Het Europees Hof van Justitie publiceerde vandaag het lang verwachtte arrest over de vraag of een hele reeks nieuwe biotechnologieën waaronder CRISPR-Cas9 nu wel of niet moeten worden beschouwd als Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO’s) en dus ja dan neen onder de bestaande Europese GGO-wetgeving vallen.
Het Europees Hof beantwoordt die twee vragen bevestigend. Ook organismen verkregen via mutagenese, door voorstanders bestempeld als ‘new breeding techniques’, zijn onderhevig aan de Europese GGO-wetgeving uit 2001 en ze moeten dus voldoen aan alle verplichtingen die daaruit voortvloeien.
Europees parlementslid Bart Staes (Groen) reageert verheugd: “Dit is heel goed nieuws voor de voedselveiligheid, voor de landbouw, voor biodiversiteit en voor consumenten. Het is niet omdat de biotech-industrie met nieuwe technieken komt dat die zomaar volledig ongereguleerd op de markt en in het milieu mogen worden losgelaten. De Europese GGO-wetgeving uit 2001 kwam er niet voor niets.
Het Europees Hof van Justitie oordeelt nu dat dezelfde veiligheidsstandaarden van kracht zijn voor deze nieuwe technologieën. Het Hof stelt dat alleen technieken met een lange geschiedenis van veilige toepassing mogelijk niet vallen onder de drie sleutelvereisten van de Europese wet: veiligheidsevaluaties, het labelen en het zorgen voor traceerbaarheid van producten verkregen via deze nieuwe technieken. Dat is bij bijvoorbeeld CRISPR-Cas9 niet het geval.”
Staes: “Recente wetenschappelijke publicaties laten zien dat de nieuwe technieken niet zo accuraat en precies zijn als de pro-lobby al jarenlang beweert. Daarom is een serieuze impact-assessment, die naam waardig, zo cruciaal. In het DNA van de nieuwe gepatenteerde organismen worden onbedoelde veranderingen en schade aangetoond. Daarnaast dreigen dit soort van technologieën via patenten, de greep van de agrochemische giganten op onze landbouw en voedselproductie alleen maar te versterken. De European Food Safety Authority (EFSA) moet nieuwe wetenschappelijke innovaties strikt monitoren, in alle onafhankelijkheid, vrij van commerciële of politieke druk. Pas dan kan de wetgever een oordeel vellen over wat het meest in het algemene belang is.”
Staes: “Hoewel rechters noch wetenschappers niet perse het laatste oordeel moeten uitspreken in dit soort kwesties - dat komt in een democratie toe aan de wetgevende macht, parlementen en uiteindelijk burgers - is dit juridische oordeel erg van belang. De economische druk was enorm. De agrochemische lobby - denk aan Bayer (Monsanto), Syngenta-ChemChina, Corteva (ex Dow/Dupont), BASF en enkele anderen, gesteund door sommige wetenschappelijke instituten zoals het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB)- voerde de laatste jaren een bijzonder heftige lobbycampagne om de nieuwe grensverleggende technologieën volledig ongereguleerd toe te laten. Wat mij betreft een onverantwoorde houding van met belastinggeld gefinancierde instituten als het VIB.
Betekent dit dat alle wetenschappelijke onderzoek in de vuilbak moet? Geenszins, maar we moeten over die onderzoekagenda wel dringend een open en transparant maatschappelijk debat voeren. Zeker gezien het debat over de nieuwe Europese begroting voor wetenschappelijke onderzoek. En zeker gezien het dubieuze standpunt dat de Vlaamse Koninklijke Academie voor de Wetenschappen (KVAB) eind mei innam over deze kwestie.”
Staes: “De Europese Groenen zullen er nu op toezien dat de Europese Commissie het algemeen belang laat doorwegen en beslissingen neemt die bij dit arrest aanleunen. Ook hopen we dat lidstaten nu niet zelf allerlei uitzonderingen zullen toelaten. Zoals we deze week nog zagen voert het VIB met medeweten van de Belgische regering al anderhalf jaar een veldproef uit met genetisch gemodificeerde maïs gebaseerd op de CRISPR-Cas9 techniek.
Tot slot stuurt dit juridische oordeel ook een belangrijk signaal naar het internationale niveau. In het najaar starten de onderhandelingen over de status van en het naleven van het Cartagena protocol voor biodiversiteit en de Convention on Biological Diversity (CBD). Ook op dit niveau is er een schandalige lobby aan de gang. Deze lobby wordt aangevuurd door het aan het VIB verbonden PRRI, opgericht door Piet van der Meer in samenwerking met Marc van Montagu en andere commerciële lobby-platforms als ILSI, ISAAA en de Cornell Alliance for Science.
Zij proberen er samen voor te zorgen dat in het kader van deze internationale onderhandelingen over het beschermen van biodiversiteit technieken als gene editing, synthetische biologie en zogenaamde gene drives niet gereguleerd zouden worden. En ze slaagden er in om de positie van bijvoorbeeld de Nederlandse en Europese delegaties te beïnvloeden. Biodiversiteit staat onder commerciële druk en voor sommigen lijkt het er op dat het collectieve erfgoed, reeds geprivatiseerd erfgoed is geworden.”
Het arrest van het Europees Hof van Justitie kunt u hier vinden.