AA
Steun en tegemoetkomingen van de Europese Unie voor de slachtoffers van Tsjernobyl

(08 januari 2003)

De ontploffing van de kerncentrale van Tsjernobyl in 1986 is het ernstigste ongeluk in de geschiedenis van de kernenergie voor burgerlijke doeleinden. Sindsdien en nog vele eeuwen lang blijft er een schrikbarende radioactieve erfenis over die vooral de Europese landen Oekraïne en, op de eerste plaats, Wit-Rusland te dragen krijgen, die ook zonder dat al in zwakke toestand verkeren door een lastige economische, sociale en politieke overgang.

De grote aantallen slachtoffers onder de bewoners van het gebied die direct bestraald zijn, en de 600.000 man opruimkrachten die naar de plaats van het industrieel onheil gestuurd zijn, krijgen nu nog het gezelschap van degenen die verplicht worden om ter plaatse te verblijven of er terug te keren door economische noodzaak of politiek gebrek aan doorzicht.

Cesium-137 en strontium-90, twee radioactieve stoffen die onzichtbaar maar alomtegenwoordig zijn en waarvan de halfwaardetijd ongeveer 30 jaar bedraagt, zijn blijvend aanwezig in 5% van de bodem van de Oekraïne en 23% van die van Wit-Rusland, zodat de bevolking door de twijfelachtige situatie en economische noodzaak gedwongen wordt om volledig in haar eigen onderhoud te voorzien. Op dit ogenblik wordt de toestand al gekenmerkt door pandemieën van schildklierkanker, leukemie, aangeboren misvormingen en een ongehoorde aantasting van het milieu, die de budgettaire, sanitaire en medische mogelijkheden van één enkel land ver te boven gaan, zeker van landen die voortgekomen zijn uit de ineenstorting van de Sovjetunie. Wetenschappelijke kringen waarschuwen dat het ergste nog moet komen in de vorm van gevolgen voor het milieu van de ecosystemen en een pathologische nasleep voor de "Tsjernobyl-generaties".

Eén van die wetenschapsmensen, professor V.B. Nesterenko(1) , directeur van het onafhankelijk Wit-Russisch Instituut voor stralingsbescherming Belrad, zet zijn baanbrekend studiewerk naar stralingsziekten voort en spaart noch moeite noch de geringe middelen van zijn instituut om nazorg en medische behandelingen voor de bevolking van de geteisterde streken te blijven ontwikkelen, ondanks de vele moeilijkheden en beperkingen die in Wit-Rusland schering en inslag zijn.

Erkent de Europese Commissie dat bij een zo groot menselijk drama en bij nood en behoeften van een dergelijke omvang de politieke toestand in Wit-Rusland op geen enkele manier een opgave of zelfs intrekking van de humanitaire en medische hulpverlening van de Europese Unie aan het Wit-Russische volk kan rechtvaardigen, maar dat de politieke context ons er veeleer toe moet aanzetten om onze inspanningen en aanwezigheid ter plaatse in het belang van dat Europees martelaarsvolk en zijn onafhankelijke wetenschapsmensen en medisch personeel uit te breiden?

Welke steun denkt de Europese Commissie te verlenen aan het Belrad-instituut en zijn directeur, professor Nesterenko, na de verklaring van 8 april van vorig jaar van haar voorzitter Romano Prodi(2)?

Waarom zou de Europese Commissie niet een curatief verblijfsprogramma voor Wit-Russische, Russische en Oekraïense kinderen in de medische en ziekenhuisstructuren van de Europese Unie uitwerken?

Wat is de actualiteitswaarde voor het "verder beleid om hulp te bieden bij (het) zoeken naar oplossingen voor de problemen die uit deze ramp voortvloeien", zoals het heet in het antwoord van 3 september 2001 van de Europese Commissie op schriftelijke vraag E-1570/01 van onze collega Isler Béguin(3)?


(1) http://www.fortunecity.com/boozers/vines/860/indexfr.htm.
(2) "Het blijft absoluut noodzakelijk om de hulpprogramma's in stand te houden om de gevolgen van de ramp van Tsjernobyl voor de mensen op te vangen en bijstand te verlenen aan het maatschappelijk middenveld."
(3) PB C 40 E van 14.2.2002, blz. 54.


GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?