Kolencentrales sluiten, minder afhankelijk worden van de import van fossiele brandstoffen en kerncentrales sluiten. Het kan allemaal, maar dan moet er wel politieke wil zijn om met alternatieven te komen. Europees parlementslid Bart Staes (Groen): "Een Europese Energie-Unie is zo een alternatief. Maar de vandaag voorgestelde State of the Energy Union laat zien dat deze cruciale Europese ambitie een versnelling hoger mag. We moeten er als EU voor zorgen dat we veel efficiënter omgaan met energie, volledig inzetten op duurzaam energieverbruik, en de Europese energiemarkt integreren. België doet het niet goed: de fact sheet van de Europese Commissie over de staat van het Belgische energie- en klimaatbeleid laat immers zien dat ons land op sommige vlakken ernstige steken laat vallen en verkeerde beleidskeuzen maakt."
Tijdens de presentatie van de "Staat van de Energie-Unie" vandaag in het Europees Parlement is wederom gebleken dat de Europese Commissie zich veel te voorzichtig opstelt. Staes: “Onze energiemarkt vraagt om rigoureuze veranderingen. Europa mist straks de boot vanwege halfzacht beleid. Neem de nationale energieplannen die lidstaten moeten opstellen. In plaats dat de Commissie bindende richtlijnen vaststelt, blijft de invulling volledig vrijblijvend. Elke vorm van Europese sturing wordt vermeden. Ondertussen hebben we te maken met gefragmenteerd energiebeleid wat tot onnodig hoge energieprijzen leidt. Met name in België liggen de prijzen voor gas en elektriciteit voor zowel bedrijven als burgers boven het EU-gemiddelde."
Verder weigert de Europese Commissie met een plan te komen om de EU number one in renewables te maken, zoals vorig jaar met veel bombarie werd aangekondigd, en laat de Commissie het na om innovatieve bedrijven zekerheid te verschaffen. Deze bedrijven staan te springen om duidelijke plannen en ambitieuze doelstellingen voor duurzame energie en energiebesparing.
De Belgische regering kan hier aankomende donderdag verandering in brengen als de lidstaten de Energie-Unie bespreken in de Energie Raad. Dat veranderingen niet alleen nodig zijn voor Europa als geheel maar juist ook voor een land als België is wederom gebleken uit de genoemde analyse van de inspanningen van lidstaten door de Europese Commissie.
Staes: "België komt er niet goed uit. We hebben een groot tekort op de energiehandelsbalans. In een tijd waarin we te maken hebben met ontwrichtende klimaatverandering en het Midden-Oosten in brand staat, lijkt mij dat zeer onverstandig beleid. "
Andere concrete Belgische tekortkomingen die de Europese Commissie benoemt:
Staes: "Er wordt vooruitgang geboekt, maar niet door overheden. Eerder door burgers, sectoren en minder economische groei. Dit is beschamend. Europa zal onder de vlag van het 'Cohesiebeleid' de komende jaren ruim 200 miljoen euro investeren in België op het vlak van duurzame energie, energiebesparing en onderzoek en ontwikkeling."
Maar de EU mag gerust wat meer ambitie tonen, meent Staes: "'De plannen van de Europese Commissie rond de creatie van een interne Europese energiemarkt klonken begin dit jaar fantastisch. Europa moest minder afhankelijk worden van buitenlandse energiebronnen en tegelijkertijd de CO2-uitstoot terugdringen. Het voorstel begon met een visionaire intro, die door de groenen geschreven had kunnen zijn, maar bood in concreto te weinig nieuws."
Staes: "De retoriek klonk en klinkt nog steeds als wereldvrede: daar kan niemand tegen zijn. Maar het blijft bij retoriek, de Energie-Unie wijkt weinig af van het magere beleid dat we nu al hebben. Dit is niet het vlaggenschip dat de EU nodig heeft de komende jaren. Daarom moest ik destijds denken aan die fameuze uitspraak van Albert Einstein: 'We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them'. Dit plan biedt helaas teveel van het 'oude denken'. "
In plaats van te streven naar echte energieonafhankelijkheid, bijvoorbeeld door te investeren in windenergie op zee en andere innovatieve en decentrale projecten, stelt de Commissie voor om gas niet alleen uit Rusland, maar ook uit Azerbeidzjan en Turkmenistan (en in de toekomst Iran?) te importeren via Turkije. “Daar schieten we dus niets mee op”, besluit Staes.