Statuut leden Rekenkamer (Schriftelijke vraag E-0821/06)

• 2006-04-21

Artikel 247 van het Verdrag tot Oprichting van de Europese Gemeenschap (geconsolideerde versie) beschrijft een aantal voorwaarden waaraan de leden van de Rekenkamer moeten voldoen.
Lid 2: "Zij moeten alle waarborgen voor onafhankelijkheid bieden."
Lid 4: "De leden van de Rekenkamer oefenen hun ambt volkomen onafhankelijk uit in het algemeen belang van de Gemeenschap. Bij vervulling van hun taken vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering of enig lichaam. Zij onthouden zich van iedere handeling welke onverenigbaar is met het karakter van hun ambt."
Lid 5: "Bij hun ambtsaanvaarding verbinden zij zich plechtig om gedurende hun ambtsperiode en na afloop daarvan de uit hun taak voortvloeiende verplichtingen na te komen, in het bijzonder eerlijkheid en kiesheid te betrachten in het aanvaarden van bepaalde functies of voordelen na afloop van die ambtsperiode."

Wil de Commissie meedelen of het strookt met 'onafhankelijkheid' en 'kiesheid' als een lid dat eind februari 2006 zijn ambt opneemt, een half jaar later alsnog kandidaat kan zijn bij lokale verkiezingen?

- Indien de Commissie dit goedkeurt: wat verstaat de Commissie dan exact (!) onder 'onafhankelijkheid' en 'kiesheid'? Erkent de Commissie dat - in voorkomend geval - het risico op een belangenconflict (Lid 4: "Bij vervulling van hun taken vragen noch aanvaarden zij instructies van enige regering of enig lichaam.") bijzonder groot is?

- Indien de Commissie dit afkeurt: welke stappen zal zij nemen om het aanstaand lid te doen inzien dat dit niet getuigt van 'onafhankelijkheid' en 'kiesheid'?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS KALLAS (21 april 2006)

Volgens artikel 247, lid 7, van het EG-Verdrag en artikel 160B, lid 7, van het EGA-õvßrag is de Rekenkamer zelf verantwoordelijk om te beoordelen of een lid van deze instelling wel of niet voldoet aan de eisen voor de uitoefening van zijn of haar ambt. In artikel 3 van het Reglement van orde van de Rekenkamer is de procedure die van toepassing is, neergelegd.

De Commissie respecteert volledig de onafhankelijkheid van de Rekenkamer en haar leden, overeenkomstig artikel 247 van het EG-Verdrag en artikel 160B, van het EGA-Verdrag.

Derhalve behoort het onderwerp van de vraag niet tot de bevoegdheid van de Commissie en dient het geachte Parlementslid deze vraag rechtstreeks te stellen aan de Rekenkamer, die het meest geschikt is om deze vraag te beantwoorden.