Persberichten

AA
Europese Blunderboek: Foutenpercentage besteding Europese begroting loopt op tot 4,7 procent in 2013

De Europese Rekenkamer stelde vandaag in de anti-fraudecommissie van het Europees Parlement haar “Jaarverslag over het begrotingsjaar 2013” voor. Het kan terecht betiteld worden als een heus Blunderboek. Voor het twintigste jaar op rij geeft de Europese Rekenkamer geen volledige goedkeuring over de besteding van de Europese begroting.

Het aantal ontdekte fouten bedraagt nu 4,7 procent. Dat is een lichte verbetering t.o.v. 2012 toen het 4,8 procent was. In 2011 was dat 3,8 procent. Dat betekent dus dat in bijna 1 op 20 door de Europese Rekenkamer uitgevoerde controles er onregelmatigheden vastgesteld werden. Geëxtrapoleerd naar de totale omvang van de begroting -148,5 miljard euro in 2013- betekent dit dat bestedingsdossiers voor bijna 7 miljard euro fouten bevatten.

Bart Staes: “Dit is onaanvaardbaar en koren op de molen van de eurosceptici. Onzorgvuldig financieel beheer kan onder geen beding goed gepraat worden. Het verslag van de Rekenkamer is dan ook een oproep tot actie”.

Het vastgestelde foutenpercentage moet wel correct gelezen worden: het gaat niet om 4,7 procent fraudegevallen. Het betreft een schatting van het geld dat niet uitbetaald had mogen worden, omdat het niet in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving werd gebruikt. Typische fouten zijn betalingen voor niet-subsidiabele uitgaven of voor dossiers waarbij de aanbestedingsregels niet juist zijn toegepast.

De Europese Rekenkamer geeft zeer duidelijk weer om welk soort fouten het gaat. In 38,3 procent van de gevallen gaat het om niet-subsidiabele kosten, In 23,4 % gaat het om niet in aanmerking komende projectenen in 21,2 procent van de gevallen gaat het om een niet-correcte toepassing van de openbare aanbestedingsprocedures. En in 12,8 procent van de gevallen werd een onjuiste opgave gedaan van landbouwoppervlakten.

Grondfout ligt bij de nationale administraties

Tachtig procent van alle Europese gelden worden beheerd door de Europese Commissie in samenwerking met de administraties van de lidstaten. Het is dan ook wraakroepend dat de Europese Rekenkamer voor het tweede jaar op rij vaststelt dat de lidstaten bij de overgrote meerderheid van de ontdekte fouten voldoende informatie hadden om de fout zelf te ontdekken. Dat betekent dat de nationale administraties alle informatie in handen hadden om niet tot uitbetaling van de Europese gelden over te gaan. Uitschieters zijn de administraties en beleidsterreinen Plattelandsontwikkeling, Milieu, Visserij en Gezondheid. Het foutenpercentage bedraagt hier 6,7 procent. Indien de lidstaten hun werk goed hadden gedaan, dan was het geschat foutenpercentage daar slechts 2 procent geweest.

Ook op de beleidsterreinen Regionaal Beleid, Energie en Transport beschikten de nationale autoriteiten over voldoende informatie om de fouten te ontdekken. Hadden ze hun werk goed gedaan dan was het foutenpercentage verminderd van 6,9 procent naar 3,9 procent. In de sector Tewerkstelling en Sociale Zaken zouden serieuze controles door de lidstaten leiden tot een vermindering van het foutenpercentage van 3,1 procent naar 1,8 procent!

Aan de schandpaal nagelen

Uit het Rekenkamerverslag blijkt dat een beperkt aantal lidstaten verantwoordelijk is voor 80 procent van de gemaakte fouten. De antifraude commissie van het Europees Parlement moet dan ook de ministers van Financiën van de lidstaten uit te nodigen voor een confrontatie en gesprek over deze ontoelaatbare praktijken in hun landen.

Niet alleen controleren op kwantiteit maar ook op kwaliteit

Het is duidelijk dat steeds meer lidstaten de Europese Begroting zien als een enorme melkkoe. In tijden van soberheid en besparingen worden de Europese middelen nog louter beschouwd als “een welgekomen extraatje”. Dat geld wordt steevast met minder zorg en verantwoordelijkheid besteed. De Europese Rekenkamer stelt duidelijk dat bij het gedeeld beheer de lidstaten er vooral op uit zijn het hen toegekende geld te besteden, ongeacht de kwaliteit van de projecten. Die praktijk moet verdwijnen. De EU is er niet om om het even welk project te financieren maar moet erop toezien dat de bestede middelen meerwaarde bieden. "Value for money" moet een leidend begrip worden, ook bij de controles door de Rekenkamer.

Actieplan nodig

Bart Staes: “Europees besteed geld is geld van de Europese belastingbetaler. En dat moet goed besteed worden. De door de Europese Rekenkamer gepubliceerde “Oproep tot actie” kan niet zonder gevolg blijven. Commissaris Georgieva gaf in haar eerste toespraak tot de leden van de antifraudecommissie van het EP de eerste contouren mee van zo'n actieplan. Bart Staes wil dat de Commissie een duidelijk overzicht geeft van de lidstaten die in gebreke blijven en blijkbaar geen of onvoldoende controle uitoefenen op de besteding van Europese gelden. Gelden die onterecht uitbetaald worden, moeten teruggevorderd worden en kunnen niet langer in het betrokken land besteed worden.

“Voorts moeten de Ministers van Financiën jaarlijks een “Verklaring van goed Bestuur” afleveren waarin ze jaarlijks aangeven welke Europese gelden naar hun land vloeiden, in welke beleidsterreinen dat geld besteed werd, aangegeven werd dat er voldoende interne controle werd georganiseerd op de besteding van de middelen en de garantie wordt gegeven dat het foutenpercentage zo goed als nul is. Wanneer er nadien toch fouten vastgesteld worden kan de politieke verantwoordelijkheid van de betrokken politicus vastgesteld worden. Ook dat is Naming en Shaming. Ik ben blij dat Commissaris Georgieva meestapt in deze redenering”, aldus Groen-parlementslid Bart Staes.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?