AA
Schijn van belangenvermenging door aanstellen topman Suez als adviseur voor de Europese Commissie (Schriftelijke vraag E-1632/07)

Recent geleden raakte bekend dat een van de adviseurs van Europees Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking zelf een gewezen eurocommissaris is. Het gaat om Dhr. Davignon, topman van Suez. Deze groep heeft belangen bij de privatisering van water, een voor de ontwikkelingssamenwerking uiterst delicaat en belangrijk dossier.

Art. 11 bis van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen geeft aan dat „een ambtenaar bij de uitoefening van zijn functie geen aangelegenheden (mag) behandelen waarbij hij, direct of indirect, enig persoonlijk belang, met name van familiale of financiële aard, heeft dat zijn onafhankelijkheid in het gedrang zou kunnen brengen.”

1. Acht de Commissie het ethisch aanvaardbaar dat zij zich voor haar activiteiten mbt. ontwikkelingssamenwerking laat adviseren door de topman van een groep die zelf belang heeft of zou kunnen hebben bij initiatieven die terzake worden ontwikkeld?

2. Erkent de Commissie dat — zelfs indien er geen onmiddellijk gewin mee gemoeid is — de adviesfunctie van Dhr. Davignon hem in staat zou kunnen stellen met de kennis die hij opdoet over te nemen initiatieven van de Commissie voorkennis te krijgen die zijn groep een voorsprong geeft om commerciële initiatieven op het terrein te ontwikkelen die op maat gesneden zijn van de nog officieel bekend te maken projecten van de Commissie?

3. Acht de Commissie het niet noodzakelijk dat uitgerekend haar Commissarissen er nog meer nauwlettend dan haar eigen ambtenaren op moeten toezien dat zelfs de minste schijn van belangenvermenging bij het tot stand komen en uitvoeren van haar beleid wordt vermeden?

4. Hoe kan de Commissie garanderen dat Dhr. Davignon géén advies heeft gegeven over zaken waarbij zijn onderneming mogelijkerwijs betrokken zou kunnen zijn?

5. Sinds wanneer is Dhr. Davignon adviseur van de Europese Commissie en zal er na 31 maart met hem worden verder gewerkt?

6. Acht de Commissie het niet beter om — als instelling die geacht wordt het belang van alle burgers te verdedigen — een adviseur met deskundigheid in het verbeteren van publieke nutsvoorzieningen toe te voegen aan de kring experts rond de Commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS KALLAS (8 juni 2007)

1. De Commissie is van mening dat het feit alleen dat een bijzonder adviseur andere activiteiten heeft op het gebied waarop hij de Commissie adviseert op zich geen belangenverstrengeling is. Integendeel: zij adviseren de Commissie wegens de specifieke kennis die zij op dat gebied hebben. Alleen misbruik van de functie van bijzonder adviseur om andere belangen na te streven, of de niet-bekendmaking van relevante belangen, zouden tot belangenverstrengeling kunnen leiden.

2. De door de Commissie geplande initiatieven worden door haar diensten voorbereid en door het college goedgekeurd. Voor de aanbestedingsprocedures van de Commissie in het kader van het Europees Ontwikkelingsfonds en de Gemeenschapsbegroting gelden de van toepassing zijnde Financiële Reglementen, waarin is bepaald dat van alle offertes of voorstellen door onafhankelijke deskundigen een technische en juridische evaluatie moet worden gemaakt. De commissaris, zijn/haar kabinet en a fortiori de bijzonder adviseurs hebben geen enkele rol bij de selectie van de offertes en voorstellen. De rol van bijzonder adviseur van een commissaris heeft een zeer algemene strekking; de adviseur heeft geen enkele verantwoordelijkheid voor het bestuur en heeft zeker niet de mogelijkheid dit te beïnvloeden. Dit geldt ook voor de heer Davignon.

3. De Commissie is het met het geachte Parlementslid eens dat ten aanzien van de kwestie van belangenverstrengeling bijzondere oplettendheid moet worden betracht. Zij verwijst naar de door de Commissie goedgekeurde Gedragscode voor de leden van de Commissie en de bijlage daarbij, de verklaring inzake hun belangen die op de website "Europa" van de Commissie wordt gepubliceerd. Met de Gedragscode wordt de inachtneming beoogd van het in het Verdrag vastgelegde beginsel (artikel 213 van het EG-Verdrag) inzake de volkomen onafhankelijkheid van de leden van de Commissie, die hun ambt in het algemene belang van de Gemeenschap dienen uit te oefenen. Het wegnemen van elk risico van belangenverstrengeling draagt eraan bij dat de onontbeerlijke onafhankelijkheid van de Commissieleden wordt gewaarborgd.

4. Algemeen zijn de commissarissen op de hoogte en moeten zij op de hoogte zijn van de andere activiteiten van hun bijzonder adviseurs. Wanneer zij bij hun bijzonder adviseur advies inwinnen, moeten zij erop toezien dat wordt voorkomen dat deze andere activiteiten enigerlei invloed zouden kunnen hebben.

De Commissie heeft in januari 2007 al haar bijzonder adviseurs er nogmaals op gewezen dat er geen belangenverstrengeling mag zijn tussen de activiteit als bijzonder adviseur en hun activiteiten daarbuiten, zoals is vastgelegd in de artikelen 11 en 11 bis van het statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen, die van overeenkomstige toepassing zijn op bijzonder adviseurs. De heer Davignon heeft een verklaring op erewoord ondertekend waarin hij verklaart dat er bij hem van een dergelijk belangenconflict geen sprake is.

De vice-voorzitter van de Commissie belast met administratieve zaken, audit en fraudebestrijding heeft voorts de goedkeuring van een verklaring op erewoord die bij het aantreden als bijzonder adviseur moet worden ondertekend (nieuwe contracten van 1 april 2007 tot 31 maart 2008) verplicht gesteld. Een bijzonder adviseur moet tevens aangeven wanneer zich veranderingen in zijn activiteiten voordoen. Er wordt overwogen de verklaringen op erewoord en het curriculum vitae van de bijzonder adviseurs op de website van iedere commissaris te publiceren, op voorwaarde dat de geldende procedure inzake de bescherming van persoonsgegevens is gevolgd.

5. De heer Davignon is sedert 1 maart 2005 onbezoldigd bijzonder adviseur van commissaris Michel; zijn mandaat is door de Commissie vernieuwd voor de periode van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008.

6. De Commissie is van oordeel dat het aan de commissarissen zelf is hun specifieke behoeften inzake advies en deskundigheid die zij van hun bijzonder adviseurs verwachten, te beoordelen. De bijzonder adviseurs zijn niet de enige bron van ad-hocadvies en deskundigheid voor de Commissie en haar leden. De andere middelen zijn de interne expertise bij de administratie, ad-hocraadpleging van deskundigen en studies die worden uitgevoerd door externe consulenten, die overeenkomstig de geldende regels en procedures worden geselecteerd.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?