Exportwaan remt noodzakelijke koerswijziging af

• 2015-09-15

De Europese Landbouwministers bogen zich vandaag over hoe we uit de crisis kunnen geraken. De strategie blijft om 500 miljoen euro versnelde steun uit te betalen aan de noodlijdende boeren en meer export naar derde landen te promoten. Maar wat we nodig hebben is een totale koerswijziging weg van het allesoverheersende exportmodel, meent Bart Staes, Groen Europarlementslid.

Staes: "Wat de boeren vandaag echt nodig hebben is een radicale ommezwaai in de voedselproductie. Goedkope productie, bovendien gericht op export, speelt vooral in het voordeel van de levensmiddelenindustrie en de handel, maar de landbouwers profiteren daar niet van. En ons milieu al zeker niet. Boeren worden in een groeiscenario gedwongen dat vroeg of laat ineen moet klappen. Wat nodig is, en wat vele consumenten ook vragen, is een echt duurzame landbouw, die haar sterktes en mogelijkheden voor lokale afzet uitbreidt. We moeten af van de gedachte dat wij hier in Vlaanderen de hele wereld moeten voeden."

Staes: "Nu miljoenen investeren om Europese producten in het buitenland te gaan promoten, is geld wegsmijten. We moeten in Vlaanderen bio-producten invoeren uit het buitenland omdat de vraag groter is dan het aanbod. Tegelijk gebruiken we al onze landbouwgrond om voor de export te telen. Dit is een zeer onstabiele markt (kijk maar naar het Russisch embargo of de dalende vraag uit China naar onze melkproducten) die bovendien onze ecologische voetafdruk enorm verzwaart. Ik stel overigens vast dat steeds meer vertegenwoordigers uit de sector zelf om verandering beginnen te vragen. Het wordt tijd dat de Europese leiders luisteren naar wat de burgers bezig houdt, niet wat de grootste ondernemingen willen."

Uit cijfers van een vandaag gepubliceerde studie in opdracht van de landbouwcommissie van het Europees Parlement blijkt niet alleen dat kleinere landbouwbedrijven voor nogal wat tewerkstelling zorgen (maar niet noodzakelijk voorkomen in de statistieken), het zijn vooral de gemengde bedrijven die zorgen voor een hoog arbeidsinkomen (in België tot 5x hoger dan het EU-gemiddelde), doordat ze minder aan marktfluctuaties onderhevig zijn.

Morgenavond debatteren de Europese parlementsleden verder over de aanpak van de crisis in de melksector en de varkensvleessector.