Overheidssteun aan audiovisuele producties

• 2000-05-19

De Commissie wil de overheidssteun voor audiovisuele producties beperken tot de helft van het totaalbudget. Met dit voorstel past de Commissie de concurrentieregels voor de eerste maal ten volle toe in het beleidsdomein cultuur.

Voor de audiovisuele initiatieven in kleine en middelgrote EU-lidstaten en cultuurgebieden is deze ingreep nefast. Zij beschikken - in tegenstelling tot de grote EU-lidstaten en cultuurgebieden - over een beperkter aantal financieringsbronnen. Bovendien geeft een relatieve maatstaf (in casu de 50 %-regel), zoals gehanteerd door de Commissie, een vertekend beeld van de reëel geïnvesteerde bedragen.

1. Is de Commissie van plan de overheidssteun voor audiovisuele producties te beperken tot de helft van het totaalbudget? Zo ja, welke argumenten schuift zij naar voren om deze beperking in te voeren?

2. Erkent de Commissie dat zij met dit voorstel de concurrentieregels voor de eerste maal ten volle toepast in het beleidsdomein cultuur? Zo neen, hoe dient de beperking van de overheidssteun voor audiovisuele producties tot de helft van het totaalbudget dan geïnterpreteerd te worden?

3. Is de beperking van de overheidssteun voor audiovisuele producties tot de helft van het totaalbudget volgens de Raad te verzoenen met de doelstellingen van de Commissie om de ontplooiing van kleine en middelgrote EU-lidstaten en cultuurgebieden te ondersteunen? Zo ja, op welke wijze draagt een beperking van de overheidssteun voor audiovisuele producties tot de helft van het totaalbudget bij tot de ontplooiing van kleine en middelgrote EU-lidstaten en cultuurgebieden?

4. Is de Commissie bereid af te zien van haar voorstel om de overheidssteun voor audiovisuele producties te beperken tot de helft van het totaalbudget, gezien de negatieve gevolgen ervan voor de audiovisuele initiatieven in kleine en middelgrote EU-lidstaten en cultuurgebieden? Zo neen, waarom niet en welke argumenten hanteert de Commissie om haar voorstel te handhaven?