IJzeren Rijn

• 2000-02-28

In antwoord op vraag nr. E-2381/99(1) over de IJzeren Rijn deelt mevrouw de Palacio mee dat het Belgisch-Nederlandse scheidingsverdrag en de daaruit voortvloeiende Belgisch-Nederlandse verdragen "niet de precieze plaats specificeren van de spoorlijn in dat gebied (het kanton Sittard)". Dit betekent volgens de Commissie dat de Belgische federatie en Nederland tot "een akkoord zullen moeten komen over de wijze waarop de doorgang tot stand moet komen".

De stellingname van de Commissie gaat voorbij aan de realiteit op het terrein. De doorgang werd al tussen 1869 en 1879 geconcretiseerd met de aanleg van de allereerste grensoverschrijdende spoorverbinding in Europa. Daardoor is de precieze plaats van de spoorlijn sindsdien duidelijk gespecificeerd.


Graag had ik de Commissie de volgende vragen gesteld:

1. Erkent de Commissie dat haar stellingname om tot "een akkoord te komen over de wijze waarop de doorgang tot stand moet komen" voorbijgaat aan de realiteit op het terrein vermits de doorgang reeds werd gerealiseerd tussen 1869 en 1879 en "de precieze plaats van de spoorlijn in dat gebied (het kanton Sittard)" daardoor duidelijk is gespecificeerd? Zo ja, beschouwt de Commissie de IJzeren Rijn die tussen 1869 en 1879 werd aangelegd als de realisatie van de doorgang waarvan sprake is in het Belgisch-Nederlandse scheidingsverdrag en de daaruit voortvloeiende Belgisch-Nederlandse verdragen?

2. Zo neen, beschouwt de Commissie de IJzeren Rijn die tussen 1869 en 1879 werd aangelegd dan niet als de realisatie van de doorgang waarvan sprake is in het Belgisch-Nederlandse scheidingsverdrag en de daaruit voortvloeiende Belgisch-Nederlandse verdragen?

3. En welke argumenten schuift de Commissie naar voren om de IJzeren Rijn die tussen 1869 en 1879 werd aangelegd niet te beschouwen als de realisatie van de doorgang waarvan sprake is in het Belgisch-Nederlandse scheidingsverdrag en de daaruit voortvloeiende Belgisch-Nederlandse verdragen?