AA
Historische contracten elektriciteitstransport en vrijmaking energiemarkt (Schriftelijke vraag E-1832/05)

In het kader van transport van elektriciteit doorheen de EU, heeft de Europese Commissie vroeger al gewezen op het feit dat de doorvoercapaciteit van elektriciteit aan de Frans-Belgische grens fysiek beperkt is. Bovendien is die capaciteit voor het grootste deel gereserveerd binnen "historische contracten" (tussen bedrijven als Electrabel, EDF etc.). Dit betekent dat deze historische spelers de eersten zijn die capaciteit toegewezen krijgen. Dat geeft hun een belangrijk concurrentievoordeel. Voor de Belgisch-Nederlandse grens, waar dat probleem zich weliswaar minder stelt, zouden er ook "reservaties" op basis van historische contracten zijn.

Kan de Commissie mededelen hoeveel van de invoer- en uitvoercapaciteit in 2002, 2003 en 2004 gereserveerd was in het kader van historische contracten in de hele EU, als percentage van de totale capaciteit en in absolute cijfers?

Kan de Commissie mededelen van wanneer elk historisch contract dateert, tussen welke operatoren het werd afgesloten, voor welke termijn het werd afgesloten en op hoeveel capaciteit het betrekking heeft?

Kan de Commissie mededelen of zij het met de vraagsteller eens is dat het bestaan en het valoriseren van de historische contracten de werking van de vrije energiemarkt hindert en ingaat tegen de richtlijn inzake de liberalisering van de energiemarkt?

Heeft een lidstaat het recht om bij de toewijzing van capaciteit geen rekening te houden met het bestaan van deze historische contracten?

Zijn in de Europese Unie de historische operatoren losgekoppeld van de elektriciteitsproducenten? Zo niet, is dat niet in tegenspraak met de liberalisering van de energiemarkt?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS PIEBALGS (28 juni 2005)

De Commissie heeft inderdaad geconstateerd dat de doorvoercapaciteit aan verschillende grenzen, waaronder de Frans-Belgische grens, beperkt is en een bepaald deel van de doorvoercapaciteit bovendien gereserveerd is voor langetermijncontracten. Deze kwestie is reeds door de bevoegde instanties van verschillende lidstaten onderzocht.

De Commissie wordt niet geacht te beschikken over de gegevens betreffende de historische contracten, die gezien de commerciële aard ervan vertrouwelijk zijn, en kan dan ook niet de gegevens verstrekken die door het geachte Parlementslid worden gevraagd.

De Commissie is van mening dat voldoende doorvoercapaciteit absoluut noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de concurrentie, in het bijzonder wanneer er dominante historische actoren in het spel zijn.

Naar aanleiding van een prejudiciële vraag (zaak C17/03) heeft het Hof van Justitie op 7 juni 2005 nog uitspraak gedaan over de reservering van capaciteit. Voor het Hof van Justitie, staan artikel 7, lid 5, en artikel 16 van Richtlijn 96/92 geen nationale maatregelen toe die aan een onderneming prioritaire grensoverschrijdende doorvoercapaciteit verlenen voor elektriciteit, ongeacht of deze maatregelen uitgaan van de netwerkbeheerder dan wel van de regelgevende instantie of de wetgever, wanneer dergelijke maatregelen niet toegestaan zijn in het kader van de procedure van artikel 24 van de richtlijn ("gestrande kosten").

De regels voor de toewijzing van doorvoercapaciteit worden door de bevoegde instanties van de lidstaten opgesteld. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1228/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit, moeten deze regels niet-discriminerend en aan de markt gerelateerd zijn. De lidstaten kunnen maatregelen handhaven of invoeren die nauwkeuriger bepalingen bevatten dan die welke zijn opgenomen in bovenvermelde Verordening nr. 1228/03.

Om de onafhankelijkheid van de netwerkbeheerders ten aanzien van de elektriciteitsproducenten te waarborgen, is bij Richtlijn 2003/54/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit een wettelijke en functionele scheiding opgelegd van de beheerders van doorvoernetwerken voor elektriciteit.

Er dient op te worden gewezen dat het werkprogramma van de Commissie voorziet in de goedkeuring van een mededeling over de totstandbrenging van de interne markt voor elektriciteit en gas tegen eind 2005.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?