AA
Taaldiscriminatie bij de aanwerving van personeelsleden in de Belgische federatie

In antwoord op mijn schriftelijke vraag van 19 maart 2001 antwoordt de minister begin december 2001 dat zij niet zinnens is om de “goedkeuring voor te stellen van nieuwe juridische instrumenten” teneinde de discriminatie bij aanwervingen in België op basis van moedertaal te voorkomen.
Tegelijk laat zij verstaan om nauwer te gaan samenwerken met het Centrum voor de Gelijkheid van kansen en racismebestrijding om een “synergie te zullen creëren rond alle vragen omtrent discriminatie”.
Geciteerd in Trends International (nr. 6, 2001) laat Johan Leman, hoofd van het Centrum, evenwel verstaan: “Het is vreemd, maar onder de huidige Belgische wetgeving zal het moeilijk zijn om actie te ondernemen tegen Europese organisaties die discrimineren op basis van taal.”
De minister merkt in haar antwoord ook op dat zij over te weinig arbeidsinspecteurs beschikt om deze toch wel uitgebreide vorm van discriminatie na te vlooien in de pers. Een niet eens volledig overzicht van vacatures verschenen in The Bulletin en European Voice (bijlage) doet immers vermoeden dat het jaarlijks gaat over meer dan 200 aanwervingen waarbij de functieomschrijving - en bijgevolg de aanwerving - discriminatoir is.
De minister is van oordeel dat de arbeidsinspectie geval per geval van deze discriminatie op de hoogte moet worden gesteld. Hier betekent dit meestal dat werkzoekenden, die als vragende partij in een ondergeschikte positie staan van de aanbieder van werk, individueel klacht zouden moeten indienen tegen hun potentiële, toekomstige werkgever. En dat los van de financiële kant van de zaak.
Van minstens één concreet geval is de minister recent op de hoogte gesteld door mijn collega in de Kamer, Els Van Weert. Het gaat daarbij over het TACIS-programma van de Europese Commissie dat op zoek was naar een Engelse moedertaalspreker. De Europese Commissie heeft inmiddels ingegrepen. Zij heeft het selectiebureau gewezen op ‘het ongepaste karakter van de bewoording in de advertentie’ en het bureau de opdracht gegeven ‘een herhaling van een dergelijk incident te voorkomen’.

1) Blijft de minister, in de wetenschap dat het hoofd van het Centrum voor de Gelijkheid van kansen en racismebestrijding geen gepaste wetgeving kent om taaldiscriminatie te voorkomen, alsnog achter haar standpunt staan dat de huidige wetgeving niet moet worden gewijzigd?
Heeft zij inmiddels, op basis van de huidige wetgeving, haar arbeidsinspecteurs de opdracht gegeven om de TACIS-vacature te onderzoeken?
2) Is de minister van mening dat in dergelijke gevallen van taaldiscriminatie het de overheid moet zijn die haar burgers moet beschermen, eerder dan dat de burgers - die gezien de specifieke omstandigheden van deze discriminatie in een ondergeschikte positie staan - zelf klacht moeten indienen?
3) Zal de minister daarom extra inspanningen leveren om het aantal arbeidsinspecteurs uit te breiden teneinde paal en perk te stellen aan deze vorm van discriminatie ten opzichte van alle niet-Engelstalige moedertaalsprekers in België?
4) Beseft de minister dat door het niet-ingrijpen in deze dossiers de facto betekent dat 99,999% van de afgestudeerden in België - én in 12 andere lidstaten van de Europese Unie - het risico ontstaat dat zij bij voorbaat zijn uitgesloten om bepaalde functies te bekleden binnen een internationale context in Brussel.
5) Welke concrete stappen heeft de minister inmiddels genomen om tot een nauwere samenwerking te komen met het Centrum voor de Gelijkheid van kansen en racismebestrijding?

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?