AA
Situatie in Ethiopië (Schriftelijke vraag E-1546/06)

In antwoord op vraag E-4414/05 geeft de Commissie te verstaan dat ze er geen weet van heeft dat de Ethiopische overheid Europees geld, bestemd voor ontwikkelingsprojecten, omleidt naar haar budget voor defensie. Ze laat ook optekenen dat de humanitaire hulp "geleverd door de Commissie, niet gekanaliseerd wordt door de Ethiopische overheid, maar door Europese NGO's en internationale organisaties."

In zijn meest recente resolutie over Ethiopië (dd. 15 december 2005) veroordeelt het Europees Parlement de inbreuken op de mensenrechten en de politieke en persvrijheid. Artikel 96 van de overeenkomst van Cotonou voorziet in de mogelijkheid maatregelen te nemen wanneer een partij een essentieel element van de overeenkomst schendt, zoals de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat. Dan bestaat de mogelijkheid om via overleg de situatie op te lossen en maatregelen vast te stellen. Bij het ontbreken van een aanvaardbare oplossing kunnen sancties worden getroffen.

Kan de Commissie meedelen welke nationale en internationale NGO's en internationale organisaties en instanties het Europese ontwikkelingsgeld - hetzij onder de vorm van humanitaire hulp, hetzij onder de vorm van geld voor bv. infrastructuurwerken - ontvangen en gebruiken en welke sluitende garanties kan zij bieden dat deze organisaties op geen enkele manier banden hebben met of gebruikt worden door de Ethiopische overheid?

Heeft de Commissie, gezien de eensgezindheid die bestaat over de erbarmelijke situatie van de mensenrechten in Ethiopië, inmiddels een procedure opgestart op basis van art. 96 van het Cotonou-akkoord? Zo ja: wat is daarin de actuele stand van zaken? Zo neen: zal zij dit alsnog doen? Welke argumenten gebruikt zij in het andere geval om - ondanks de postelectorale crisis met tal van schendingen van de mensenrechten - vooralsnog geen beroep te moeten doen op art. 96 van het Cotonou-akkoord?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS MICHEL (9 juni 2006)

De Commissie heeft de afgelopen twee jaar verschillende contracten ondertekend die betrekking hadden op de tenuitvoerlegging van ontwikkelingsprojecten of projecten voor humanitaire hulp in verschillende sectoren, en dit met name met de navolgende organisaties: het Kinderfonds van de Verenigde Naties (UNICEF), het Rode Kruis, Action Contre la Faim, Water Aid, Trocaire, Coopi, Concern, Artsen zonder Grenzen - Nederland (MSF-NL), Artsen zonder Grenzen - Zwitserland (MSF-CH), Merlin, en het Coördinatiebureau humanitaire aangelegenheden van de Verenigde Naties (UNOCHA).



Deze lijst is evenwel niet uitputtend. Genoemde niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) of agentschappen van de Verenigde Naties worden gefinancierd vanuit de communautaire samenwerking, in het kader van de voedselveiligheid, de humanitaire hulp of de steun voor maatregelen in het kader van « Mensenrechten en Democratisering ».



Voor de humanitaire hulp geldt dat de subsidies die met de NGO’s, de internationale organisaties of de agentschappen van de Verenigde Naties zijn overeengekomen voor de tenuitvoerlegging van humanitaire projecten, door de Commissie te Brussel worden beheerd, waarbij de betalingen rechtstreeks door haar worden afgehandeld. Een constant en geregeld toezicht op de humanitaire projecten vindt ter plekke plaats om elke mogelijke onttrekking van de fondsen aan hun hoofddoelstellingen te vermijden.

Voor de thans bijna 80 lopende subsidiecontracten die met internationale organisaties (instellingen van de Verenigde Naties, de Wereldbank) en met internationale NGO’s zijn ondertekend, geldt dat de delegatie deze beheert. Daarenboven werkt de Commissie samen met nationale organisaties in het kader van steun aan microprojecten, met name op het gebied van de « democratie/mensenrechten ». De fondsen worden over het algemeen voornamelijk toegekend na uitnodigingen tot het indienen van voorstellen, in een door de Commissie van tevoren opgesteld kader. Voor de internationale organisaties worden de fondsen binnen het bestek van het gezamenlijk vastgestelde programma benut.

Wat de ontwikkelingssamenwerking en meer in het bijzonder de aanbestedingen voor infrastructuurprojecten betreft, met name het herstel van wegen, gefinancierd in het kader van het indicatief programma van het Europees Ontwikkelingsfonds, deze worden toegekend na oproepen, internationaal, tot het doen van aanbestedingen, waarbij de daarop betrekking hebbende betalingen aan de gekozen ondernemingen door de delegatie van de Commissie worden afgehandeld. Hierbij geschieden het toezicht en de controle op de werkzaamheden, alsmede de verificatie van de juistheid der betalingen door een consultant die onafhankelijk van het plaatselijk bestuur en van de Commissie is.

De Commissie is niet in staat de volstrekte garanties af te geven waar door het geachte Parlementslid om wordt gevraagd, maar zij kan wel garanderen dat alle in de Overeenkomst van Cotonou vastgestelde wettige maatregelen ten uitvoer worden gelegd om te voorkomen dat dergelijke situaties zich zouden voordoen. Bovendien is de Commissie in een recent verleden geen enkele klacht van deze aard toegekomen.



Er is tussen de Europese Unie en Ethiopië geen overleg in het kader van artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou door de Unie geëntameerd, omdat de Unie het gewenster acht de politieke dialoog in het kader van artikel 8 van Cotonou verder uit te diepen. Deze dialoog vindt plaats in een kader dat tot de gehele internationale gemeenschap is verruimd en op de stabiliteit van Ethiopië en van het gebied van de Hoorn van Afrika in ruime zin is gericht.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?