AA
Invoegen van een cultuureffectenrapport of cultuurparagraaf in de Europese regelgeving (Schriftelijke vraag E-2647/04)

Zowel het EG-verdrag (art. 151, lid 4) als het Ontwerpverdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa erkennen uitdrukkelijk het belang van cultuur en drukken de wil uit om de in Europa heersende culturele verscheidenheid te eerbiedigen en te bevorderen.

De keuze om beslissingen binnen het culturele domein over te laten aan de lidstaten is in dit opzicht dan ook zeer wel te verdedigen.

Daar staat tegenover dat veel Europese beslissingen, hoewel ze niet onmiddellijk verband houden met cultuur als beleidsbevoegdheid, een zware impact kunnen hebben op het culturele beleid van een lidstaat of regio. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan beslissingen inzake BTW-tarieven voor cultuurproducten, auteursrechten, e.d.

Erkent de Raad dat Europese regelgeving die op het eerste zicht niet direct betrekking heeft op het beleidsdomein cultuur toch een grote invloed kan hebben op het cultureel gegeven als dusdanig?

Indien neen, welke argumenten gebruikt hij om zijn visie te staven?

Indien ja, zijn de verschillende Raadsformaties bereid om een strategie aan te nemen om uitvoering te geven aan de verdragsrechtelijke verplichting tot integratie van culturele overwegingen op hun respectieve beleidsterreinen (te vergelijken met de strategieën die werden opgesteld om de integratie van milieuoverwegingen te bevorderen)?

Indien hij daartoe niet genegen is, welke andere inzichten kan de Raad dan aanbrengen opdat met art. 151 lid 4 van het Verdrag in de praktijk van de wetgeving wel degelijk rekening wordt gehouden?

***

ANTWOORD VAN DE RAAD

Overeenkomstig artikel 151, lid 4, van het EG-Verdrag houdt de Raad in zijn verschillende formaties bij zijn optreden en beleidsmaatregelen uit hoofde van andere bepalingen van dat Verdrag rekening met de culturele aspecten. Hij heeft het tot nu toe niet nodig geacht een specifieke strategie ter zake vast te stellen, doch hij vestigt de aandacht van het geachte parlementslid op zijn resolutie van 21 januari 2002 inzake de plaats van de cultuur in het Europese bestel (PB C 32 van 5.2.2002, blz. 2), waarin hij een beroep doet op de lidstaten en de Commissie om cultuur te beschouwen als een wezenlijke factor bij de eenmaking van Europa, in het bijzonder met het oog op de uitbreiding van de Unie. Verder verwijst hij het geachte parlementslid naar zijn resolutie van 26 mei 2003 betreffende de horizontale aspecten van cultuur (PB C 136 van 11.6.2003, blz. 1), die de versterking van synergieën met andere sectoren en communautaire activiteiten en de uitwisseling van goede praktijken in verband met de sociale en economische dimensies van cultuur behandelt.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?