte toepassing van het Vluchtelingenverdrag van Genève op de dossiers van de Afghanen. Onlangs verklaarde Pascal Smet, Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, in de pers dat hij een zeer brede toepassing zou maken hiervan voor de Tsjetsjeense vluchtelingen, alhoewel oorlogsvluchtelingen volgens hem niet vallen onder het Verdrag van Genève. Dat is onjuist: als in een oorlog mensen, ook op massale wijze, getroffen worden omwille van één van de criteria van het Verdrag van Genève (politiek, godsdienst, etnische oorsprong, nationaliteit of het behoren tot een bepaalde sociale groep), dan moeten zij als vluchteling erkend worden. Dit is met de Tsjetsjeense oologsvluchtelingen overduidelijk het geval, daar zij door het Russische leger vervolgd worden op grond van hun nationaliteit. Ook vele Aghaanse vluchtelingen hadden als vluchteling dienen erkend te worden (godsdienst, politiek, of etnische oorsprong, of een combinatie ervan). Bart Staes, Europees Parlementslid, waarnemend politiek secretaris
GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?