AA
Relocatie en jobbehoud binnen de EU (Schriftelijke vraag E-0453/06)

Op 25 januari verklaarde de Commissievoorzitter dat "het nog altijd beter is dat ondernemingen verhuizen binnen de Unie dan dat ze naar China gaan". Hij deed deze uitspraak naar aanleiding van een discussie over een Zweedse onderneming die een vestiging in Duitsland dreigt te sluiten om haar te verhuizen naar Polen. In Duitsland zouden daardoor 2.000 mensen hun job verliezen.

In het licht van de denkoefening dat het beter is dat ondernemingen binnen de Unie verhuizen dan naar China, kan de Commissie dan meedelen welke haar boodschap is voor de 2.000 met ontslag bedreigde werknemers in het Duitse Nuremberg en hoe zij er concreet (!) voor zal zorgen dat deze mensen een nieuwe, gelijkwaardige job krijgen?

Erkent zij dat deze theorie van de communicerende vaten geen zoden aan de dijk zet inzake het bestrijden van de werkloosheid binnen de EU, maar eerder zorgt voor een negatieve concurrentiespiraal tussen lidstaten die hen eerder van elkaar verwijdert dan hen naar elkaar toe doet groeien?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS SPIDLA (23 juni 2006)

Bedrijfsverplaatsingen zijn altijd al een probleem geweest voor het regionale beleid en blijven dat ook, zeker in een steeds groter wordende Unie. Daarom had de Commissie voor de programmeringsperiode 2007-2013 van de structuurfondsen en het Cohesiefonds voorgesteld de voorschriften voor bedrijfsverplaatsingen te verscherpen. De periode waarin de bedrijven productieve investeringen moeten aanhouden, zou namelijk worden verlengd. Om de steun uit de fondsen te kunnen behouden, zouden de ondernemingen hun productieve investeringen immers tot zeven (in plaats van aanvankelijk vijf) jaar na de datum van het besluit tot steunverlening moeten handhaven. Een ander voorstel van de Commissie was dat bedrijven die door een verplaatsing binnen dezelfde lidstaat of naar een andere lidstaat de reeds ontvangen steun moeten terugbetalen, daarna geen beroep meer kunnen doen op de fondsen. De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over de voorgestelde verordening, waarin de meeste van deze voorstellen zijn opgenomen.

Wat de duur van de investering betreft, heeft de Raad echter besloten de regelgeving voor de structuurfondsen en die voor staatssteun op elkaar af te stemmen, zoals wordt toegelicht in de recente richtsnoeren van de Commissie inzake regionale steunmaatregelen. Daarin staat namelijk dat de investering in het gesteunde gebied gedurende ten minste vijf jaar na de datum van voltooiing van het investeringsproject moet behouden blijven en dat de lidstaten deze periode voor kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) tot drie jaar kunnen terugbrengen. Er zij op gewezen dat deze vijfjarenperiode pas ingaat op de datum van voltooiing van de investering en dat kan verschillende jaren na het besluit tot steunverlening zijn – en zo een minimumperiode garandeert waarin het gesteunde gebied de economische voordelen van die investering moet kunnen blijven genieten.

De Commissie is zich bewust van de negatieve gevolgen die de sluiting van een fabriek onder welke omstandigheden dan ook kan hebben voor de betrokken werknemers, hun gezin en de hele regio. Het is echter niet aan de Commissie om zich uit te spreken over of zich te bemoeien met de besluitvorming binnen bedrijven, tenzij het Gemeenschapsrecht wordt geschonden. In dit verband zij erop gewezen dat het Gemeenschapsrecht diverse bepalingen bevat inzake de rechtvaardiging en het goede beheer van herstructureringen en ook sluitingen van fabrieken, zoals met name Richtlijn 98/59/EG inzake collectief ontslag , Richtlijn 2001/23/EG betreffende de overgang van ondernemingen , Richtlijn 94/45/EG inzake Europese ondernemingsraden , Richtlijn 2002/74/EG inzake de bescherming van de werknemers b? insolventie van de werkgever en Richtlijn 2002/14/EG tot vaststelling van een algemeen kader betreffende de informatie en de raadpleging van de werknemers .

Op 31 maart 2005 heeft de Commissie de mededeling Herstructureringen en werkgelegenheid goedgekeurd , waarin zij een allesomvattende en coherente aanpak van herstructureringssituaties door de Europese Unie formuleert. Zij geeft daarin ook een uitvoerige beschrijving van de communautaire beleidsmaatregelen die ertoe bijdragen op economische veranderingen te anticiperen en deze te begeleiden, de werkgelegenheid te ondersteunen en de regionale ontwikkeling aan te moedigen.

Het industriebeleid van de Commissie, de werkgelegenheidsstrategie, de acties voor gelijke kansen en de steun van de structuurfondsen zijn heel belangrijk in de situatie waaraan het geachte Parlementslid refereert. Bovendien heeft de Europese Raad van 15 en 16 december 2005 het principe goedgekeurd van de oprichting van een nieuw fonds voor aanpassing aan de mondialisering om werknemers die als gevolg van ingrijpende structurele veranderingen in de internationale handelspatronen zijn ontslagen, te helpen bij hun opleiding en bij het zoeken naar een nieuwe baan. De Commissie heeft haar voorstel voor een verordening daarover begin maart jongstleden ingediend.

Bovendien zijn de door de Commissie toegepaste regels inzake staatssteun bedoeld om bij het gebruik van die steun een strenge discipline te waarborgen en zo het risico van subsidieopbod te beperken. De recente herziening van de richtsnoeren inzake regionale steun heeft dus tot gevolg dat die steun nu beter wordt gericht op de gebieden die deze het hardst nodig hebben en dat de steunbedragen over het algemeen zijn gedaald.

Ten slotte passen al deze maatregelen in het ruimere kader van de strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid, die er duidelijk op gericht is om door het scheppen van een gunstig ondernemingsklimaat en het opvoeren van de investeringen in onderzoek en innovatie de economische activiteit en de werkgelegenheid in Europa te handhaven en te doen groeien.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?