AA
Retorsierechten of een Villepin-taks als antwoord op free-riders (Schriftelijke vraag E-5719/06)

Het niet willen goedkeuren van het Kyotoprotocol door de VS is hoofdzakelijk te herleiden tot liberale kortetermijnbelangen. Het ontgaat de VS dat de kosten van de opwarming in het eigen land en ver daarbuiten miljoenen meer zal kosten dan de investeringen die ze nu als onoverkomelijk achten.

Door het protocol niet te ratificeren, bouwen de VS - verantwoordelijk voor 25% van de emissies - een concurrentievoordeel op omdat de industrie zich niet hoeft te bekommeren om het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen. De VS zijn een belangrijke handelspartner van de EU, vnl. in chemie, landbouw, transportonderdelen, producten waarvan het CO2-gehalte hoog is.

Sinds enige tijd gaan vanuit verschillende hoeken stemmen op om van de sterkte van dit soort landen - het niet ingaan op ecologische vanzelfsprekendheid - een zwakte te maken. Onder meer de Nobelprijswinnaar, Joseph Stiglitz, ging uit van deze basis om een praktische oplossing te zoeken voor dit "free rider"-probleem. Bedrijven die niet de volle productiekosten (inclusief de milieuschade) hoeven te betalen krijgen onrechtstreeks een zekere subsidiëring, waar de WHO allicht tegenin zou gaan.

Ook de Franse eerste minister, Dominique de Villepin, doet voorstellen in die zin: retorsierechten op industriële producten uit landen die het Kyoto-protocol niet ratificeerden. Een variant op het principe van 'de vervuiler betaalt' dus.

- Is de Commissie bereid en verkeert zij in de positie een dergelijke maatregel te onderzoeken en op WHO-niveau te verdedigen? Zo neen, waarom niet?

- Is de Commissie bereid om bijv. een mand van producten vast te leggen waarop retorsierechten zouden gelden?

- Erkent de Commissie dat de Unie ernstig concurrentienadeel ondervindt van landen die geen rekening houden met het Kyotoprotocol en andere milieumaatregelen en zo hun producten goedkoper aan de man kunnen brengen? Indien neen, welke argumenten voert zij dan aan?

- Welke andere maatregelen zal de Commissie nemen om dit oneerlijke concurrentievoordeel van milieuvervuilende landen tegen te gaan en om dergelijke landen aan te sporen alsnog inspanningen te doen om de klimaatverandering en de milieuvervuiling te bekampen?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS DIMAS (2 maart 2007)

De Commissie is van mening dat de voordelen van beperking van de klimaatverandering veel zwaarder wegen dan de kosten van het emissiereductiebeleid. Bij de uitwerking van het EU-klimaatbeleid is altijd veel aandacht gegaan naar een maximalisering van de economische baten en een minimalisering van de kosten voor de EU-economie. Nieuwe maatregelen om het klimaatveranderingsprobleem aan te pakken, kunnen belangrijke concurrentievoordelen opleveren. In tandem met andere beleidslijnen kan hierdoor het verbruik van waardevolle hulpmiddelen worden beperkt en kan de aanzet worden gegeven tot milieuvriendelijke innovatie in toekomstige cruciale markten. Diverse beleidsaspecten zullen ook een vermindering van de invoer van fossiele brandstoffen tot gevolg hebben, wat resulteert in een verbetering van de veiligheid van de Europese energievoorziening. Dit zijn de redenen waarom de Commissie onlangs heeft voorgesteld dat de EU zou overwegen haar broeikasgasemissies tegen 2020 met 20% terug te dringen, ongeacht de actie van andere geïndustrialiseerde landen.

De Commissie is van mening dat de aandacht vooral moet worden gericht op het overtuigen van de internationale partners van de EU om via een constructieve dialoog deel te nemen aan een multilateraal klimaatveranderingsstelsel. De EU bijvoorbeeld voert bilateraal overleg met de Verenigde Staten. Op de EU-VS-top van 20 juni 2006 en op de bilaterale vergadering van 8 januari 2007 heeft de voorzitter van de Commissie bij president Bush het belang onderstreept van een daadwerkelijk engagement van de VS voor de strijd tegen de klimaatverandering. Op 24 en 25 oktober 2006 heeft in Helsinki de eerste bijeenkomst plaatsgehad van de EU-VS-dialoog op hoog niveau inzake klimaatverandering, schone energie en duurzame ontwikkeling. Voorts nemen meer en meer VS-staten maatregelen tegen de mondiale opwarming, onder meer door de invoering van emissiehandelsregelingen. Een toenemend aantal VS-ondernemingen dringt aan op een duidelijk en voorspelbaar regelgevingskader met betrekking tot broeikasgassen.

De Commissie is ook van mening dat financiële steun voor investeringen in onderzoek en technologie, in het bijzonder met het oog op de ontwikkeling van schone energiebronnen, het verhogen van de energie-efficiëntie en strijd tegen klimaatverandering, alsmede de tenuitvoerlegging van een beleid om de vraag en de markten voor schone technologieën tot ontwikkeling te brengen, de concurrentiekracht van de EU zal versterken. Het recente strategische energiepakket, door de Commissie op 10 januari 2007 aangenomen, bevat een reeks maatregelen die erop gericht zijn de prestaties van de EU op dit gebied een nieuwe impuls te geven.

De Commissie zal de haalbaarheid van alle potentiële beleidsmaatregelen onderzoeken, inclusief handelsbeleidsmaatregelen die een stimulans kunnen vormen om de handelspartners van de EU ertoe te brengen doeltreffende maatregelen te treffen om hun uitstoot van broeikasgassen te verlagen. In zijn tweede rapport van 30 oktober 2006 heeft de werkgroep op hoog niveau inzake concurrentievermogen, energie en het milieu aanbevolen "een grondige analyse te maken van de haalbaarheid van positieve handelsmaatregelen (bv. waarborgen van toegang voor milieuvriendelijke goederen) en van eventuele belastingsaanpassingen aan de grens". Bij haar formulering van het op 10 januari 2007 voorgestelde geïntegreerde energie- en klimaatveranderingspakket heeft de Commissie rekening gehouden met deze aanbeveling.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?