AA
Terugbetaling vliegtuigtickets door maatschappijen die op de zwarte lijst voorkomen (Schriftelijke Vraag E-5684/07)

De Europese wetgever heeft er terecht rekening mee gehouden dat het simpele feit dat luchtvaartmaatschappijen op de de zgn. ‘zwarte lijst’ kunnen terechtkomen, de consumenten niet mag duperen. Deze kunnen zich in voorkomend geval wenden tot de gewraakte luchtvaartmaatschappij of hun ‘luchtvervoerscontractant’ (bv een internetbroker ) om de terugbetaling van hun ticket te vragen. Dit gebeurt op basis van Verordening (EG) nr. 2111/2005 [1]en Verordening (EG) nr. 261/2004 [2].


Dit blijkt evenwel gemakkelijker gezegd dan gedaan. Noch Mahan Air noch de voor haar optredende luchtvervoerscontractant(en) komen deze verplichtingen blijkbaar na. Daarover bereikten mij inmiddels, onafhankelijk van elkaar, drie klachten.


- Is dit probleem de Commissie bekend en welke stappen zal zij ondernemen om de gedupeerden schadeloos te stellen of terzake preventieve maatregelen voor te stellen?

- Heeft dit probleem zich nog voorgedaan bij andere luchtvaartmaatschappijen en zo ja, welke oplossing is daarvoor uitgewerkt?

- Erkent de Commissie dat de individuele consument hiertegen zo goed als machteloos staat, aangezien een juridische procedure lang kan aanslepen en bovendien erg duur kan zijn, en in de luchtvaartsector nog geen buitengerechtelijke verhaalmiddelen bestaan (zgn ‘ADR’ of ‘ODR’)?

- Zal de Commissie hiertegen bijgevolg maatregelen nemen en zo ja, welke zullen dat zijn?

- Is de Commissie bereid om eventueel het vliegverbod net zo lang te laten gelden totdat alle tickets correct zijn terugbetaald en zo neen, waarom niet?- Ziet de Commissie een andere stok achter de deur om deze luchtvaartmaatschappijen en hun luchtvervoerscontractanten (bv. internetbrokers) te dwingen het Europees recht na te leven?




[1] PB L 344 van 27.12.2005, blz. 15.

[2] PB L 46 van 17.2.2004, blz. 1.

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS KUNEVA (op 24 januari 2008)

De Commissie heeft slechts een paar brieven ontvangen over het door de geachte Parlementsleden in hun vraag aan de orde gestelde probleem. Zodra een luchtvaartmaatschappij op de zwarte lijst wordt geplaatst, moet zij haar activiteiten op het grondgebied van de EU staken. Dit betekent dat die maatschappij in de EU geen verkeersrechten meer heeft (de verkeersrechten worden opgeschort zolang de maatschappij op de communautaire lijst staat) en dat haar vluchten bijgevolg worden geannuleerd. In dat geval hebben passagiers recht op terugbetaling van hun tickets of op een andere vlucht om hun reis te vervolgen. Met betrekking tot de handhaving van deze bepalingen stelt artikel 13 van Verordening 2111/2005[1]: "De lidstaten zien toe op de naleving van de bepalingen van dit hoofdstuk en voorzien in sancties voor overtreding. De sancties moeten doeltreffend en evenredig zijn en een afschrikkende werking hebben".


Is wetgeving eenmaal door de Europese Unie goedgekeurd, dan is het aan de lidstaten om hun nationale wetgeving in overeenstemming te brengen met de Europese en ervoor te zorgen dat die wordt nageleefd. De Commissie heeft niet het recht zich in particuliere geschillen tussen ondernemingen en consumenten te mengen. De Commissie kan slechts tussenbeide komen in gevallen waarin nationale wetgeving niet in overeenstemming is met de Europese, of in gevallen waarin deze wetgeving door de lidstaten niet correct wordt toegepast. Daarom kan de Commissie niet optreden om degenen die in de door de geachte Parlementsleden genoemde gevallen werden gedupeerd doordat Mahan Air op de zwarte lijst is geplaatst, schadeloos te stellen. In dergelijke gevallen moeten burgers de zaak voorleggen aan de bevoegde autoriteit van het land waar hun terugbetaling van het ticket geweigerd werd, tegelijk met een verzoek aan die autoriteit om op te treden ten aanzien van de luchtvaartmaatschappij of het land van die maatschappij.


In dit verband valt ook te denken aan Richtlijn 93/13/EEG van 15 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten[2]. De bepalingen van Verordening (EG) nr. 2111/2005 zijn bindend. Indien een luchtvaartmaatschappij vervoersvoorwaarden introduceert die haar aansprakelijkheid in de door de geachte Parlementsleden genoemde situaties beperken, kan Richtlijn 93/13/EEG van toepassing zijn. Volgens deze richtlijn, die van toepassing is op alle consumentenovereenkomsten, is een contractueel beding dat, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort, niet bindend voor de consument.


De Commissie is niets bekend van andere gevallen met andere luchtvaartmaatschappijen.


Krachtens Verordening 261/2004/EG[3]moeten de lidstaten handhavingsinstanties in het leven roepen die voornamelijk tot taak hebben klachten van passagiers te behandelen en ervoor te zorgen dat de rechten van de passagiers worden geëerbiedigd. Daarnaast kunnen consumenten zich in veel lidstaten ook wenden tot instanties voor alternatieve geschillenbeslechting, die ook geschillen met betrekking tot de luchtvaart behandelen. Bij een grensoverschrijdend geschil, bijvoorbeeld als de consument zijn ticket bij een verkooppunt van de maatschappij in een andere lidstaat heeft gekocht, kan hij contact opnemen met het nationaal contactpunt voor het netwerk van Europese bureaus voor consumentenvoorlichting. Dit werd door de Commissie en de lidstaten opgezet om de Europese burgers bij grensoverschrijdende consumentenproblemen te helpen.


Luchtvaartmaatschappijen worden uitsluitend op de communautaire lijst geplaatst op grond van veiligheidsoverwegingen: op basis van de gemeenschappelijke criteria die zijn opgenomen in de bijlage bij de verordening en die uitsluitend betrekking hebben op de veiligheidssituatie bij een luchtvaartmaatschappij, haar vermogen en bereidheid om de veiligheidstekortkomingen ongedaan te maken en het vermogen en de bereidheid van de bevoegde autoriteit om haar verplichtingen inzake toezicht naar behoren te vervullen en ervoor te zorgen dat de veiligheidsnormen in acht worden genomen. Het is belangrijk dat niet aan de duidelijkheid van deze criteria getornd wordt teneinde te voorkomen dat in de zwarte lijst nog andere factoren (financiële, commerciële, klantenservice) een rol gaan spelen, waardoor die gepolitiseerd dreigt te raken.


Voor een antwoord op hun laatste vraag verwijst de Commissie de geachte Parlementsleden naar haar antwoord op de eerste vraag.




[1] Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij, en tot intrekking van artikel 9 van Richtlijn 2004/36/EG, PB L 344 van 27.12.2005.

[2] PB L 95 van 21.4.1993.

[3] Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappel©¦ke regels inzake compensatie en b©¦stand aan luchtreizigers b©¦ instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 295/91, PB L 46 van 17.2.2004.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?