Handel in organen van Chinese geëxecuteerden (Schriftelijke vraag E-1472/06)

• 2006-10-04

In zijn antwoord op vraag E-2055/04 geeft de Raad aan dat hij wacht op informatie van de Commissie wanneer het erom gaat een regeling uit te werken op EU-niveau in verband met de handel in menselijke organen.

Het commercieel verhandelen van menselijke organen staat mijlenver af van de Europese ethiek en die van de WHO. Hoewel er - zoals geopperd in het antwoord van de Raad - weinig informatie is over de handel in menselijke organen, circuleren de jongste tijd verhalen over handel in organen van Chinese geëxecuteerden. The Guardian bericht op 13 september 2005 over het gebruik van huid van Chinese geëxecuteerden voor het aanmaken van cosmetische producten die dan later op de Europese markt worden verkocht. Recenter nog, op 11 december 2005, berichtte dezelfde krant over nieren van geëxecuteerden die te koop worden aangeboden via het internet. Amnesty International spreekt in een bericht van 5 oktober 2005 over 'een serie rapporten' over deze materie. De organisatie erkent dat het de informatie niet hard kan maken, maar voegt daar fijntjes aan toe dat de Chinese minister van Volksgezondheid in juni 2005 al heeft aangekondigd dat China een reglementering zou uitwerken die de verkoop van organen verbiedt en die alleen vrijwillige, bewuste afstand toestaat.

1. Kan de Raad meedelen of hij inmiddels van de Commissie voldoende informatie heeft gekregen om het dossier waarover sprake in vraag E-2055/04 te evalueren?

a. Indien niet: binnen welk tijdsbestek zal hij daar bij de Commissie op aandringen?

b. Indien wel: op welke wijze heeft hij 'deze kwestie verder kunnen beoordelen'?

2. Welk gewicht geeft de Raad aan de informatie over de handel in organen van Chinese geëxecuteerden?

3. Welke actie zal hij bij de Chinese autoriteiten ondernemen om absoluut te voorkomen dat deze commerciële organenhandel - zo de Raad inderdaad vermoedt dat deze bestaat - wordt voortgezet?

4. Zal de Raad er bij de Chinese overheden op aandringen dat er spoedig een duidelijke wetgeving komt rond het omgaan met organen van overledenen, zoals beloofd door de Chinese minister van Volksgezondheid?

***

ANTWOORD VAN DE RAAD (25 september 2006)

Een doeltreffende en volledige bescherming van het menselijk individu is een fundamenteel beginsel waarop de Europese Unie is gegrondvest en maakt deel uit van een van de doelstellingen van de Unie. De verplichting van de lidstaten en van de Europese Unie om dit beginsel in al hun werkzaamheden na te leven is vervat in artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Ervoor zorgen dat de menselijke waardigheid en de vrijheid van iedereen, en in het bijzonder van kwetsbare groepen zoals vrouwen en kinderen of personen die zich in een bijzonder moeilijke sociale of financiële situatie bevinden, worden geëerbiedigd is een absolute voorwaarde voor de totstandbrenging van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht binnen de Europese Unie. Tevens hebben de lidstaten van de Europese Unie zich ertoe verbonden om ervoor te zorgen dat de mensenrechten op hun grondgebied volledig worden geëerbiedigd. Deze beginselen liggen ten grondslag aan het optreden van de EU en haar lidstaten, ook in de internationale gremia.

Wat de handel in menselijke organen betreft, heeft de Raad de in het antwoord op vraag E-2055/04 bedoelde informatie nog niet van de Commissie gekregen. Zou de Raad relevante informatie over de handel in menselijke organen ontvangen, dan zal de kwestie in het licht van deze omstandigheden, met de grootste zorg worden bestudeerd teneinde de situatie zo goed mogelijk en in overeenstemming met de bevoegdheden van de EU aan te pakken. Met betrekking tot de specifieke in de vraag aan de orde gestelde kwesties in verband met China heeft de Raad geen informatie over de bijzondere omstandigheden van deze praktijken ontvangen. Indien zij hadden plaatsgevonden, zou de Raad deze praktijken natuurlijk in de strengste bewoordingen veroordelen.