(24/02/05) Ongewenste Europese vissersboten toch naar Tsunami-rampgebied

• 2005-02-24

Met een meerderheid van 429 stemmen voor, bij 105 tegen en 26 onthoudingen heeft het Europees parlement vanmiddag beslist om de mogelijkheid te scheppen om overbodige en verouderde Europese vissersboten naar het Tsunami-rampgebied te laten verschepen. De Europese Groene fractie stemde tegen, daarin gesteund door onder meer een negatief advies van de VN-voedsel en landbouworganisatie FAO. Groen!-europarlementslid Bart STAES begrijpt niet dat het parlement deze keuze heeft gemaakt: "Dit soort boten is onaangepast. De vissers ter plekke gebruiken veel kleinere boten die gefabriceerd worden door de lokale bevolking. Het verschepen van Europese vissersboten zal niet alleen bijdragen tot een verdere overbevissing, het is ook negatief voor de wederopbouw van de lokale economie." "In de wandelgangen hoor je veel EP-leden zeggen dat ze dit een onzinnig voorstel vinden," zegt Staes, "maar dat ze uit schrik voor de reactie van de publieke opinie niet anders durven. Op papier is dit dan ook een mooi verhaal: boten die eigenlijk voor de schroot bestemd zijn worden opgekalefaterd en aan de dompelaars uit het rampgebied geschonken. Maar in de praktijk zijn de kleine lokale vissers - en in afgeleide de botenbouwers - hier het slachtoffer van. Enkelingen krijgen immers de Europese vaartuigen, maar velen verliezen hierdoor wel hun job en inkomen. Te vrezen valt bovendien dat bij gebrek aan wisselstukken deze sloepen binnenkort onbenut op een of ander strand zullen liggen weg te roesten." In haar voorstel zegt de Commissie twee keer expliciet dat ze rekening wil houden met FAO-adviezen. Staes schreef twee dagen voor de stemming een brief aan de FAO, waarbij hij het Commissievoorstel omschrijft en om een mening vraagt. Het antwoord laat, bij monde van Dhr. Ichiro Nomura, weinig aan de verbeelding over: "(...) sommige landen zullen de schepen moeilijk kunnen gebruiken. Bovendien waren de visvoorraden in de getroffen landen al bedreigd voor de tsunami. (...) De FAO heeft geen enkel verzoek ontvangen van de regering van de getroffen landen om de invoer van gebruikte of nieuwe vissersboten te vergemakkelijken. Meer nog: FAO-adviseurs inzake visserij in Indonesië en Sri Lanka hebben te kennen gegeven dat geen van beide landen de invoer van vissersboten als wenselijk beschouwt. Zij geven de voorkeur aan de lokale productie van vervangende vissersboten om te verzekeren dat deze aangepast zijn aan de noden van de lokale tradities en vismethoden." "De Europese Groenen delen de bezorgdheid voor de de wederopbouw van het rampgebied in Zuidoost-Azië en voor de leefbaarheid van de visserijsector ter plekke. Maar dit is een slecht voorstel waar ook organisaties als het WWF ernstige bedenkingen bij hebben. De FAO verzekert dat er ter plekke voldoende kennis is om aangepaste boten te produceren. Laten we dan iets van het geld dat we nu willen spenderen aan deze witte olifanten, gebruiken om daar een sector opnieuw op te starten." - Achtergrondinformatie Bijlage: de integrale versie van de brief van de FAO als reactie op Staes' schrijven en gericht aan EP-lid Morillon, voorzitter van de Visserijcommissie van het EP (dd. 22/02/05). Dear Mr. Morillon, Following the recent receipt of a number of informal requests, and the receipt today of a written request from Mr Bart Staes, MEP Flanders, regarding the views of FAO concerning the European Commission proposal on transfers of fishing vessels to countries affected by the tsunami, I thought it might be appropriate for me to respond to you in your capacity as Chairman of the Committee on Fisheries. FAO shares the concerns of the European Commission about the need to quickly restore productive capacities and livelihoods in the fisheries of the tsunami-affected areas. The Commission quite rightly stresses the importance that the needs of the countries have to be the guideline for the rehabilitation working to promote long-term sustainability of fisheries activities. As there are several structural differences between the vessels of the North Atlantic and those vessels commonly used in the affected areas, operations and maintenance concerns will arise with hulls, engines and deck machinery, hence it may be difficult for countries to use such vessels. In addition, most of the fish stocks in these affected countries were already in an overexploited state before the tsunami, consequently rehabilitation should take into account the limited biological potential to move towards the above noted responsible and sustainable fishing practices. We have taken note of the Proposal of 10 February 2005 of the Commission of the European Communities for a Council Regulation amending Regulation (EC) No 2792/1999 with respect to transfers of vessels to countries hit by the Tsunami in 2004. FAO is specifically referenced in the proposed Council Regulation in: • Paragraph 4 for local needs recorded by FAO; • Paragraph 9 with respect to monitoring of implementation for consistency with common fisheries policy and long term sustainability of fishing activities; and • Article 1 (1) (b) (iii) noting that the transfer must meet the needs identified by the FAO and be in accordance with the third country’s requests. As regard Paragraph (4) and Article 1(b) (1) (iii), FAO has not received any request from the Governments of the tsunami affected countries to facilitate the importation of used or new fishing vessels. In fact, FAO fisheries advisors deployed to Indonesia and Sri Lanka have reported that neither country has considered the importation of fishing vessels as a desirable measure. They report that Governments and fisherfolk in the affected countries have expressed their preference for the local construction of replacement fishing vessels to ensure they are best suited to meet the requirements of local traditions and fishing methods. It is also reported that adequate boatbuilding capacities either exist or can be set up on a temporary basis within the affected regions to meet local needs. With regard to paragraph (9), FAO has been requested to assist some governments of the affected countries in the coordination of relief and rehabilitation measures to rebuild the destroyed or damaged fishing fleets taking due account of the need to avoid the creation of fishing overcapacities and attaining long-term sustainable fisheries. In this context, available information confirms that many of the fisheries in the southern Bay of Bengal have been heavily fished or overexploited prior to the tsunami disaster. We, therefore, welcome close collaboration with the Commission in the eventual setting up of a monitoring system. Further to Article 1 (1) (b) (iii), FAO is continuing the needs assessment in the affected countries and would like to collaborate with the Commission, EU Member States, and the countries concerned, in the identification of needs and requirements for the rebuilding of fishing fleets. With kind regards, Yours sincerely, Ichiro Nomura Assistant Director-General Fisheries Department