Mensenrechtensituatie in Zumsoi (Schriftelijke vraag E-2776/05)

• 2006-03-07

In antwoord op vraag E-0874/05 van 13 juni 2005 geeft de Raad aan dat hij bij de Russische autoriteiten erop aandringt om de mensenrechten te eerbiedigen in de Noordelijke Kaukasus. In antwoord op vraag E-0875/05 van 4 april 2005 geeft de Commissie te kennen op de hoogte te zijn van de militaire interventies in de stad Zumsoi. Ze haalt ook het door de Raad vermeld overleg aan.

Volgens de Russische mensenrechtenorganisatie Memorial werden tot midden juni luchtaanvallen uitgevoerd op het gebied rond Zumsoi. Op 4 juli 2005 werd Abdul-Aziz Yangulbekov, hoofd van het lokale bestuur van Zumsoi, in tot op heden onopgehelderde omstandigheden vermoord. Er vielen die dag nog meer slachtoffers.

Kan de Raad meedelen over welke specifieke dossiers - waarnaar hij in zijn antwoord op vraag E-0874/05 verwijst - de Russische autoriteiten een onderzoek hebben ingesteld?

Zal de Raad in een volgend overleg met de Russische autoriteiten over de handhaving van de mensenrechten ook de situatie in Zumsoi aan de orde stellen?

***

ANTWOORD VAN DE RAAD (23 januari 2006)

De Raad dankt het geachte Parlementslid voor zijn vraag. Tijdens diverse vergaderingen met de Russische autoriteiten op verschillende niveaus geeft de Raad systematisch uiting aan zijn bezorgdheid over de eerbiediging van de mensenrechten en het internationaal humanitair recht in de Russische Federatie, met name in de Noordelijke Kaukasus. Het mensenrechtenoverleg tussen de EU en Rusland, dat in maart van dit jaar formeel werd ingesteld, biedt de gelegenheid deze zorgwekkende kwesties uitvoerig te bespreken.

Tijdens het mensenrechtenoverleg op 1 maart 2005 en 8 september 2005 hebben de Russische autoriteiten de EU de toezegging gedaan elke misdaad in de Noordelijke Kaukasus te zullen onderzoeken. Nadere bijzonderheden omtrent alle door de Russische autoriteiten onderzochte zaken werden niet aan de Raad meegedeeld.

De EU blijft in het kader van de politieke dialoog met de Russische Federatie systematisch uiting geven aan haar bezorgdheid over de situatie op het gebied van de mensenrechten en de naleving van het internationaal humanitair recht in de Noordelijke Kaukasus.