Etiketteren van eieren (Schriftelijke vraag E-0083/05)

• 2005-03-24

Volgens verordening (EG ) nr. 2295/2003 dienen eieren gemerkt te zijn met een code waaruit onder meer is af te leiden of deze eieren komen van dieren die vrije uitloop hebben dan wel in een legbatterij zitten. Voor consumenten die bewust kiezen voor dierenwelzijn is deze code belangrijk. Onderzoek van dierenwelzijnsorganisaties in België, maar ook in andere EU-lidstaten, heeft uitgewezen dat deze codering niet altijd even adequaat gebeurt. De Eurogroup for Animal Welfare heeft deze bevindingen overgemaakt aan gewezen EU-commissaris Franz Fischler (Landbouw). Die beloofde het dossier voor te leggen aan het Comité van beheer voor slachtpluimvee en eieren.

Kan de Commissie meedelen wat het concrete resultaat was van de bespreking in dit comité en kan zij zeggen of er extra maatregelen zijn genomen opdat de codering op eieren in de toekomst correcter zal gebeuren en zo ja, welke?

***

ANTWOORD VAN COMMISSARIS FISCHER-BOEL

De Commissie is zich terdege bewust van de problematiek van het dierenwelzijn en streeft steeds naar de gulden middenweg tussen het welzijn van het dier en de eisen van de markt.

Het Comité van beheer voor eieren en slachtpluimvee buigt zich zeer geregeld over de handelsnormen voor eieren. Deze besprekingen hebben uiteindelijk geleid tot de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1515/2004 van de Commissie van 26 augustus 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2295/2003 houdende bepalingen voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1907/90 van de Raad betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren . Deze nieuwe verordening is eind augustus in werking getreden. De wijzigingen die erbij zijn ingevoerd, hebben tot doel een en ander te verduidelijken en vloeien voort uit de ervaring die sinds 1 januari 2004 met de toepassing van de verordening over de nieuwe handelsnormen is opgedaan.

Het Voedsel- en Veterinair Bureau (VVB) van het directoraat generaal Gezondheid en consumentenbescherming oefent regelmatig controles uit op, onder meer, de correcte handhaving en toepassing in de lidstaten van Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen en van Richtlijn 2002/4/EG van de Commissie van 30 januari 2002 met betrekking tot de registratie van onder Richtlijn 1999/74/EG van de Raad vallende inrichtingen waar legkippen worden gehouden . De Commissie wordt door het VVB is kennis gesteld van eventuele afwijkingen die bij deze controles worden geconstateerd. De inspectieverslagen worden aan het Parlement toegezonden en worden gepubliceerd op de website van het directoraat generaal Gezondheid en consumentenbescherming.

Het toezicht op de naleving van de verordening inzake de handelsnormen valt overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EEG) nr. 1907/90 van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren onder de bevoegdheid van door de lidstaten aangewezen instanties.

Niettemin heeft de Commissie het door het geachte Parlementslid aangehaalde probleem met het merken van consumptie eieren op 16 februari 2005 aan de orde gesteld tijdens de vergadering van het Comité van beheer voor eieren en heeft zij de lidstaten verzocht om tijdens de volgende vergaderingen van dat Comité van beheer bij de Commissie verslag uit te brengen over de huidige situatie inzake het merken van eieren met een code.