Lacunes in de Zwitserse wetgeving bieden verzekeringsmaatschappijen de mogelijkheid om de toekenning van schadevergoedingen, voortvloeiend uit de burgerlijke aansprakelijkheid, gedurende een lange tijd voor zich uit te schuiven. Deze bron van rechtsonzekerheid treft ook EU-onderdanen die het slachtoffer zijn van (verkeers)ongevallen in Zwitserland. Zij komen terecht in een juridische procedureslag zonder uitzicht op een billijke vergoeding binnen een redelijke termijn.
De voorgestelde ratificatie van het EU-transportverdrag met Zwitserland in de loop van 2000 dient aangegrepen te worden om dit juridisch probleem zo snel mogelijk op te lossen. EU-onderdanen in Zwitserland hebben immers recht op dezelfde bescherming als de Zwitsers in de 15 EU-lidstaten. Volledigheidshalve dient vermeld dat toenmalig Commissievoorzitter Santer op 12 maart 1998 en op 27 juli 1998 schriftelijk in kennis werd gesteld van dit probleem (brieven van Prof. Dr. Eric Suy, voorzitter van VTB-VAB, en de Belgische vice-premier Elio di Rupo).
1. Welke initiatieven heeft de Commissie genomen om de lacunes in de Zwitserse wetgeving die leiden tot een situatie van rechtsonzekerheid bij (verkeers)ongevallen in Zwitserland, te verhelpen?
2. Zal de Commissie de ratificatieprocedure van het EU-transportverdrag met Zwitserland aangrijpen om van de Zwitserse regering een "snelle, billijke en redelijke oplossing" te eisen voor dit juridische probleem? Zo neen, waarom niet?
3. Welke stappen zal de Commissie nog zetten om van de Zwitserse regering te eisen dat zo snel mogelijk een "billijke en redelijke oplossing" wordt gevonden voor dit juridische probleem?