Veiligheidsproblemen Onur Air (Schriftelijke vraag E-0075/07)

• 2007-03-16

Op dinsdag 9 januari werd bekend dat bij een toestel van de Turkse luchtvaartmaatschappij Onur Air tijdens een vlucht een deur opensprong. Daardoor daalde de druk in de cabine.

Onur Air werd midden 2005 al aan de grond gehouden door onder meer Nederland. De luchtvaartmaatschappij komt niet voor op de zgn. 'zwarte lijst', ondanks het feit dat er zich meerdere incidenten met haar toestellen hebben voorgedaan.

Kan de Commissie meedelen of de zgn. RAMP-checks, opgelegd door de SAFA-richtlijn, tussen mei 2005 en heden resultaten te kennen gaven die deden vermoeden dat (de toestellen van) Onur Air ernstige veiligheidsproblemen kent?

Is Onur Air - gezien zijn reputatie - tijdens de periode mei 2005 tot op heden onderworpen aan extra (strenge) veiligheidscontroles en zo neen waarom niet?

Is de Commissie bijkomend bereid om toch een zekere mate van publieke transparantie in te bouwen zodat conclusies van deze checks kunnen worden geraadpleegd?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS BARROT (15 maart 2007)

Het vliegverbod dat verscheidene lidstaten aan de maatschappij Onur Air hadden opgelegd, is in mei 2005 opgeheven omdat de Turkse autoriteiten en de betrokken maatschappij zelf zich ertoe verbonden hebben een actieplan uit te voeren dat gepaard gaat met strengere controles en met de oprichting van communicatiekanalen die het mogelijk maken de evolutie van de situatie te volgen.

In het kader van het comité dat is opgericht bij Verordening (EEG) nr. 3922/91 hebben alle lidstaten aanvaard deel te nemen aan de strengere controles van de luchtvaartuigen van deze maatschappij. In 2005 is Onur Air 160 keer gecontroleerd, in 2006 58 keer. Uit de resultaten van deze controles is gebleken dat de tijdens de inspecties vastgestelde tekortkomingen aanzienlijk zijn gedaald en dat er geen specifieke veiligheidsproblemen bestaan bij deze maatschappij.

Wat de toegang tot de inspectieverslagen betreft, zijn in Richtlijn 2004/36 , die op 21 april 2004 door het Parlement en de Raad is aangenomen, bepalingen inzake vertrouwelijkheid opgenomen. Uit ervaring is overigens gebleken dat bij de analyse van deze verslagen rekening moet worden gehouden met de algemene context van het inspectiesysteem, de frequentie van de inspecties enz. Dat is waarom deze verslagen slechts één van de elementen is waarmee rekening wordt gehouden door de diensten van de Commissie die bevoegd zijn voor de opstelling van de lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod wordt opgelegd in de Gemeenschap.