Uitstapregeling ambtenaren (Schriftelijke vraag E-4057/05)

• 2006-04-10

Tijdens de afgelopen zomer raakte bekend dat ongeveer 340 Europese ambtenaren plaats moeten maken voor nieuwe collega's uit de nieuwe lidstaten. Met name de opstapregeling veroorzaakte nogal wat ophef. Onder de ambtenaren zouden er enkele zijn die op hun vijftigste een pensioen zouden krijgen van maandelijks 9.000 euro. De berichtgeving over deze wisseling van ambtenaren en de talloze mails die ik hierover mocht ontvangen waren en zijn in extreme mate negatief voor de Unie en haar instellingen. De onduidelijkheid die hierover heerst berokkent de Unie - die toch al onder vuur ligt - bijzonder veel schade.

Ten einde correcte informatie te kunnen verschaffen aan al deze burgers, vraag ik de Raad dan ook of hij bereid is mij een gedetailleerd overzicht te verschaffen over het aantal ambtenaren waarover het hier gaat en over de exacte voorwaarden waaronder zij kunnen uitstappen?

Kan de Raad bovendien meedelen of en vooral ook hoe hij deze vervanging van personeel in de toekomst zal doorvoeren?

Welke actie zal de Raad, tot slot, ondernemen om beslissingen zoals deze - mochten die legitiem zijn - op een adequate en bovenal correcte manier mede te delen aan de Europese burgers?

***

ANTWOORD (10 april 2006)

De vraag van het geachte Parlementslid lijkt betrekking te hebben op Verordening (EG) nr. 1747/2002 van de Raad van 30 september 2002 tot vaststelling, in het kader van de modernisering van de instelling, van b?zondere maatregelen inzake beëindiging van de dienst door ambtenaren van de Europese Gemeenschappen die in vaste dienst z?n aangesteld b? de Raad van de Europese Unie (Publicatieblad L 264 van 2 oktober 2002). Twee soortgelijke verordeningen zijn door de Raad vastgesteld voor de Commissie en voor het Europees Parlement.

In artikel 2 van genoemde verordening wordt het totale aantal ambtenaren genoemd ten aanzien waarvan de maatregel bij de Raad kan worden toegepast (94), evenals de verdeling per categorie/groep, te weten 12 A, 22 LA, 8 B, 44 C, en 8 D. Deze verordening is uitgevoerd van 1 juni 2003 tot en met 31 december 2004, en is toegepast ten aanzien van 91 ambtenaren van de Raad, en wel met volledige budgettaire neutraliteit (gemiddeld vergoedingspercentage van 62,5% voor de twee begrotingsjaren 2003 en 2004 - zie bijlage bij de verordening).

De selectiecriteria die duidelijk maken wat onder "modernisering van de instelling" wordt verstaan, staan in de tweede alinea van artikel 3 van de verordening, te weten voorrang voor ambtenaren die getroffen zijn door reorganisatiemaatregelen of maatregelen voor heroriëntatie van de personele middelen op de kerntaken, met name via herindeling van personeel, en wier vakbekwaamheid niet voldoende in overeenstemming is met de te vervullen functies.

De geldelijke voorwaarden zijn uitgebreid beschreven in de artikelen 4 e.v. van de verordening. Er wordt momenteel niet overwogen opnieuw een dergelijke afvloeiingsregeling toe te passen. Het antwoord op uw laatste vraag ligt besloten in het feit dat genoemde verordening is bekendgemaakt in het Publicatieblad.