AA
Nachtvluchten: Exploitatiebeperkingen zoals omschreven in richtlijn 2002/30/EG (Schriftelijke vraag E-3433/06)

Artikel 2 lid e) van richtlijn 2002/30/EG omschrijft ‘exploitatiebeperkingen’ als “met de geluidssituatie samenhangende maatregelen waarbij de toegang van civiele subsonische straalvliegtuigen tot een luchthaven wordt beperkt of teruggebracht.”

Artikel 5 lid 1 vraagt dat bij de besluitvorming inzake exploitatiebeperkingen rekening wordt gehouden met “de in bijlage II gespecifieerde informatie, voorzover dat voor de betrokken exploitatiebeperkingen en de kenmerken van de luchthaven passend en mogelijk is.”

Voor de luchthaven van Zaventem zijn dergelijke explotatiebeperkingen van toepassing, zoals bv. een verbod op het gebruik van sommige burgerlijke subsonische straalvliegtuigen, waarbij het gebruik van niet-gecertificeerde vliegtuigen verboden is tijdens de nacht (23u tot 6u). Voorts is het inmiddels ook verboden om met vliegtuigen met een QC groter dan 12 te vliegen gedurende de nacht (23u tot 6u).

1. Kan de Commissie meedelen of de bevoegde autoriteiten binnen de lidstaten voor een dergelijke exploitatiebeperkingen verplicht zijn een evaluatie te doen aan de hand van Bijlage II van de richtlijn?

2. Kan de Commissie meedelen of het rapport opgesteld aan de hand van Bijlage II publiek moet worden gemaakt?

3. Moet het rapport anderzijds aan de Commissie worden voorgelegd?

a) als dit niet het geval is, hoe kan de Commissie, als hoedster van het Verdrag, dan controleren of de bepalingen van richtlijn 2002/30/EG worden nageleefd?

b) als dit wél het geval is: heeft de Belgische overheid haar een rapport voorgelegd met betrekking tot de luchthaven van Zaventem met als leidraad Bijlage II van de richtlijn aangaande de hierboven vermelde exploitatiebeperkingen en kan zij meedelen wat haar oordeel is over dit rapport?

4. Klopt het dat exploitatiebeperkingen, zonder dat hieraan een diepgaande studie vooraf kon gaan of ging, niet mogen worden opgenomen als voorwaarde tot het verlengen van een uitbatingsvergunning?

5. Is het - tot slot - niet meer aangewezen om eerst diepgaande studies te (laten) verrichten en pas dan te belissen tot het al dan niet verlengen van een uitbatingsvergunning?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS BARROT (17 oktober 2006)



1. Bij de besluitvorming inzake exploitatiebeperkingen dient de informatie die gespecifieerd is in bijlage II van Richtlijn 2002/30/EG verzameld te worden. Deze verplichting is niet alleen van toepassing bij een voorgestelde volledige afschaffing van marginaal conforme vliegtuigen, maar eveneens bij de voorgestelde invoering van nieuwe gedeeltelijke exploitatiebeperkingen bijvoorbeeld inzake nachtvluchten. De verplichting is echter niet van toepassing op exploitatiebeperkingen waartoe reeds was besloten op de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn, noch op niet-wezenlijke technische wijzigingen in partiële exploitatiebeperkingen die na de inwerkingtreding van deze richtlijn zijn ingevoerd.

2. Richtlijn 2002/30/EG legt geen expliciete verplichting op om de informatie publiek te maken. Aangezien de belanghebbende partijen echter geraadpleegd dienen te worden overeenkomstig de geldende nationale wetgeving, heeft elke persoon die rechtstreeks hinder ondervindt, of een organisatie die zijn of haar rechten verdedigt, het recht de informatie te eisen.

Ten aanzien van luchthavens die onder het toepassingsgebied vallen van Richtlijn 2002/49/EG van het Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai, dragen de lidstaten er echter zorg voor dat de strategische geluidsbelastingkaarten en actieplannen die bij deze richtlijn vereist worden, aan het publiek beschikbaar worden gesteld en onder het publiek worden verspreid. Volgens Richtlijn 2002/30/EG dient met deze informatie rekening te worden gehouden bij de besluitvorming inzake exploitatiebeperkingen.

3. De lidstaten en de Commissie moeten vooraf in kennis gesteld worden. Er is geen expliciete verplichting om de in in bijlage 2 bedoelde inleidende informatie over te leggen, maar de Commissie kan altijd hierom verzoeken, indien ze dat noodzakelijk acht.

Ten aanzien van luchthavens die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2002/49/EG vallen, dragen de lidstaten er zorg voor dat de in de strategische geluidsbelastingkaarten vervatte gegevens en de samenvattingen van de actieplannen binnen zes maanden na de in deze richtlijn vastgelegde juridisch bindende termijnen aan de Commissie worden gezonden.

4.-5. De belangrijkste verplichtingen die voortvloeien uit het proces om in het kader van de richtlijn geluidgerelateerde exploitatiebeperkingen op luchthavens in te voeren, zijn uiteengezet in punt 1 hierboven. Exploitatievergunningen eisen dat de luchtvaartmaatschappijen gedurende de geldigheidsperiode ervan alle geldende exploitatiebeperkingen, inclusief de geluidgerelateerde, nakomen. Op die manier zou een situatie waarbij geluidgerelateerde wijzigingen overwogen worden, gedekt zijn. Exploitatievergunningen voor luchthavens vereisen onder andere dat luchthavenexploitanten alle maatregelen die de lidstaat overeenkomstig de richtlijn heeft genomen of neemt, nakomen en uitvoeren. Een luchthavenexploitant dient alle wetten na te leven, zowel diegene die zijn ingevoerd nadat een vergunning is afgegeven, als die welke reeds van kracht waren op het moment van de afgifte.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?