Europese afvalwetgeving: Milieucommissie steunt omslag naar kringloopeconomie

• 2018-02-27
• Gezondheid & consumenten Milieu & dierenwelzijn Geldzaken & handel Europa in de wereld

Europa gaat de afvalwetgeving flink verbeteren. Belangrijkste punten in de deal waar de milieucommissie dinsdag haar steun voor uitsprak, zijn het uitfaseren van het storten van afval en bindende doelstellingen voor recycling. Europarlementslid Bart Staes is vooral tevreden met de omschakeling in denken over afval: “De omslag naar een kringloopeconomie is even noodzakelijk als onvermijdelijk.”



De milieucommissie van het Europees Parlement stemde dinsdagochtend formeel in met de deal die onderhandelaars namens het Europarlement bereikten met vertegenwoordigers van de EU-landen. Deze herziening is een flinke verbetering van de huidige afvalwetgeving. Staes: “Heel belangrijk: We gaan het storten van afval uitfaseren. Ook hebben we een aantal bindende doelstellingen vastgesteld die ervoor zullen zorgen dat we steeds meer afval gaan recyclen.”

Verder springen ook de extra verplichtingen rondom gescheiden inzameling van afval in het oog, een absolute noodzakelijkheid om hoge kwaliteit van recycleerbaar materiaal te garanderen. “Ons huidig lineaire economische model waarin we telkens nieuwe grondstoffen winnen om ze vervolgens weg te gooien alsof het niets is, is onhoudbaar. Zie de recente discussie rond batterijen en Umicore, dat terecht wijst op de enorme hoeveelheden kobalt die in afgedankte GSM-batterijen zit”, aldus Staes. “Nooit eerder is zo duidelijk in EU-wetgeving vastgelegd dat we daar vanaf moeten. Nu is het zaak om door te pakken.”

Naast de afvalkant van de circulaire economie, moet ook veel beter gekeken worden naar de productiekant. Want nog beter dan slim omgaan met 'afval', is om het creëren ervan überhaupt te voorkomen. Een herziening en uitbreiding van de eco-designrichtlijn is in dat opzicht een no-brainer. “Die wetgeving moeten we zo snel mogelijk aanscherpen”, stelt Staes.

Nu de milieucommissie akkoord is met de deal, moet het voltallige Europees parlement er zich nog over uitspreken. Een formaliteit die waarschijnlijk tijdens de plenaire zittingsweek van 12 maart zal plaatsvinden.