Internetcheques voor gebruikers van Belgacom (Schriftelijke vraag E-2605/04)

• 2005-02-02

Op 12 oktober 2004 werd in België het plan bekendgemaakt dat werkgevers hun werknemers zogenaamde internetcheques kunnen aanbieden. Voor de tegenwaarde daarvan kan de werknemer thuis het internet gebruiken. Voor zowel werkgever als werknemer zijn hieraan fiscale voordelen verbonden.

Het initiatief kadert in het "PC Privé-plan" van de Belgische federale overheid. Dat moet meer Belgische werknemers er toe aanzetten om met de pc te (leren) werken. Een en ander is geregeld via het Koninklijk Besluit van 25 maart 2003, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 4 april 2004.

De concrete uitwerking van deze internetcheques is ontwikkeld door de ondernemingen Sodexho en Belgacom. Om te kunnen genieten van deze mogelijkheid zal de werknemer in kwestie verplicht moeten beschikken over een telefoonaansluiting van Belgacom en zal dus moeten surfen met het ADSL-systeem.

Kan de Europese Commissie meedelen of zij op de hoogte is van dit initiatief en of het in overeenstemming is met de geldende concurrentieregels in de vrijgemaakte markt voor telecommunicatie?

***

ANTWOORD VAN DE COMMISSIE

De Commissie begrijpt dat de belastingvoordelen voor bedrijven die bijdragen in de kosten van het "thuisgebruik" van internet van hun werknemers onderdeel zijn van het "PC Privéplan" van de Belgische federale overheid, dat de werknemer moet stimuleren beter met pc's te werken of leren werken. Deze regeling moet worden getoetst aan de voorschriften inzake staatssteun teneinde na te gaan of het geen staatssteun betreft die onverenigbaar is met het EG-Verdrag.

Op grond van de jurisprudentie is de Commissie van mening dat het om staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag gaat, als een regeling aan de volgende criteria beantwoordt:
- het betreft een maatregel van de staat of ten laste van de staat;
- er worden selectief voordelen toegekend aan bepaalde ondernemingen;
- er is of dreigt concurrentievervalsing;
- de steun kan gevolgen hebben voor de handel tussen de lidstaten.

Dit betekent dat voordelen voor particuliere consumenten, anders dan voor bedrijven, niet onder artikel 87, lid 1, vallen en dus niet als staatssteun worden beschouwd. Wat daarentegen bedrijven betreft, kunnen belastingvoordelen volgens de Mededeling van de Commissie over de toepassing van de regels betreffende steunmaatregelen van de staten op maatregelen op het gebied van de directe belastingen op ondernemingen als een overdracht van staatsmiddelen worden beschouwd en onder bepaalde omstandigheden wel als staatssteun worden aangemerkt. Onder meer zou moeten worden nagegaan of de maatregel een algemeen karakter draagt dan wel selectieve voordelen aan bepaalde ondernemingen toekent. Wat de gevolgen van de regeling voor Belgacom en Sodexho betreft, zou moeten worden onderzocht of andere bedrijven bij soortgelijke partnerschappen kunnen worden betrokken als die tussen de twee genoemde bedrijven teneinde dezelfde diensten te kunnen verlenen dan wel of Belgacom en Sodexho als enige dienstverleners zijn gekozen op basis van een open aanbesteding. De Commissie beschikt evenwel niet over alle gegevens die nodig zijn voor een grondige analyse van deze vraag en om een standpunt in te nemen over de vraag of het bij deze maatregel om staatssteun gaat en of deze verenigbaar is met het EG-Verdrag.