Oppompen van kippenvlees met water (Schriftelijke Vraag E-4372/07)

• 2008-01-23

In haar antwoord op vraag P-3551/07 geeft de Europese Commissie te kennen dat het gebruik van watervasthoudende stoffen niet verboden is bij (kippen)vlees. Als een eindgebruiker een product koopt dat voor meer dan 5% uit water bestaat, dan moet hij dit wel duidelijk kunnen aflezen van het etiket op het product.

Voorts meldt de Commissie het volgende: "Overigens is in artikel 1 van Richtlijn 2000/13/EG bepaald dat de richtlijn betrekking heeft op de etikettering van levensmiddelen die bestemd zijn om als zodanig aan de eindverbruiker te worden geleverd. Als het vlees voor verdere verwerking naar een ander bedrijf wordt gezonden, is de richtlijn dus niet van toepassing."

Kan de Commissie meedelen of de volgende hypothese kan kloppen: een producent verkoopt kippenvlees aan een verwerker met daarin 35% water, zoals bv. aangegeven in The Times van 25 juni 2007. Deze hoeft niet van het watergehalte op de hoogte te worden gebracht. Hij verwerkt het vlees in een bereiding en brengt het daarna in de kleinhandel. Is het dan mogelijk dat het totale percentage water in die bereiding méér dan 5% kan bedragen terwijl dat toch niet verplicht op het etiket hoeft te worden meegegeven?

Is de Commissie het in dit geval met mij eens dat de eindgebruiker hier toch - zelfs met de goede trouw van de verwerker - bedrogen kan worden?

Kan de Commissie mij eindelijk meedelen waarom ze geen strenge(re) bovengrens of een totaalverbod wil opleggen voor het extreem oppompen van (kippen)vlees met water (met als belangrijkste doelstelling het gewicht te verhogen) om alzo tegemoet te komen aan de belofte van Commissaris Byrne van 21 oktober 2003 in zijn antwoord op vraag H-0560/03: "Water aan voedingswaren toevoegen om de consument op te lichten is een verachtelijke praktijk. Ik heb mijn diensten daarom opnieuw gevraagd te onderzoeken of het mogelijk is om deze praktijk binnen de huidige communautaire wetgeving te verbieden (...)".

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS KYPRIANOU (op 23 januari 2008)

De Commissie bevestigt dat het gebruik van watervasthoudende stoffen in vlees van pluimvee als zodanig niet verboden is. Het is verboden om zogenaamd vers vlees te verkopen dat werd behandeld met watervasthoudende stoffen. De Commissie acht het echter niet noodzakelijk om het gebruik van deze stoffen te verbieden bij de vervaardiging van bereidingen en producten op basis van vlees wanneer het watergehalte alsook alle andere gebruikte ingrediënten duidelijk moeten worden vermeld op de etikettering van producten die bestemd zijn voor de eindverbruiker.

Voor de vervaardiging van bepaalde vleesbereidingen of vleesproducten is deze praktijk immers noodzakelijk en niet bedoeld om de consument op te lichten. Wanneer het levensmiddel geen vers vlees is en de totale hoeveelheid water meer dan 5 % bedraagt, dient dit overeenkomstig Richtlijn 2000/13/EG[1]duidelijk op het etiket vermeld te worden als het levensmiddel bestemd is voor de eindverbruiker.

Artikel 13 van Richtlijn 2000/13/EG voorziet in bepalingen inzake de verplichte vermeldingen die van de ene aan de andere exploitant moeten worden doorgegeven. In het kader van het toekomstige voorstel voor de herziening van bovengenoemde richtlijn heeft de Commissie voorgesteld het toepassingsgebied van deze bepalingen, dat momenteel beperkt is tot levensmiddelen die bestemd zijn om te worden geleverd aan de eindverbruiker, uit te breiden tot alle levensmiddelen. Op die manier zou de leverancier verplicht zijn om aan de koper informatie te verstrekken inzake bepaalde vermeldingen, met inbegrip van de lijst van ingrediënten, teneinde te verzekeren dat deze lijst van ingrediënten bij de verkoop aan de eindverbruiker beschikbaar is.

Met de invoering van deze bepalingen in het toekomstige voorstel, waarover momenteel intern overleg wordt gevoerd door de diensten van de Commissie, zou worden tegemoetgekomen aan de bezorgdheid van het geachte Parlementslid aangezien deze bepalingen verplichten tot het doorgeven van de informatie over de aanwezigheid van toegevoegd water tijdens het hele productieproces.

De handelsnormen voor vlees van pluimvee stellen bepaalde limieten vast voor het watergehalte in vlees van pluimvee dat binnen de Gemeenschap wordt verhandeld. Vers vlees van pluimvee dat wordt gebruikt voor de vervaardiging van vleesbereidingen moet derhalve aan deze eisen voldoen. Vlees van pluimvee dat niet voldoet aan de criteria van de definitie van "vers vlees" in de zin van Verordening (EG) nr. 853/2004[2]mag niet meer worden gebruikt voor vleesbereidingen.

[1] Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 maart 2000 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen alsmede de daarvoor gemaakte reclame, PB L 109 van 6.5.2000.

[2] Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong, PB L 139 van 30.4.2004.