AA
Gepaste aanwending Europese middelen YOUTH- en SOCRATES-programma's in Polen (Schriftelijke vraag E-3732/06)

Vraag P-1576/06 gaat over een rondschrijven van de staatssecretaris van het Poolse Ministerie van Onderwijs aan alle onderwijsverantwoordelijken in Polen. Volgens deze vraag suggereert de brief in de lessen minder aandacht te schenken aan leerstof met pacifistische en ecologische inslag.

De huidige Poolse minister van Onderwijs Roman Giertych, tevens vice-premier, kampt, als erevoorzitter van All Poland Youth, met een negatief imago inzake antisemitisme, xenofobie en homohaat. Hij staat ook bekend als Pools-nationalistisch en anti-Europees. Zowel binnen als buiten Polen bestaat de (toenemende) vrees dat hij deze standpunten zal doordrukken in het Poolse onderwijs.

Hoewel educatie een materie is die in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten valt, verschaft Europa ook fondsen via de YOUTH- en SOCRATES-programma’s. Een van de doelstellingen van YOUTH is bijvoorbeeld "het bestrijden van alle vormen van discriminatie en het bevorderen van gelijke kansen in alle geledingen van de maatschappij".

Welke garanties biedt de Commissie dat de voor dit oogmerk voorziene middelen in Polen ook adequaat en onbevooroordeeld zullen worden aangewend?

Hoe zal zij zich hierover informeren en welke sancties zullen volgen indien zij ervaart dat deze middelen oneigenlijk worden gebruikt?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS FIGEL (19 oktober 2006)

Het programma Jeugd biedt jongeren mogelijkheden tot mobiliteit en actieve deelname aan de opbouw van Europa. Het programma berust op het concept van niet-formeel onderwijs, beoogt de vaardigheden en competenties van jongeren te verbeteren en een actief burgerschap aan te moedigen. Het programma bevordert de integratie van jongeren in de samenleving, hun solidariteitsbesef, een beter begrip van culturele verscheidenheid en de bestrijding van alle vormen van racisme of vreemdelingenhaat om de waarden die voortvloeien uit het EG-Verdrag (en met name het beginsel van non-discriminatie dat is neergelegd in artikel 13 van het Verdrag en op de toepassing waarvan de instellingen van de EU toezien) in de praktijk om te zetten.

Het Socrates-programma richt zich op alle niveaus van de onderwijssector. De voornaamste doelstellingen van dit programma zijn de versterking van de Europese dimensie van het onderwijs, de bevordering van het leren van talen, mobiliteit, grensoverschrijdende samenwerking en de stimulering van vernieuwingen door onderwijsmethoden en —materiaal te ontwikkelen. Hierbij streeft het programma ook de gelijkheid van man en vrouw en gelijke kansen voor mensen met een handicap na en levert het een bijdrage tot de bestrijding van maatschappelijke uitsluiting, racisme en vreemdelingenhaat.

De onderwijsprogramma’s kunnen de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat bevorderen door ondersteuning te verlenen aan bewustmakingsinitiatieven, aan de scholing van docenten en ander onderwijzend personeel en aan de ontwikkeling van nieuwe pedagogische hulmiddelen en strategieën. Informatie over door de EU gefinancierde projecten in verband met dit thema kunnen worden geraadpleegd in de ISOC-databank (http://www.isoc.siu.no) onder de categorie “Intercultureel onderwijs — bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat”.

Aangezien het de bedoeling is om de begunstigden zo goed mogelijk terzijde te staan en rekening te houden met situaties die per land verschillen, is de uitvoering van Jeugd en Socrates grotendeels gedecentraliseerd. Elk van de 31 aan de programma’s deelnemende landen heeft een nationaal agentschap opgericht, dat verantwoordelijk is voor projecten gedurende hun gehele levenscyclus, waaronder werkzaamheden in verband met beheer, toezicht, voorlichting, begeleiding en scholing. Het Poolse nationale agentschap, dat zowel voor Socrates als Jeugd verantwoordelijk is, voert zijn werkzaamheden volgens een door de Commissie en het Poolse ministerie van Onderwijs en Sport overeengekomen programma uit. Het is derhalve verplicht de projecten in overeenstemming met de bovengenoemde beginselen te beheren.

De Commissie houdt nauwgezet toezicht op de nationale agentschappen, voornamelijk door middel van bezoeken ter plaatse, externe audits en de evaluatie van hun verslagen over de uitvoering van het programma.

Indien er aantoonbaar op onjuiste wijze gebruik is gemaakt van EU-middelen, is de Commissie bevoegd maatregelen tegen het desbetreffende agentschap te nemen, zoals financiële correcties, of kan zij — bij fraude of ernstig wanbeheer — het agentschap van zijn mandaat ontheffen.

Ten slotte, heeft de Commissie, zoals zij reeds eerder heeft uiteengezet in haar antwoord op een soortgelijke schriftelijke vraag van de heer Szejna (P-1576/06), in het geval van discriminatie op grond van nationaliteit, geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid, overeenkomstig de EU-wetgeving het recht om in te grijpen.

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?