AA
Vaccinatie tegen varkenspest

Na de recente haarden van varkenspest in East Anglia moet misschien een andere strategie overwogen worden tegen de verspreiding van het virus.

In het verleden werden reeds vragen gesteld over de mogelijkheid om de varkensstapel preventief te vaccineren. De Commissie acht een dergelijke aanpak echter niet aangewezen. Zelfs eerdere pesthaarden in de Belgische federatie, Nederland, Bretagne en de Duitse Bondsrepubliek vormden volgens de Commissie geen voldoende aanleiding voor een preventief vaccinatieprogramma. Ze was wel bereid bijkomend onderzoek te verrichten naar een vaccin tegen varkenspest.

Acht de Commissie het niet wenselijk over te gaan tot een doorgedreven vaccinatieprogramma tegen varkenspest, gezien de ontoereikende resultaten van de uitdovingsstrategie? Kan op basis van het onderzoek naar een vaccin tegen varkenspest snel van start worden gegaan met zo'n programma?

Antwoord

De Commissie is zich terdege bewust van de problemen bij de bestrijding van de klassieke varkenspest.

De afgelopen jaren zijn er aanzienlijke inspanningen geleverd om de situatie te verbeteren, onder meer door financiering van een grootschalige laboratoriumproef met de onlangs ontwikkelde 'markervaccins'.

Zeer kortgeleden, namelijk op 15 september 2000, heeft de Commissie een voorstel ingediend voor een nieuwe richtlijn inzake de bestrijding van de varkenspest, waarin lering is getrokken uit de recente pesthaarden in Europa en rekening is gehouden met de ontwikkeling van nieuwe vaccins.

Het voorstel van de Commissie bevat ook bepalingen inzake de vaccinatie, die volledig aansluiten bij het advies dat het wetenschappelijk comité in 1997 terzake heeft uitgebracht.

Noch het wetenschappelijk comité noch de Commissie in haar voorstel gaan uit van een terugkeer naar een algemeen preventief vaccinatiebeleid, en wel voornamelijk om drie redenen.

De eerste reden betreft de twijfelachtige resultaten van een beleid van preventieve vaccinatie voor de bescherming van de varkensstapel in de Gemeenschap.

Na het verbod op preventieve vaccinatie is het aantal gevallen van klassieke varkenspest het afgelopen decennium gedaald — zij het slechts in geringe mate — ten opzichte van de tien jaar daarvoor, toen op grote schaal werd ingeënt.

De tweede reden betreft de hoge kosten van algemene vaccinatie.

Als deze aanpak in de Gemeenschap zou worden toegepast, zouden jaarlijks meer dan 200 miljoen varkens moeten worden ingeënt. De hiermee gemoeide kosten zouden waarschijnlijk meer dan 100 miljoen euro per jaar bedragen.

Tenslotte moeten de gevolgen van vaccinatie tegen varkenspest op de uitvoer van varkens en varkensproducten vanuit de Gemeenschap in aanmerking worden genomen.

Gevaccineerde varkens en vlees daarvan kan internationaal niet vrijelijk worden verhandeld, want als de gevaccineerde dieren besmet zijn met het klassieke varkenspestvirus, zijn ze weliswaar schijnbaar gezond, maar kunnen ze als dragers van het virus voor een verdere verspreiding van de ziekte zorgen.

Momenteel bedraagt de zelfvoorzieningsgraad van de Gemeenschap in de varkenssector ongeveer 107%. Bij vaccinatie zouden er strenge uitvoerbeperkingen worden opgelegd door veel handelspartners van de Gemeenschap, vooral de belangrijkste, zoals de Verenigde Staten, waar vaccinatie verboden is. Als gevolg daarvan zou de gehele varkenssector in de Gemeenschap in een zeer ernstige crisis terechtkomen.

Het nieuwe voorstel van de Commissie bevat evenwel bepalingen over het mogelijke gebruik van markervaccins in het kader van het bestaande beleid om niet te vaccineren.

Dit beleid voorziet reeds in de mogelijkheid van noodvaccinatie na het uitbreken van de ziekte, als het gevaar bestaat dat de situatie onbeheersbaar wordt.

In beginsel moet bij gebruik van markervaccins onderscheiden kunnen worden tussen gevaccineerde, gezonde varkens en gevaccineerde, maar besmette varkens. Dan zouden dieren die als niet besmet zijn erkend, alsmede producten daarvan kunnen worden verhandeld. Dit zou het mogelijk maken om op grotere schaal met deze vaccins in te enten.

Er moet echter nog een aantal technische problemen worden opgelost, zoals blijkt uit de door de Commissie ondersteunde proef. Deze problemen houden verband met de doeltreffendheid van de thans beschikbare markervaccins in noodsituaties en de betrouwbaarheid van de begeleidende onderscheidingstests.

Daarom benadert de Commissie het gebruik van deze vaccins met de nodige omzichtigheid.

Het is echter niet mogelijk preventieve vaccinatie als veldproef uit te voeren, omdat niet te voorspellen valt in welk deel van de Gemeenschap de volgende uitbraak van klassieke varkenspest zich zal voordoen.

Alleen in dat geval kan behoorlijk worden geëvalueerd in hoeverre preventieve vaccinatie doeltreffend is. Daarnaast zouden voor de varkens in het gebied waar een dergelijke proef zou worden gehouden, bepaalde handelsbeperkingen gelden, althans totdat de resultaten van de proef erop wijzen dat preventieve vaccinatie niet schadelijk is voor de overige varkens in de Gemeenschap.

Om deze redenen is een veldproef in de Gemeenschap niet haalbaar, tenzij men een poging tot bestrijding van de ziekte in een noodsituatie als proef wil beschouwen.

Die mogelijkheid maakt al deel uit van de communautaire wetgeving.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?