AA
Nachtvluchten: discriminatie op basis van het EVRM en het Handvest van Grondrechten (Schriftelijke vraag E-3439/06)

Wanneer het onmogelijk is om dag- en nachtvluchten te concentreren over onbewoond (woud, woestijn, zee, ...) of over niet-residentieel gebied kan de Commissie dan meedelen of een spreidingsplan voor dag- en nachtvluchten, waarbij de ene regio in de nabijheid van de luchthaven significant meer wordt ontzien dan de andere en waarbij de ene burger dus significant meer hinder ondervindt dan de andere in overeenstemming is met art. 8.1 en art. 14 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en met art. 7 en art. 20 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, door de Conventie en de IGC waardevol genoeg geacht om integraal deel uit te maken van het Verdrag tot Vaststelling van een Grondwet voor Europa?

Zal zij er in die omstandigheden (onbeschikbaarheid van onbewoond gebied) voor pleiten om de vliegbewegingen rond luchthavens zo neutraal mogelijk te spreiden over de hele bewoonde omgeving, rekening houdend met het feit dat nog nooit wetenschappelijk werd aangetoond dat geluidsisolatie daadwerkelijk de slaapkwaliteit verbetert bij blootstelling aan vliegtuiglawaai en nog veel minder effect zal hebben voor bescherming tegen datzelfde lawaai overdag?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS BARROT (22 september 2006)

De vaststelling van vliegroutes rond luchthavens valt onder de bevoegdheid van de lidstaten. Zij moeten onder andere nagaan of de vliegroutes op een zodanige manier gekozen zijn dat ze aan de veiligheidsnormen en -richtsnoeren van de Organisatie voor de Internationale Burgerlijke Luchtvaart (OIBL) voldoen. Vliegroutes kunnen gewijzigd worden in het kader van actieplannen tegen geluidshinder overeenkomstig Richtlijn 2002/49/EG inzake de beheersing van omgevingslawaai. De bevoegde autoriteiten moeten er zorg voor dragen dat hun actieplannen bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen op het gebied van volksgezondheid en milieuzorg, zoals bepaald in artikel 1, onder c, van de richtlijn. Zij dienen met name de vermindering in te schatten van het aantal getroffen personen (die hinder ondervinden, slecht slapen enz.) door middel van dosis/effectrelaties.

Wat het verband tussen mensenrechten en de blootstelling aan geluidshinder van vliegtuigen betreft, verwijst de Commissie naar de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak "Hatton/Verenigd Koninkrijk” van 8 juli 2003. Het Hof oordeelde dat de hinder die een aantal burgers ondervonden door geluidsoverlast van vliegtuigen geen schending was van artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het Hof bepaalde verder dat de lidstaten een juist evenwicht moeten vinden en in stand houden tussen de rechten en belangen van personen die hinder ondervinden door nachtlawaai en de rechten en belangen van anderen in de maatschappij, ondermeer de verleners en gebruikers van nachtelijke luchtdiensten.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?