AA
De verklaring van Laken - Vragenuurtje

De Europese Raad keurde in december 2000 in Nice een Verklaring over de toekomst van de Unie goed. Die verklaring roept op tot een breed en diepgaand debat over de toekomst van de Europese Unie. Bij dit debat moeten niet alleen de lidstaten worden betrokken, maar ook de kandidaat­lidstaten, de nationale parlementen, het Europees Parlement en de brede publieke opinie. Ten onrechte èn volledig in strijd met het subsidiariteitsbeginsel ging de Europese Raad voorbij aan de democratische meerwaarde van de constitutionele regio's.

Onlangs herhaalde de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel zijn voornemen om "Europarlementariërs in de toekomst ook lid van het Belgische Parlement te laten zijn". We horen minister Michel graag praten over een grotere betrokkenheid van de parlementsleden, tenminste als hij daar ook de volksvertegenwoordigers van gemeenschappen en gewesten mee bedoelt. Zal de Raad, het subsidiariteitsbeginsel indachtig, de constitutionele regio's betrekken bij het uittekenen van de toekomst van Europa?


Vraag nr. 2 van Pere Esteve (H-0518/01):


Betreft: Verklaring van Laeken

Gezien het steeds grotere belang dat regionale overheden hebben bij participatie in de verschillende besluitvormingsprocedures in de EU, moet het uitvoerige debat over de toekomst van de Unie, zoals dat momenteel plaatsvindt in het kader van de Top van Laeken, eveneens institutionele antwoorden bieden op de wetgevende en juridische participatie van in de grondwet erkende regio's (regionale overheidslichamen met een eigen wetgevingsbevoegdheid die wordt gegarandeerd door de grondwet van het betrokken land) bij de ontwikkeling, de uitvoering en de evaluatie van het EU-beleid en de controle hierop.

Is de Raad in dit verband van plan de Verdragen (deel V, vierde afdeling van het EG-Verdrag) zodanig aan te passen dat deze regio's het recht krijgen om zich rechtstreeks te wenden tot het Europese Hof van Justitie wanneer zij zich in hun wettelijke bevoegdheden beknot zien, op dezelfde wijze als de lidstaten dit kunnen doen?


Vraag nr. 3 van Gorka Knörr Borrás (H-0520/01):


Betreft: Verklaring van Laeken

Het Belgische voorzitterschap heeft het plan opgevat een Verklaring van Laeken goed te keuren over de toekomst van de EU. Sommige lidstaten, zoals Duitsland, Oostenrijk, België of het Verenigd Koninkrijk, hebben voor hun regionale of federale overheden voorzien in participatiemechanismen in de Raad. De autonome gewesten in Spanje, de deelstaten in Duitsland en Oostenrijk en de gewesten in België beschikken over ruime eigen bevoegdheden. Veel van deze bevoegdheden worden bedreigd door communautaire besluitvorming. Zou de Raad kunnen instemmen met een rechtstreekse vertegenwoordiging van de regio's in de Raad?


Vraag nr. 4 van Bart Staes (H-0522/01):


Betreft: Verklaring van Laeken

Met de Verklaring van Laeken van zaterdag 15 december wil de Belgische federatie haar steentje bijdragen tot het debat over de toekomst van de Europese Unie. In dat opzicht verheugt vooral de positieve ingesteldheid van eerste minister Guy Verhofstadt met betrekking tot de gemeenschappelijke politieke verklaring van zeven constitutionele regio's. Eind mei heeft hij immers de minister-presidenten van Catalonië, Salzburg, Schotland, Vlaanderen en Wallonië, en de ministers van Europese federale aangelegenheden van Beieren en Noordrijn-Westfalen ontvangen die erop aandringen de rol van de constitutioneel erkende regio's in de Europese Unie te versterken.

Is de Raad voorstander van een ruimere én verdragsrechtelijke betrokkenheid van de constitutionele regio's bij het Europese project, gezien hun democratische meerwaarde voor de opbouw van de Europese Unie? Zo neen, waarom kant de Raad zich tegen een ruimere én verdragsrechtelijke betrokkenheid van de constitutionele regio's bij het Europese toekomstproject?


Vraag nr. 5 van Neil MacCormick (H-0524/01):


Betreft: Verklaring van Laeken

Bijlage IV van het Verdrag van Nice bevat een verklaring waarin wordt verzocht om een diepgaander en tegelijk breder debat over de toekomst van de Unie. De IGC erkende ook de noodzaak de democratische legitimering en transparantie van de Unie en haar instellingen te verbeteren. Deze formulering opent de mogelijkheid van een conventieformule, met deelneming van vertegenwoordigers van de nationale parlementen, het EP en de regeringen van de lidstaten. Onder veronachtzaming van het subsidiariteitsbeginsel werd geen melding gemaakt van de regio's met constitutionele status.

Zal de Raad, uit hoofde van het democratische subsidiariteitsbeginsel, alle parlementen van de regio's met constitutionele status uitnodigen, wanneer hij voor een conventieformule kiest?


Vraag nr. 6 van Jillian Evans (H-0525/01):


Betreft: Verklaring van Laeken

Volgens de Verklaring in Bijlage IV van het Verdrag van Nice dient het debat over de toekomst van de Unie onder andere een antwoord te geven op de volgende vraag: Hoe een nauwkeurigere afbakening te maken tussen de bevoegdheden van de EU en de lidstaten, die het subsidiariteitsbeginsel weerspiegelt, en daarop toezicht te houden? De huidige bepalingen in het EG-Verdrag betreffende subsidiariteit worden gewoonlijk zo uitgelegd dat het alleen gaat om de betrekkingen tussen de Unie en de staten. Deze interpretatie moet breder worden, zoals uiteengezet in de resolutie van het Europees Parlement van 26 oktober 2000 over betere wetgeving.

Zal in de Verklaring van Laeken worden voorgesteld de Verdragen zodanig te wijzigen dat de erkenning en eerbiediging van de politieke en wetgevende bevoegdheden van de interne politieke eenheden van de lidstaten in hun betrekkingen met de EU-instellingen op uitvoerend, wetgevend en justitieel gebied uitdrukkelijk in de Verdragen worden opgenomen?


Vraag nr. 7 van Eurig Wyn (H-0526/01):


Betreft: Verklaring van Laeken

Bijlage IV van het Verdrag van Nice bevat een verklaring waarin wordt verzocht om een diepgaander en tegelijk breder debat over de toekomst van de Unie. Zij erkent ook de noodzaak de democratische legitimering en transparantie van de Unie en haar instellingen te verbeteren en daarop toezicht te houden. In december 2001 zal het Belgisch voorzitterschap worden afgesloten met een bijdrage aan dit debat, in casu de Verklaring van Laeken.

Zal in de Verklaring van Laeken worden erkend dat verdere democratisering van het Europees besluitvormingsproces een radicalere hervorming vereist, waarbij de wetgevende macht wordt neergelegd bij twee kamers, namelijk het Europees Parlement en een hervormde Raad, die sommige aspecten van het huidige Comité van de Regio's overneemt en die de rol van de regio's met constitutionele status aanzienlijk zal versterken?


Vraag nr. 8 van Carlos Bautista Ojeda (H-0560/01):


Betreft: Verklaring van Laeken

Bijlage IV van het Verdrag van Nice bevat een verklaring waarin wordt verzocht om een diepgaander en tegelijk breder debat over de toekomst van de Unie. In aansluiting op een verslag, voorgelegd aan de Top van Göteborg in juni 2001, zal de Europese Raad tijdens zijn bijeenkomst in Laeken in december 2001 een besluit nemen over passende initiatieven voor de voortzetting van dit proces. Volgens de verklaring dient tijdens dit proces onder andere een antwoord te worden gegeven op de volgende vraag: Hoe een nauwkeurigere afbakening te maken tussen de bevoegdheden van de EU en de lidstaten, die het subsidiariteitsbeginsel weerspiegelt, en daarop toezicht te houden?

Zal de Raad - uit hoofde van het subsidiariteitsbeginsel - zich onthouden van inmenging in de bevoegdheden van de regio's met constitutionele status? Hoe zal de Raad de eerbiediging van de bevoegdheden van de regio's met constitutionele status tot stand brengen en controleren?


Vraag nr. 9 van Josu Ortuondo Larrea (H-0531/01):


Betreft: Verklaring nr. 54 bij het Verdrag van Amsterdam inzake de subsidiariteit

Bij het Verdrag van Amsterdam is de volgende verklaring nr. 54 inzake de subsidiariteit gevoegd: "de Duitse, de Oostenrijkse en de Belgische regering gaan er als vanzelfsprekend van uit dat het optreden van de Europese Gemeenschap overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel niet enkel de lidstaten, maar eveneens hun deelgebieden betreft, voor zover deze over eigen wetgevende bevoegdheden beschikken die hun krachtens het nationale grondwettelijke recht zijn toegekend". Daarnaast luidt de derde paragraaf van Verklaring nr. 23 bij het Verdrag van Nice (over de toekomst van de Unie) als volgt: "in 2001 zullen het Zweedse en het Belgische voorzitterschap, in samenwerking met de Commissie en met deelname van het Europees Parlement, een brede discussie aanmoedigen waarbij alle belanghebbende partijen worden betrokken: ..." en luidt paragraaf 4 als volgt: "op zijn bijeenkomst te Laeken/Brussel in december 2001 zal de Europese Raad een verklaring aannemen waarin passende initiatieven worden ontvouwd om dit proces voort te zetten".

Op welke wijze denkt het Belgische voorzitterschap de kwestie van de Verklaring nr. 54 bij het Verdrag van Amsterdam, inzake de subsidiariteit en regionale overheden met exclusieve bevoegdheden, aan te pakken? Hoe denkt het Belgische voorzitterschap de mogelijke conflicten op te lossen die voortvloeien uit besluiten van EU-instellingen, wanneer deze een inbreuk betekenen op de exclusieve bevoegdheden van deze overheden? Zou het niet juist zijn om het Hof van Justitie van de Europese Unie een uitspraak te laten doen over door deze grondwettelijke regionale overheden in te stellen beroepen en in de Verdragen te voorzien in de wettelijke mogelijkheid voor deze overheden om zich te wenden tot het Europese Hof van Justitie?


Vraag nr.10 van Camilo Nogueira Román (H-0547/01):


Betreft: Erkenning politieke en wetgevende bevoegdheden van nationale overheden en constitutionele regio's

Welke voorstellen denkt de Raad te doen om te bewerkstelligen dat bij de in 2004 geplande hervorming van de Verdragen de politieke en wetgevende bevoegdheden van de binnenlandse organen van de lidstaten (nationale overheden, federale staten, autonome gebieden, constitutionele regio's) in het kader van hun uitvoerende, wetgevende en juridische betrekkingen met de Europese Unie worden erkend en geëerbiedigd?

GroenDe enige partij die sociaal én milieuvriendelijk is.

www.groen.be

De Groenen/EVAGroenen en Europese Vrije Alliantie in het Europees Parlement.

www.greens-efa.eu

Samen ijveren voor een beter Europa en klimaat?