Commissie en Parlement over gelijke rechten aan ingezetenen uit 'derde landen'. Europees Parlement wil stemrecht voor migranten in EU-lidstaten

• 2002-02-05

Zij steunen ook het voorstel dat de kennis van de taal van de lidstaat ziet als integratievoorwaarde. Het rapport-Ludford is een evaluatie van een voorstel voor een richtlijn van de Europese Raad (COM(2001) 127 - C5 0250/2001 - 2001/0074 (CNS)). Deze richtlijn werd behandeld in de EP-commissie Vrijheden en Rechten van de Burger, Justitie en Binnenlandse Zaken, kortweg LIBE. De toepassing van de richtlijn zal resulteren in gelijke rechten voor EU-burgers en langdurig ingezetenen. Het gaat dan onder meer om de toegang tot werk, onderwijs en huisvesting, sociale bescherming en vrijheid van vereniging. Ook mensen met een vluchtelingenstatus komen hiervoor in aanmerking. Personen die tijdelijk in de EU verblijven, bv. studenten, vallen buiten het oogmerk van de richtlijn. Bij de andere rechten die lidstaten nog zouden kunnen verlenen, vraagt de commissie-LIBE expliciet het stemrecht op plaatselijk, nationaal en Europees niveau. Tot de voorwaarden voor het verkrijgen van de status van ingezetene behoren o.m. een verblijf van minstens 5 jaar in een EU-lidstaat en het kunnen aantonen te beschikken over stabiele inkomsten. Aanvragers die een actuele bedreiging vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid wordt het statuut geweigerd. Amendementen op de oorspronkelijke tekst van de Europese Commissie stellen dat ook de kennis van de taal van de lidstaat deel uitmaakt van de maatschappelijke integratie. De langdurig ingezetenen krijgen een EG-verblijfsvergunning van tien jaar, die automatisch wordt verlengd. Dat betekent dat een langdurig ingezetene onder voorwaarden ook in een andere lidstaat dan deze die het statuut heeft toegekend, kan verblijven. Hier zijn Nelly Maes en Bart Staes van oordeel dat één van de aanvullende voorwaarden hiervoor opnieuw een voldoende kennis van de taal van die lidstaat is. Ofschoon het Europees parlement in deze slechts een adviserende bevoegdheid heeft, verwachten beide Spirit-europarlementsleden toch dat Europa rekening zal houden met dit advies. In het verleden heeft de Raad immers verzuimd deze materie over te laten aan Europa. Juist het gebrek aan Europese regelgeving wordt nu door tal van lidstaten gebruikt (misbruikt?) als argument om problemen met de integratie van miranten voor zich uit te schuiven. Het resultaat van de stemming toont aan dat….