Illegale houtkap in Hongarije (Schriftelijke Vraag E-1511/08)

• 2008-05-07

De diefstal van hout in Hongarije neemt qua omvang steeds ernstiger vormen aan. Volgens het bosbedrijf Egererdö Zrt bedraagt de schade intussen enkele tienduizenden euro per jaar. Bovendien veroorzaakt de illegale houtkap een niet te berekenen schade aan het ecosysteem en het milieu. De zwaarst getroffen regio’s zijn die rond Ózd en Arló.

Het is verontrustend dat de achtergronden van de diefstal zijn veranderd. Vroeger werd hout vanwege sociale omstandigheden door individuele daders gestolen. Intussen zijn de daders volgens ondernemingshoofd László Pallagi echter zeer goed toegeruste, georganiseerde groepen. Hij eist daarom strengere voorschriften en een betere samenwerking tussen de instanties.

Boswachters mogen tot nu toe slechts controleren op legitimatiebewijzen en verdachte personen melden, maar ze mogen geen vrachtwagens op de openbare weg aanhouden of persoonlijke bezittingen onderzoeken. Verder zijn de 120 boswachters vanwege hun geringe aantal niet in staat de 74.000 hectare bos onder controle te houden.

Hier komt nog bij dat er een grote maatschappelijke acceptatie bestaat, waarvoor dringend een verklaring gezocht moet worden en waarin verandering moet komen. Ongeveer 90% van de mensen die goedkoop, gestolen hout kopen, kent de herkomst, maar koopt het toch.

Is de Commissie zich van deze situatie bewust en hoe beoordeelt zij deze?

Is de Commissie van plan iets aan deze problematiek te doen? Zo ja, wat houden die plannen in? Zo nee, waarom niet?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS DIMAS (op 7 mei 2008)

De Commissie is op de hoogte van rapporten over een recente toename van de illegale houtkap in Hongarije. Conform het subsidiariteitsbeginsel en de idee van gezamenlijke verantwoordelijkheid valt het bosbeleid onder de bevoegdheid van de lidstaten. Wel kan de EU via gemeenschappelijke beleidsopties een bijdrage leveren tot het in de praktijk brengen van duurzaam bosbeheer, met name wat betreft aspecten die vallen onder sectorale Gemeenschapswetgeving zoals de habitatrichtlijn[1]en de vogelrichtlijn[2].

Het verdient dan ook aanbeveling dat individuele burgers en groepen die gevallen van illegale houtkap aanklagen, in eerste instantie een oplossing trachten te vinden op plaatselijk niveau, door overleg met de eigenaar/beheerder van het bos en/of de bevoegde nationale instanties. Als er evenwel een vermoeden bestaat dat de bepalingen van het Gemeenschapsrecht werden of worden overtreden, kan de Commissie een klacht in ontvangst nemen en passende actie ondernemen.

In het kader van het actieplan wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT)[3]heeft de Commissie zich ertoe verbonden extra mogelijkheden te exploreren om de illegale houtkap en de daarmee samenhangende handel te bestrijden. In dit verband onderzoekt zij momenteel de eventuele noodzaak van nieuwe wetgeving, die in voorkomend geval zowel op ingevoerd hout als op uit de Gemeenschap afkomstig hout en de daarvan afgeleide producten van toepassing zou zijn. Inmiddels zijn alle mogelijkheden grondig geëvalueerd; de Commissie beraadt zich thans over vorm en reikwijdte van een voorstel dat het op de EU-markt brengen van illegaal gekapt hout en de producten daarvan onmogelijk moet maken.

[1] Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, PB L 206 van 22.7.1992.

[2] Richtlijn 79/409/EEG van de Raad van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand, PB L 103 van 25.4.1979.

[3] COM(251) 2003 definitief.