Europees onderzoek naar pesticiden in groenten, fruit en granen

• 2002-07-04

Uit een rapport van de Europese Commissie blijkt dat ruim 7% van de groenten, fruit en granen in België te veel restanten van pesticiden bevat. België scoort hiermee beduidend hoger dan het Europese gemiddelde, dat 4,5% bedraagt. De verwerkte producten buiten beschouwing gelaten bevat 48% van de groenten, fruit en granen in de Belgische winkels pesticiden.

In Europa circuleren er pakweg 800 types pesticiden, terwijl het onderzoek voor België blijkbaar slechts betrekking heeft op 146 varianten daarvan.

Is de Commissie het met mij eens dat een onderzoek naar pesticiden in voedsel in iedere lidstaat op dezelfde manier moet gebeuren en dat alle types van pesticiden dus ook moeten worden opgenomen in het onderzoek?

Antwoord

Controle op pesticideresten in voedsel in de Gemeenschap gebeurt op twee manieren: er bestaat een geharmoniseerd controleprogramma voor de hele Gemeenschap, dat wordt aangevuld door uitgebreidere nationale controleprogramma's.

De Commissie is van mening dat er in de nationale programma's rekening moet worden houden met de zeer verschillende kenmerken van elk land. Er bestaan met name verschillen in de eetgewoonten van de consumenten, de teelt van gewassen, het marktaandeel van binnen- en buitenlandse producten en de situatie met betrekking tot de vergunningen voor plantbeschermingsproducten. De lidstaten verkeren in een veel betere positie om op basis van deze factoren hun nationale prioriteiten te bepalen. Om deze reden stelt de Commissie geen harmonisatie van de nationale controleprogramma's voor.

De Commissie is het ermee eens dat bij de instelling van controleprogramma's en de bepaling van prioriteiten rekening moet worden gehouden met alle pesticiden, maar zij gaat er niet mee akkoord dat er als algemene regel moet worden gecontroleerd op alle pesticiden. Elk land moet een duidelijk stelsel van prioriteiten hebben om op basis hiervan de relevante verbindingen te selecteren. Dit stelsel moet zijn gebaseerd op de situatie met betrekking tot de vergunningen voor plantbeschermingsproducten, het potentiële risico van het specifieke pesticide voor de consument, de herkomst van de voedingsmiddelen op de markt, mogelijke bevindingen als gevolg van eerdere programma's en alle andere beschikbare relevante informatie.