AA
Staatssteun aan EPR-kerncentrale TVO Finland (Schriftelijke vraag E-0747/05)

Op 13 december 2004 kondigde de European Renewable Energies Federation aan een klacht bij de Europese Commissie te zullen indienen over de financiering van een nucleaire centrale door de TVO-groep in Finland. Geschat wordt dat de centrale 3,2 miljard euro zal gaan kosten. Dat geld is bijeengebracht door een breed consortium van privé- en overheidsinvesteerders. In de aankondiging staat vermeld dat publieke instellingen uit Zweden, Duitsland, Frankrijk en Finland bijspringen voor de financiering van de kerncentrale.

1. Kan de Commissie mededelen of zij op de hoogte was van de financiële tussenkomst van deze publieke instellingen?

2. Zo ja, kan de Commissie mededelen om welke instellingen het hier gaat en welk bedrag de respectievelijke overheidsinstellingen in het project geïnvesteerd hebben?

3. Zo ja, denkt de Commissie dat deze financiële tussenkomst strookt met de regels van de vrije markt, de liberalisering van de energiemarkt en met het Euratom-verdrag?

4. Deelt de Commissie de opvatting dat het veiligheidsrapport over de centrale onvolledig was?

5. Zo ja, kan de Commissie aan de vraagsteller mededelen wat de acties zijn om die tekortkoming te verhelpen?

6. Kan de Commissie de vraagsteller de data laten geworden over de hoeveelheid kernafval die zal vrijkomen bij de werking van de reactor? En wie er zal opdraaien voor de verwerkings- en stockeringskosten ervan?

7. Is de Commissie van mening dat de nieuwe kerncentrale het zonder de toegekende staatssteun zou redden in de vrije energiemarkt?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS PIEBALGS

1.2.3. en 7. The Commissie is op de hoogte van de klacht die op 16 december 2004 namens de European Renewable Energies Federation bij het Secretariaat-generaal is ingediend. Die klacht behelst een aantal aantijgingen inzake inbreuken op het Gemeenschapsrecht, met name wat staatssteun en openbare aanbestedingen betreft.

De inhoud van de klacht wordt momenteel onderzocht bij de bevoegde Directoraten-generaal van de Commissie. Onverminderd de eventuele conclusies van deze diensten, kan de Commissie echter nu reeds bevestigen dat het investeringsproject voor de nucleaire reactor waarop het geachte Parlementslid doelt, door TVO overeenkomstig artikel 41 van het Euratom-Verdrag op 3 maart 2003 en 8 januari 2004 schriftelijk bij de Commissie is aangemeld. In overeenstemming met de bepalingen van artikel 43 van het Euratom-Verdrag heeft de Commissie alle aspecten van dit investeringsproject (inclusief de financiële aspecten) die in verband staan met de doelstellingen van het Verdrag besproken en op basis daarvan heeft de Commissie op 11 juni 2004 geconcludeerd dat alle aspecten van de investering stroken met de doelstellingen van het Euratom-Verdrag. Op basis van de haar door TVO verstrekte gegevens concludeert de Commissie in haar besluit dat de volledige externe financiering van de reactor, alsmede de oplevering, verwerving en exploitatie, gebeuren met commerciële middelen.

4. en 5. De Commissie is het er niet mee eens dat het veiligheidsrapport over de centrale onvolledig is. De Europese drukwaterreactor (European Pressurised-water Reactor - EPR) is ontworpen om te voldoen aan de veiligheidsvergunningsvoorwaarden van zowel Frankrijk als Duitsland. Voordat de opdracht is gegund aan de leveranciers van de installatie is dit ontwerp nog eens onderworpen aan een veiligheidsbeoordeling door de Finse nucleaire regelgevingsinstantie (STUK). Nadien is de STUK verzocht een verklaring betreffende de veiligheids¬evaluatie van de nieuwe centrale af te geven als onderdeel van de procedure op basis waarvan de Finse regering onlangs een bouwvergunning heeft afgeleverd. In deze verklaring is onderstreept dat de regelgevingsinstantie geen "met de veiligheid verband houdende belemmeringen voor het verlenen van de bouwvergunning" heeft ontdekt en dat de "kerncentrale veilig kan worden gebouwd". Bij die gelegenheid is aanvullende informatie opgevraagd over de plannen voor het beheer van het kernafval van de centrale, maar gezien de geavanceerde staat van het Finse programma voor het beheer van nucleair afval, zal deze informatie worden verstrekt naarmate de aanleg van de ondergrondse opbergingsfaciliteit en de ontwikkeling van de desbetreffende verpakkingstechnologie vorderen. Krachtens de Finse kernenergiewet moet de centrale zodra ze is gebouwd worden onderworpen aan een verdere veiligheidsbeoordelingsrapportage alvorens de regering vergunning verleent voor de inbedrijfstelling van de installatie.

6. De hoeveelheid door de reactor geproduceerde radioactieve afvalstoffen is ongeveer recht evenredig met de exploitatieduur ervan. De centrale zal naar verwachting per exploitatiejaar ongeveer 60-100 kubieke meter (m3) laagactief afval en ongeveer 30-50 m3 middelactief afval produceren. De technische operationele levensduur van de centrale bedraagt naar verwachting ongeveer 60 jaar. Naar raming zal zij tussen 2000 en 2500 ton verbruikte splijtstof produceren. De producenten van die afvalstoffen zijn volledig verantwoordelijk voor het beheer ervan en voor de relevante kosten. De volledige kostprijs van het beheer en de uiteindelijke opberging van de drie vormen van afvalstoffen en van de ontmanteling van de centrale zal worden verrekend in de prijs van de opgewekte elektriciteit en de daartoe bijeengebrachte middelen worden verzameld in een fonds voor het beheer van kernafval.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?