Persberichten

AA
Rapport-Staes over werking Europees Parlement goedgekeurd

Het Europees Parlement keurde zo-even Bart Staes' rapport goed voor de kwijting van de Begroting 2001. Dat gebeurde met 269 voor-stemmen en 243 stemmen tégen. Staes' rapport behandelt naast aspecten als vergoedingen van leden en hun medewerkers, administratief personeel en milieu ook het EP-gebouwenbeleid. Opvallend is dat het EP de (gewezen) Belgische regering(en) op de vingers tikt voor de rol die zij al dan niet speelde(n) bij de aanbesteding van de bouwgrond voor de gebouwen D4 en D5. Dat zijn de twee nieuwe EP-vleugels die momenteel worden opgetrokken aan het Brusselse Luxemburgplein. De gebouwen zijn noodzakelijk om er de nieuwe EP-leden van de uitbreidingslanden te huisvesten. Het EP maant de Belgische overheid aan ook haar verplichtingen na te komen inzake de kosten met betrekking tot het voorplein van het EP in Brussel ten bedrage van € 4,74 miljoen (waarde 31/12/2001). Het rapport besteedt flink wat ruimte aan de verdere uitbouw van het EP in Brussel en vooral aan de manier waarop de Belgische regeringen zijn omgesprongen met (de informatie over) de grond aan het Luxemburgplein. Die locatie paalt aan het huidige EP, wat maakt dat de eigenaars van deze grond op voorhand reeds zo goed als zeker waren dat ze de opdracht voor de bouw van D4 en D5 zouden binnenrijven. Daarmee hadden ze een belangrijk concurrentieel voordeel op projecten van andere promotoren elders in Brussel. Een en ander maakt dat het EP geen Europese aanbesteding hoefde uit te schrijven. Toch hield het Bureau van het EP een 'marktverkenning', wat Staes en zijn collega's doet besluiten dat de administratie het uiterste heeft gedaan inzake transparantie en naleving van de regels. Op 18 november 1991 verklaarde toenmalig premier Wilfried Martens dat de gronden voor D4-D5 aan het Luxemburgplein kosteloos ter beschikking van het EP zouden worden gesteld. Tegelijk zouden de terreinen bouwrijp worden gemaakt op kosten van de Belgische regering. Deze voorwaarden werden later door Martens' opvolger Dehaene bevestigd. Op 8 maart 2001 vraagt het EP aan huidig premier Verhofstadt of deze voorwaarden ook gelden voor EP-projecten elders in Brussel. De brief werd - ook na een herinnering - niet beantwoord. In de tussenliggende periode veranderden de gronden van eigenaar. Niet langer de NMBS - en in afgeleide daarvan: de Belgische staat - maar wel de SA Promotion Leopold (dochter van SEL, de Société Espace Léopold, die tekende voor de constructie van de reeds bestaande gebouwen) bezit (de optie op) de eigendomsrechten. Het is aan deze private ondernemingen dat het EP de gronden zal moeten betalen. De Belgische staat betaalt deze op haar beurt terug aan het parlement. Deze U-bocht-constructie zorgt er alvast voor dat het EP voor voldongen feiten werd gesteld. Het EP volgt Staes in zijn analyse dat het juister ware geweest een openbare aanbesteding uit te schrijven voor de bouw van een annex aan het EP op de terreinen die eerder door de Belgische regering gratis ter beschikking waren gesteld. Het EP stelt zich dan ook openlijk de vraag of de beslissingsvrijheid van het EP door de afspraken tussen de Belgische autoriteiten en anderen is beperkt en vraagt een passend onderzoek door de bevoegde nationale en Europese autoriteiten.

De aangenomen tekst

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?