Vandaag maakte Europees commissaris Vestager bekend dat ze onder zeer strikte voorwaarden de in 2016 aangekondigde fusie tussen agrochemie giganten Bayer en Monsanto zal goedkeuren. “Dat is slecht nieuws voor boeren, het leefmilieu en voedselzekerheid. De agrochemische landbouwindustrie is al veel te veel geconcentreerd. Dat is eigen aan het model zelf, hetgeen een handvol enorme multinationals een nog grotere greep op de voedselproductie zal geven, ook al verzekert Vestager van niet,” reageert Bart Staes, Europees parlementslid (Groen).
Staes: “Ook al moet Bayer enkele divisies afstoten en verkopen aan BASF, het samenvoegen van twee van de grootste agrochemische bedrijven is alleen al vanuit democratisch oogpunt een ongezonde ontwikkeling. De invloed op het beleid van dit soort bedrijven zal toenemen in plaats van afnemen en het zal de noodzakelijke omschakeling naar een meer realistische , ecologische grenzen respecterende landbouw eerder vertragen of blokkeren dan ondersteunen.”
Staes is in zekere zin teleurgesteld in Vestager: “Een week geleden nog had ik een lang persoonlijk onderhoud met haar over deze kwestie, waarin ze aangaf zeer goed te beseffen welke negatieve impact deze fusie kan hebben op agrodiversiteit, voedselveiligheid, milieuvervuiling en het klimaat. En hoewel Vestager het onderzoek in deze zaak zeker zeer serieus heeft genomen en ook uitgevoerd, zoals bleek uit haar communicatie van augustus vorig jaar, stuit zelfs ‘iron lady’ Vestager hier op de grenzen van haar wettelijke bevoegdheid. Ze geeft vandaag aan dat ze eigenlijk met al deze kwesties geen rekening kan houden want ze kan en mag alleen maar oordelen op basis van competitieregels."
Het ontslaat de Europese Commissie volgens Staes niet van de plicht om er voor te zorgen dat de familiale en duurzame landbouw beter beschermd wordt tegen dit soort van internationaal agrochemische geweld. De aanstaande hervorming van het Europese landbouwbeleid kan daartoe dienen. Ook is duidelijk dat concurrentiebeleid meer rekening zou moeten kunnen houden met andere indicatoren dan louter marktmacht, zoals volksgezondheid en leefmilieu.