AA
Rechtsonzekerheid passagiers, reisagenten, touroperators en luchtvaartmaatschappijen (Schriftelijke vraag E-3058/07)

De onaangekondigde staking op 13 april 2007 op de luchthaven van Zaventem (België) zorgde voor heel wat ongemak bij de passagiers. De luchthavenuitbater claimt buitengewone omstandigheden. Gezien er naar overmacht verwezen wordt door zowel luchtvaartmaatschappijen als luchthavenuitbater zullen de passagiers hun rechten, zoals voorzien in Verordening (EG) nr. 261/2004 waarschijnlijk niet kunnen opeisen.

Contacten met consumentenorganisaties leren dat er in Zaventem relatief weinig klachten zijn over de informatieverstrekking door de meeste luchtvaartondernemingen Meer klachten zijn er wél over de gebrekkige informatie, over compensaties en over bijstand van luchtvaartmaatschappijen die vanuit het buitenland naar Zaventem vliegen of luchtvaartondernemingen uit derde landen.

Een groeiend aantal luchthavens wordt uitgebaat door commerciële ondernemingen. Het lijkt dan ook niet meer dan normaal dat passagiers hun rechten ook zouden moeten kunnen verhalen op deze dienstverleners, aan wie steeds hogere luchthavenrechten worden betaald. Daar staat tegenover dat het voor de consumenten natuurlijk makkelijker is om zich te wenden tot één aanspreekpunt, b.v. de luchtvaartmaatschappijen. Te meer daar zij optreden als inner van de luchthavenrechten.

De consument zou idealiter een beroep moeten kunnen doen wat men noemt (juridisch) solidaire aansprakelijkheid, tussen de luchthavenuitbaters enerzijds of de luchtvaartmaatschappijen anderzijds. Dit naar analogie met de verordening m.b.t. personen met beperkte mobiliteit, die vanaf juli 2008 in werking treedt en die rechtstreekse verhaalmogelijkheden voorziet tussen consument en luchthavens.

Erkent de Commissie dat in het geval van stakingen zoals deze op 13 april jl. in Zaventem zorgen voor een rechtsonzekerheid voor zowel passagiers, reisagenten, touroperators en luchtvaartmaatschappijen en zal zij daarom bij haar volgende evaluatie van Verordening (EG) nr. 261/2004 regelgevende voorstellen doen die zowel rekening houden met gebruikers van de luchthavens als met het stakingsrecht van het personeel, waarbij zo'n situatie zoals deze hier aangehaald mogelijk zou kunnen worden voorkomen of beperkt b.v. door de verzekering van een minimum aan dienstverlening (b.v. orgaanvluchten). Zo neen. waarom niet, gezien de overduidelijke en hinder die de gebruikers van de luchthaven in dergelijke gevallen ondervinden?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS BARROT (24 augustus 2007)

Verordening (EG) nr. 261/2004 heeft betrekking op zogenaamde uitvoerende luchtvaart¬maatschappijen waarmee de passagiers in kwestie een overeenkomst hebben. Zelfs in de bijzondere omstandigheden die door het geachte Parlementslid worden beschreven, hebben luchtvaart¬maatschappijen de specifieke verplichting om informatie te verstrekken, bijstand te verlenen en tickets terug te betalen of passagiers te herrouteren. Zij hoeven evenwel geen financiële compensatie te betalen bij vertragingen of annuleringen die het gevolg zijn van buitengewone omstandigheden. Een voorbeeld van buitengewone omstandigheden die in overweging 14 van Verordening (EG) nr. 261/2004 worden genoemd, zijn stakingen die gevolgen hebben voor de vluchtuitvoering van een luchtvaartmaatschappij.

Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 261/2004 hebben de lidstaten nationale handhavingsinstanties aangewezen die belast zijn met het toezicht op en de handhaving van deze verordening. Overeenkomstig hetzelfde artikel hebben de lidstaten sancties vastgesteld voor overtredingen van deze verordening door luchtvaartmaatschappijen.

Wat de staking van 13 april 2007 in Zaventem betreft, heeft de Belgische handhavingsinstantie de bevoegdheid om de situatie te beoordelen en passende maatregelen te nemen indien zij dat nodig acht. Deze instantie is ook het aanspreekpunt voor passagiers bij geschillen met luchtvaart¬maatschappijen.

De Commissie heeft op 4 april 2007 een mededeling (verslag) over de toepassing en de handhaving van Verordening (EG) nr. 261/2004 gepresenteerd. Op grond van haar bevindingen heeft zij de luchtvaartmaatschappijen en de lidstaten zes maanden extra tijd gegeven om de toepassing en de handhaving van deze verordening te verbeteren (in dit verband wordt overleg gevoerd tussen de Commissie, de nationale handhavingsinstanties en de luchtvaartsector).

Wat de minimale dienstverlening betreft die moet worden gegarandeerd, kunnen de lidstaten het initiatief nemen om dergelijke bepalingen in hun nationale wetgeving op te nemen indien zij dat nodig achten.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?